Het label bbe is wellicht het meest bekend bij vinylliefhebbers om
zijn prachtige compilaties, vaak samengesteld door Keb Darge, waarop ze
oudere muziekgenres nieuw leven inblazen. Daarbij trachten ze aan te
tonen dat genres als rockabilly, soul, disco of funk allesbehalve dood
en begraven zijn, en ze zorgen meestal voor een slimme mix van oud en
nieuw, een beetje bekend en onbekend. Tussen die parels zit af en toe
een minder nummer, maar over de kwaliteit van die compilaties valt
zelden te klagen.
Vele van die oudere muziekgenres leven nog steeds verder in een
niche van de muziekwereld, met een heel eigen universum. Soms slaagt een
artiest erin om het grote publiek er wat warm voor te maken, zoals Amy Winehouse, Eliza Doolittle en dichter bij huis Lady Linn & Her Magnificent Seven. Verder zijn er enkele gewaardeerde artiesten met een
groeiende, trouwe fanbase die zich ledig houden in dat
bijna-niemandsland, zoals Eli 'Paperboy' Reed, Sharon Jones & The Dap-Kings en Kitty, Daisy And Lewis. Hun platen worden steevast goed
onthaald en de hemel in geprezen, hoewel ze veel minder vlot over de
toonbank gaan.
In het zog van het Vintage Festival in Sussex (Engeland), brengt bbe nu een eerste compilatie uit onder de titel New vintage. Het is een bonte verzameling hedendaagse parels uit die vergeten muziekgenres, gaande van lounge tot mambo, van rockabilly tot soul, van rock ‘n roll tot surf. De eerder genoemde artiesten met een trouwe fanbase vormen de bekendste namen, en verder staan er heel veel onbekende, maar vaak steengoeie acts op deze compilatie. Niet alles is even goed, maar als geheel is het een geslaagde mix geworden.
In het zog van het Vintage Festival in Sussex (Engeland), brengt bbe nu een eerste compilatie uit onder de titel New vintage. Het is een bonte verzameling hedendaagse parels uit die vergeten muziekgenres, gaande van lounge tot mambo, van rockabilly tot soul, van rock ‘n roll tot surf. De eerder genoemde artiesten met een trouwe fanbase vormen de bekendste namen, en verder staan er heel veel onbekende, maar vaak steengoeie acts op deze compilatie. Niet alles is even goed, maar als geheel is het een geslaagde mix geworden.
Onder de eenentwintig nummers zijn er enkele uitschieters, zoals het
vrolijk swingende Stop whistlin' wolf van Imelda May en het grappige Find me a golden street van Rich Clifford & The Saddows, een
pastiche op Apache van The Shadows. Ook Green jeans van The Rapiers
is een prachtige instrumental. Big fat trap schuwt de grove
taal niet, en Sing, sing, sing is dan weer een betoverend swingende
cover van het Louis Prima-nummer uit de jaren ’30, een toonbeeld van
swing en big band. She ain't a child no more van Sharon Jones &
The Dap-Kings kan zo op een soundtrack van Quentin Tarantino en de
fifties rock ‘n roll van Baby take me back van Darrel Higham & The Enforcers associëren we met een Wurlitzer en de ouwe TV-serie Happy days (met The Fonz). Er is ook funk met Speedometer (Ain’t going to
Thursford) en The Perceptions met Fred Wesley in een gastrol (Running the risk).
Muzikale veelvraten zullen door het dolle heen zijn met deze
compilatie, die als eten in een wereldkeukenrestaurant smaakt. Zacht en
pittig, boerenkost en exotisch, alle smaken zijn aanwezig en bereid door
een kok met métier.