28 juni 2012

Snowboy presents New Vintage Volume 1


Het label bbe is wellicht het meest bekend bij vinylliefhebbers om zijn prachtige compilaties, vaak samengesteld door Keb Darge, waarop ze oudere muziekgenres nieuw leven inblazen. Daarbij trachten ze aan te tonen dat genres als rockabilly, soul, disco of funk allesbehalve dood en begraven zijn, en ze zorgen meestal voor een slimme mix van oud en nieuw, een beetje bekend en onbekend. Tussen die parels zit af en toe een minder nummer, maar over de kwaliteit van die compilaties valt zelden te klagen.
Vele van die oudere muziekgenres leven nog steeds verder in een niche van de muziekwereld, met een heel eigen universum. Soms slaagt een artiest erin om het grote publiek er wat warm voor te maken, zoals Amy Winehouse, Eliza Doolittle en dichter bij huis Lady Linn & Her Magnificent Seven. Verder zijn er enkele gewaardeerde artiesten met een groeiende, trouwe fanbase die zich ledig houden in dat bijna-niemandsland, zoals Eli 'Paperboy' Reed, Sharon Jones & The Dap-Kings en Kitty, Daisy And Lewis. Hun platen worden steevast goed onthaald en de hemel in geprezen, hoewel ze veel minder vlot over de toonbank gaan.
In het zog van het Vintage Festival in Sussex (Engeland), brengt bbe nu een eerste compilatie uit onder de titel New vintage. Het is een bonte verzameling hedendaagse parels uit die vergeten muziekgenres, gaande van lounge tot mambo, van rockabilly tot soul, van rock ‘n roll tot surf. De eerder genoemde artiesten met een trouwe fanbase vormen de bekendste namen, en verder staan er heel veel onbekende, maar vaak steengoeie acts op deze compilatie. Niet alles is even goed, maar als geheel is het een geslaagde mix geworden.
Onder de eenentwintig nummers zijn er enkele uitschieters, zoals het vrolijk swingende Stop whistlin' wolf van Imelda May en het grappige Find me a golden street van Rich Clifford & The Saddows, een pastiche op Apache van The Shadows. Ook Green jeans van The Rapiers is een prachtige instrumental. Big fat trap schuwt de grove taal niet, en Sing, sing, sing is dan weer een betoverend swingende cover van het Louis Prima-nummer uit de jaren ’30, een toonbeeld van swing en big band. She ain't a child no more van Sharon Jones & The Dap-Kings kan zo op een soundtrack van Quentin Tarantino en de fifties rock ‘n roll van Baby take me back van Darrel Higham & The Enforcers associëren we met een Wurlitzer en de ouwe TV-serie Happy days (met The Fonz). Er is ook funk met Speedometer (Ain’t going to Thursford) en The Perceptions met Fred Wesley in een gastrol (Running the risk).
Muzikale veelvraten zullen door het dolle heen zijn met deze compilatie, die als eten in een wereldkeukenrestaurant smaakt. Zacht en pittig, boerenkost en exotisch, alle smaken zijn aanwezig en bereid door een kok met métier.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

27 juni 2012

Lied van de week : week 26 - 2012

I'm just me - Diamond Rings




Een geweldig popnummer is dit, I'm just me van Diamond Rings! Ik kende de man niet, en het is dankzij OverMuziek dat ik met hen kennismaakte. Dit klinkt tegelijk hedendaags en zó eighties, en toevallig zijn we daar gek op. Ook het kapsel en de kledij van de man zijn verschrikkelijk "fout" en hij lijkt met een teletijdmachine uit 1982 30 jaar vooruit gekatapulteerd.
Een ideaal nummertje om uw zomers bbq-feestje mee op te vrolijken!

Je kan de single hier kopen.



26 juni 2012

Silver Jews


Sinds het begin van de jaren negentig speelde David Berman, met onder meer Stephen Malkmus (Pavement) aan zijn zijde, met Silver Jews prachtige muziek, die minstens even lo-fi klinkt als Pavement, en vaak ruiger. Op hun laatste album Lookout mountain, lookout sea uit 2008 klonken ze gepolijster en toegankelijker. De lo-fi aanpak leek helemaal verdwenen, en alt-country invloeden werden hoorbaar. Een jaar later zou de band ermee ophouden.
Onder de banier Early times worden nu de eerste twee EP’s samen uitgebracht. Dime map of the reef bevat 5 nummers, The Arizona record voegt er 9 liedjes aan toe en zo komen we aan iets meer dan 36 minuten vroege lo-fi om duimen en vingers van af te likken. De meeste songs klokken dan ook af onder de 3 minuten, en klinken zo rommelig als je mag verwachten. Het verwondert uiteraard niet dat de band vaak klinkt als Pavement. De geluidskwaliteit is tegenwoordig beter op de meeste demo’s, en het klinkt bijwijlen alsof alles wat rondslingert in huis dienst heeft gedaan als instrument. In opener Canada stellen we ons een volle waspoedertrommel voor bij de percussie, en de band schijnt vergeten te zijn om een maat af te spreken waarbinnen iedereen blijft. Ook op September 1999 lijken de bandleden elkaar te willen overstemmen eerder dan samen een plaat op te nemen. Daartegenover staan The walnut falcon en SVM F.T. troops waarvoor tenminste deftige opnameapparatuur gebruikt werd. Met The unchained melody sluit de eerste EP behoorlijk chaotisch af.
Ook in het tweede deel van deze reissue moet je niet meteen een stijlbreuk verwachten. In I love the rights verdrinken de vocalen in een soep van gitaren, The war in apartment 1812 laat Sonic Youth horen door een crappy versterker en tweedehands, lichtjes ontstemde instrumenten. De brom overtreft ruimschoots de brom in de versterker van The Kinks op de eerste opnames van You really got me. Voor het verhaal achter die laatste verwijzen we met plezier naar The storyteller van Ray Davies. Toch zit er ook variatie in deze plaat, met The wild palms dat garage rock met de rem op is, en afsluiter Bar scene from Star Wars waarbij we steeds weer aan August van Pieter-Jan De Smet moeten denken en waarin een vleugje dEUS ook nooit veraf is.
Essentieel zouden we deze reissue niet noemen en met Pavement haalde Malkmus een hoger niveau. Als introductie zouden we eerder hun Slanted and enchanted of beter nog Crooked rain, crooked rain aanraden. Gevorderde lo-fi adepten daarentegen mogen dit plaatje blindelings aanschaffen en zullen er hun hart volop aan kunnen ophalen.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

23 juni 2012

Gratis EP van jj

Het Zweedse duo jj heeft een prachtige, gratis te downloaden EP: High summer


Download hem hier.
Meer muziek van jj kan je hier kopen.

Public Service Broadcasting

Op de opvolger van het jammer genoeg ter ziele gegane KinkFM, Pinguinradio, hoorde ik vandaag het intrigerende Spitfire van het Londense duo Public Service Broadcasting. Het duo kreeg toegang tot de beeld- en geluidsarchieven van BFI, met heel wat propagandamateriaal uit de Tweede Wereldoorlog.
Het resultaat daarvan is te vinden op hun tweede EP, The war room.




Dit is de video bij Spitfire:


 


Je kan de EP hier kopen.

22 juni 2012

De Kreun concert: Thee Oh Sees (voorprogramma : Thee Marvin Gays - Little Trouble Kids)



Als seizoensafsluiter koos De Kreun (in samenwerking met The Pit's) woensdagavond voor het Californische Thee Oh Sees, en twee bands als voorprogramma.


Opener van de avond was Thee Marvin Gays, een kwartet uit Doornik dat een aanstekelijke mix bracht van surf, rockabilly en garage rock. De set swingde, hield een hoog tempo aan en hoewel de band al meteen startte nadat de deuren opengingen en het publiek pas binnendruppelde, slaagden ze er toch in dat publiek te begeesteren. Wel willen we hen de tip geven beter af te spreken wie wanneer spreekt, want nu werd de bassiste enkele keren toen ze het publiek toesprak, onderbroken door de gitarist die een boodschap had voor de geluidstechnicus...


Het Torhoutse duo Little Trouble Kids trad voor het eerst op in De Kreun. Al het goede dat u al over hen gehoord hebt, mag u inderdaad geloven. Door hun bezetting doen ze misschien wat denken aan The Kills en Blood Red Shoes, maar eigenlijk kunnen we hen nog het best omschrijven als rock met een vleugje Gossip en een flinke scheut The Ting Tings. Vooral Kids in amusement parks toonde hoe veelzijdig ze kunnen zijn, en we hoorden zelfs iets wat in de buurt kwam van het meest toegankelijke van Sonic Youth.


Gelukkig speelde Thee Oh Sees een langere set dan eerst aangekondigd. Oorspronkelijk zouden ze slechts veertig minuten spelen, maar ze gingen ruimschoots over het uur en kwamen nog eens terug voor bijna een kwartier bisronde. Dit viertal ziet er redelijk geschift uit, met frontman John Dwyer wiens vele tatoeages we mochten bewonderen, die veelvuldig op de grond spuwde tussen het zingen door, zijn plectrum vaak in zijn mond stak en met zijn tong ronddraaide en die zelfs af en toe zong met dat plectrum achter de kiezen. Razendsnelle en vaak ook erg melodieuze garage rock, surf en pretpunk kregen we geserveerd, en feedback, echo, andere effecten en veel draaien aan knoppen deden het geheel klinken als een kudde losgeslagen gitaren. De nummers werden voortgestuwd door de drummer, die halfweg in de spotlights mocht staan met een geweldige solo en die de bisronde ook als eerste kwam openen. In de zaal werd flink tot pogoën overgegaan. John Dwyer heeft een verrassend hoge stem gezien zijn uiterlijk (een beetje zoals David Beckham) en de andere gitarist, Petey Dammit!, zag eruit als een fan van Oi! én Madness.
Het prettig gestoorde viertal was zo'n waardige seizoensafsluiter en stuurde ons welgemutst de warme zomeravond in...

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

21 juni 2012

Lied van de week : week 25 - 2012

Something in the sky - Mothlite




Toevallig stootte ik op de website van Mothlite, een project van Daniel O'Sullivan dat balanceert op het snijpunt van shoegaze, metal en ambient (naar verluidt, want ik hoorde nog niet eerder iets van deze band). De bijzondere clip bij Something in the sky verleidde, en het liedje blijkt onweerstaanbaar en maakt nieuwsgierig naar het album Dark age.

Je kan het album hier kopen.

Je kan van dat album ook het nummer Zebras (mp3) downloaden op hun site.


18 juni 2012

Garments


Soms oefent wat je ziet zo’n aantrekkingskracht uit dat je al intuïtief voelt dat wat je zal horen je niet zal teleurstellen. Wie zo’n mooie hoes gebruikt, moet wel mooie muziek maken. Die gedachte overviel ons meteen toen we het album The need to belong van het Nederlandse Garments zagen. Ook de rest van het artwork is overigens erg mooi.
In opener Preferences worden we alvast niet ontgoocheld. Garments klinkt een beetje als dEUS light. En we worden aan nog wel meer Belgische bandjes herinnerd wanneer het refrein van Colors passeert. Dit is gewoon erg leuke en aanstekelijke indie rock, waar we op de radio niet genoeg van kunnen krijgen. De hele ruimte van het nummer wordt gevuld, door de drums en door de keyboards. De haakjes waarmee het zich in je geheugen vastzet, zijn van uitstekende kwaliteit, want het lukt ons al een week niet meer om het refreintje uit onze gedachten te verjagen.
De gitaar in de intro van Out of this klinkt erg vertrouwd, al kunnen we hem niet meteen thuisbrengen. Vaak is dat een teken dat een band er goed in slaagt herkenbaarheid en een eigen geluid in balans te houden. Dat is hier inderdaad het geval. Ook de opbouw van het album klinkt overigens erg vertrouwd, want het vierde nummer (This house) zorgt voor een eerste rustpunt. Daarna volgen allemaal liedjes die zeker en vast te genieten zijn, al lijkt er ook wat gewenning op te treden en verslapt onze aandacht een beetje. Het is eigenlijk pas bij afsluiter What a girl dat we weer helemaal bij de zaak getrokken worden.
Garments weet goeie nummers in elkaar te steken, klinkt herkenbaar maar niet afgezaagd en valt nergens op een foutje te betrappen. Toch slagen ze er enkel in het begin van de plaat, en helemaal op het einde, in om de luisteraar écht voor zich te winnen. Daartussen klinkt dit debuutalbum een tikje te gestroomlijnd en weet het nog niet genoeg te verrassen. Niet getreurd echter, jongens, want als debuut is dit natuurlijk wel een mooie belofte voor de toekomst. 

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

17 juni 2012

Politieke recuperatie van de doden

De N-VA heeft haar "wit konijn" voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen voorgesteld: de vader van Marie-Rose Morel.
Zo verleggen ze nogmaals een grens. Het leek me al heel moeilijk om dode ex-politici van een andere partij te recupereren voor eigen doeleinden, maar kijk eens aan: Bart De Wever is er toch in geslaagd. En zo wordt de lijstduwer iemand die politiek nog niets betekend heeft en die enkel door zijn familieband met een overleden populaire politica, die nooit iets voor de N-VA heeft betekend, stemmen moet lokken. De man zelf verklaarde zijn keuze door een half-gewauweld "maar ik weet dat ze op het eind van haar leven dàcht aan de N-VA en dus leek me dit een gepast eerbetoon". Qué?
Wat is de volgende stap? Extreem-rechts dat een achterkleinkind van Lenin op de lijst zet, die dat een "gepast eerbetoon" noemt omdat hij horen zeggen heeft op familiefeestjes dat Lenin niet zo heel blij was met de weg die Stalin insloeg... ? 
Hoeveel schaamtelozer kan je eigenlijk nog worden in de politiek recuperatie?

16 juni 2012

Lied van de week : week 24 - 2012

Space - Absynthe Minded



Hoewel Absynthe Minded, uit mijn hometown Gent, nog geen enkele slechte plaat heeft afgeleverd (integendeel!), ontging de release van hun nieuwste album (As it ever was) me een beetje. Stilletjes echter bleek de eerste single daaruit, Space, zich te nestelen in mijn gehoor, en er was deze week dan ook geen ontkomen meer aan: op zowat elk onbewaakt moment floepte het liedje mijn hoofd binnen en nam alle strategische stellingen in, om er niet meer weg te gaan. Dit is dus het enige échte lied van deze week...

In deze video geeft frontman Bert Ostyn nog wat meer toelichting.

Je kan het album hier kopen.

Lyrics :

Somebody got a second chance man
He tries to get a grip
It ain't easy to be truthful
When your story's all about jail

Somebody is watching

The money sign stamped on your back
They have seen your camera
And they know the exchange rate

Space is where we belong

Anywhere but here
This place is torn
Get me away from here
I wanna go to a white isle
I wanna sit in the sunshine
I wanna look at the blue skies
To where we belong

He's waiting by the door

He stood there one hundred times before
She's too good for him, little does she know
He's the one she'll end to love the most

Space is where we belong

Anywhere but here
This place is torn
Get me away from here
I wanna go to a white isle
I wanna sit in the sunshine
I wanna look at the blue skies
To where we belong
To where we belong
To where we belong
To where we belong

15 juni 2012

Get Cape. Wear Cape. Fly


Kleine jongetjes spelen. Met rond hun hals een oud laken geknoopt, dat achter hen aan wappert, lopen ze door het grasveld, als een echte superheld de slechteriken achtervolgend. Als het regent, springen ze met een borstel van hun mama op bed, op de tonen van de radio, een imitatie gevend van de gitaristen die ze op tv zagen. Kleine jongetjes dromen.
Kleine jongetjes worden groot. Hun dromen (superheld worden, muziek maken,…) verdwijnen of, in het geval van Sam Duckworth uit het Engelse Essex, blijven voortleven en zoeken hun weg. Get Cape. Wear Cape. Fly: het lijkt een handleiding voor superhelden, en het komt ook uit een spelletje over Batman in een tijdschrift. Duckworth maakt onder die naam al sinds 2004 muziek, en met Maps is hij aan zijn vierde album toe.
GCWCF (zo wordt de groep regelmatig afgekort, en we zijn van plan dit hier ook te doen om ons toetsenbord een beetje te sparen) toont van alle markten thuis te zijn, met de variatie die deze plaat rijk is. Weliswaar zijn het voornamelijk Britse markten, al begint hij met behoorlijk Amerikaanse rock in The real McCoy. Het koperwerk in Vital statistics geeft de plaat ineens een heel andere sfeer, en zo slingeren we wel vaker heen en weer op dit album. En de samenhang in het refreintje brengt ons als vanzelf in swinging London. Heel vaak klinkt GCWCF als vroege Blur ten tijde van Modern life is rubbish, en ook dan slagen ze erin om toch een geheel eigen toets toe te voegen. Luister maar eens goed naar The long and short of it all en Easy (Complicated). Call of duty klinkt dan weer als iets van Alex Turner en Snap draagt een hint van The Kinks in zich. London's burning wordt een meezinger van formaat, een perfecte afsluiter voor een festivalconcert. Daylight robbery eindigt met een streepje drum ‘n bass.
Foutloos is het parcours niet helemaal. Offline maps, de "titelsong", is slechts een middelmatig nummer, vluchtiger dan de rook van een sigaret in de mist, en met The joy of stress schurkt Sam Duckworth zelfs vervaarlijk dicht aan bij James Blunt. Enkel de details van de Moog zorgen ervoor dat het lied niet in die afgrond valt.
De nieuwe van GCWCF is een aangename plaat die deze zomer verdient op menige barbecue de soundtrack te mogen bieden, en dan storen de mindere songs niet meteen. Eindejaarslijstjes worden niet gehaald met dit soort platen, maar niemand eet elke dag vijfgangenmenu’s, toch?

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.


12 juni 2012

Zogenaamde transparantie als excuus

Er is (opnieuw) nogal wat opheft rond een actie van minister Joke Schauvliege. Na de adviezen maakt ze nu ook de motivaties voor die adviezen, geschreven door haar administratie, bekend. Ze klopt zichzelf daarbij manhaftig op de borst hoe transparant en open haar beleid wel is, en als je de wind die ze vangt als hoge boom (die bovendien nog maar weinig blijk gaf van deskundigheid in om het even welke van haar bevoegdheden) wegdenkt, valt daar op het eerste zich misschien nog wat voor te zeggen.
Immers, het bekendmaken van de adviezen en de motivaties zou een aanleiding kunnen zijn voor debat, of voor toelichting, en inzicht in hoe politieke keuzes, ideologische keuzes in interactie gaan met culturele keuzes en argumenten. Er zou een interessante dialectiek kunnen ontstaan, en het beleid zou daardoor inderdaad transparant kunnen gemaakt worden. Maar het zuiver bekendmaken van de adviezen is op zich geen garantie van transparantie.


Wat nodig is, is immers een beleid, een visie waaraan dingen afgemeten kunnen worden. En dat heb ik nog niet gehoord van Schauvliege. Want het kaasschaafmodel gaan we toch geen beleidsvisie noemen, mag ik hopen...
En dus is mijn grootste bedenking dat zolang Schauvliege geen uitgesproken visie en beleid heeft (één dat ze dus ook uitspreekt, dat ze toelicht, dat ze -transparant- naar buiten brengt), het publiceren van adviezen en motivaties van commissies uit haar administratie niet meer is dan een schaamlapje van zogezegde transparantie. Het is een schaamlapje waarachter ze zichzelf kan verschuiven zonder uitspraken te doen, waarbij ze enkel hoeft te zeggen dat ze de adviezen van haar deskundigen volgt. Maar naast de nodige aanwezige deskundigheid wordt beleid ook gemaakt door de ideologische keuzes die je maakt, door de visie die je hebt, die liefst breder is dan het beleidsdomein zelf, waar dat beleidsdomein in ingebed is. In het geval van Schauvliege: welke keuzes in cultuurbeleid en cultuursubsidiëring maakt een christen-democrate in crisistijden? Op welke manier beïnvloedt haar christen-democratische visie de manier waarop ze haar mandaat invult en waarop ze beslissingen neemt om deze te subsidiëren en een andere niet? Vindt ze b.v. dat musical als ze zelfbedruipend kan zijn, geen subsidie behoeft om mogelijk te maken dat niet-zelfbedruipende cultuur die ze wel een noodzakelijk onderdeel vindt in het totale landschap, wél kan gesubsidieerd worden binnen het beperkt beschikbare budget? Want, indien er genoeg geld zou zijn, zou iedereen misschien subsidies kunnen krijgen, maar nu moeten keuzes gemaakt worden. En de transparantie waarop Schauvliege zich beroemt, zit volgens mij niet (enkel) in het publiceren van adviezen en motivaties van de administratie, maar nog veel meer in het publiceren van haar beleidsvisie, haar beleidskeuzes en haar motivatie dáárvan...
Een tweede ernstig bezwaar dat ik heb tegen hoe ze het nu aangepakt heeft, is dat ik me afvraag in welke mate de opstellers van de adviezen en motivaties vooraf wisten dat ze gepubliceerd zouden worden. Ik hoorde op Studio Brussel felle reacties op de nogal scherpe toon waarmee b.v. Musical Van Vlaanderen beoordeeld werd in de motivatie van het advies om hen geen subsidie toe te kennen. Nogal wat mensen van Musical Van Vlaanderen waren gekrenkt, en of de motivatie nu terecht was of niet, ik vermoed dat andere bewoordingen gekozen waren door de administratie indien men had geweten dat de betrokkenen die adviezen letterlijk zouden kunnen lezen. Dus ik vermoed dat ze het niet wisten... En dan, Joke Schauvliege, is uw démarche laf en het tegendeel van transparantie t.a.v. uw eigen administratie.
Uit mijn werk weet ik dat de wetenschap voor wie een bepaald verslag bedoeld is, sterke invloed uitoefent op hoe dingen verwoord worden. Idealiter verandert de inhoud niet, maar uiteraard wel de vorm. Documenten voor intern gebruik bevatten vaak een minder diplomatieke taal, omdat er een gedeelde context en betekenisverlening is waarbinnen bepaalde nuanceringen of woordkeuzes minder noodzakelijk zijn, dan wanneer het verslag ook bestemd is voor buitenstaanders of rechtstreeks betrokkenen (over wie je schrijft). Ikzelf zou me erg bekocht en verraden voelen als mijn directeur een verslag dat ik voor intern gebruik schrijf, bekend maakt aan ouders, medewerkers van andere diensten of teams,...
En zo, minister Schauvliege, brengen mijn twee bedenkingen me bij de titel van dit blogstuk: uw transparantie is een excuus en niet echt, omdat de noodzakelijke geëxpliciteerde visie die u voorstaat, ontbreekt en omdat ik ernstig vermoed dat u uw eigen administratie in 't zak zet.

09 juni 2012

Lied van de week : week 23 - 2012

We are on fire - CocoRosie




CocoRosie staat altijd garant voor heel bijzondere nummers, en ik kan me voorstellen dat je dit maar niets vindt. Maar eens je je laat betoveren door de bijzondere stemmen, de sfeerschepping en de prachtige nummers, ben je fan tot het eind der dagen... De nieuwe single, We are on fire, gaat vergezeld van een heel opmerkelijke clip.

Je kan de EP hier kopen.

Lyrics :

A marvel light, a daze of gold
Tears of a grass widow
When I was young, I thought I’d be
more than just a fantasy
I wanna be this, I wanna be that
A big black dog with the soul of a cat
The blue-eyed doe, inside on me
He won’t leave, he’s buried deep

I used to have eyes, the colour of sky

Now I can see, in the middle of the night
I used to have eyes, the colour of sky
Now I can see, in the middle of the night

If I told you, would you believe

My soul is wicked, I’m a thief
They'd all burned me, 1690
It was a deadly night shade, which finished me
Now I’m haunting and I’m looming round
The old church yard and the damn dog pound
I'm giving some hell and I’m feeling free
Never was more than a fantasy
But I fly at night and by your candlelight
My shadow has you window

I used to have eyes, the colour of sky

Now I can see, in the middle of the night
I used to have eyes, the colour of sky
Now I can see, in the middle of the night (x2)

07 juni 2012

AB concert : Dirty Three (voorprogramma: Papa M)


David Pajo, alias Papa M, opende woensdagavond in de AB Box de concertavond, geassisteerd door een bassist. Die speelde schijnbaar eenvoudige baspatronen, er klonken geprogrammeerde geluiden en drumsamples waaroverheen Pajo gitaar speelde. Aanvankelijk was de muziek nog vrij gevarieerd, met zelfs op een bepaald moment een nummer dat leek alsof Ritchie Hawtin (aka Plastikman) gewoon nog wat gitaar toegevoegd had aan zijn dancetracks. Jammer genoeg bleek Papa M de aandacht onvoldoende vast te kunnen houden eens het half uur overschreden werd.

Al na één minuut in het concert van Dirty Three wisten we waarom Warren Ellis een Bad Seed geworden is en hoe hij bevriend kon raken met Nick Cave. Ellis belichaamt eenzelfde combinatie van humor en een duister kantje, klinkt en musiceert even bezeten en slaagt erin van zijn bindteksten miniatuurverhaaltjes te maken die een heel nieuw universum oproepen. Op de tonen van Lido shuffle van Boz Scaggs kwam het trio het podium op. Ellis bewierookte Boz Scaggs en vooral diens album Silk degrees en kondigde opener The rain song aan als Justin Bieber acne. Wild gesticulerend (ook tijdens het viool spelen), met zijn been af en toe een karateschop uitdelend aan de lucht, met de rug naar het publiek, rondlopend, soms spuwend, af en toe schreeuwend, mende hij zijn bassist en drummer en de songs die niet enkel uit het meest recente album, Toward the low sun, werden geplukt.

Hoogtepunten waren er meer dan genoeg: Sea above, sky below, Some summers they drop like flies, The pier, Sometimes I forget you've gone en nog zoveel meer...
Opvallend was hoe energiek het concert was, hoezeer vooral Ellis en drummer Jim White erin slaagden de tomeloze energie over te brengen op het publiek, terwijl gitarist Mick Turner schijnbaar onbewogen subtiel gitaarspel toevoegde. Jim White was overigens erg indrukwekkend, en leek een soort jongleur op de drums, die dingen deed met de drumsticks die je niet voor mogelijk houdt. Warren Ellis bleek ook bijzonder goedgezind en ging heel vaak in interactie met het publiek, dook zelfs even het publiek in, maakte met meerdere mensen echt contact en pareerde opmerkingen met een groot gevoel voor humor. De band puurde ook het maximum uit de hen toegemeten tijd, en kwam nog eens terug voor twee bisnummers uit het album Horse stories. I remember a time when you used to love me was wonderschoon en er werd in stijl afgesloten met Hope.

Dirty Three bewees dat post-rock met violen erg opwindend kan zijn, en live is de groep tienmaal beter dan op plaat, waardoor dit alvast één van de beste concerten van dit jaar mag genoemd worden. Ja, zulke boude uitspraken durven wij begin juni te doen als we dit zien.



Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

05 juni 2012

Alternatief eurosongfestival 2012 (aanvulling)

Omdat de mensen die deze landen hadden, er niet bij konden zijn, maar ze wel al een inzending hadden gestuurd, nog deze aanvulling :

Portugal : Mr. Carousel - Noiserv


Tsjechië : To se mi snad jen zda - Laura A Jeji Tygřy


Hopelijk zijn zij er volgend jaar wel bij...

Alternatief eurosongfestival 2012


Zaterdagavond hielden we een alternatief eurosongfestival (een week na het echt, om praktische redenen). Bedoeling was (naast een gezellige, plezierige avond doorbrengen) om met een open blik de independent music scenes van andere Europese landen te leren kennen. Immers, als we in België zoveel goeie bands en artiesten hebben die echter in het buitenland onbekend blijven, is de kans groot dat ook in andere Europese landen er vergelijkbaar goeie bands en artiesten zijn die prachtige muziek maken, waar we nooit kennis mee maken. En dus ging iedere deelnemer op zoek naar een lied om zijn door het lot aangewezen land te vertegenwoordigen.
Dit waren de deelnemende liedjes :

1. Slowakije : Podarí - Fuera Fondo & Ska2Tonics


2. Zweden : Allt som är ditt - Säkert!


3. Frankrijk : Cinglés - Enhancer


4. Armenië : Mi gdal ser - Reincarnation


5. Finland : NMKY - Gregorius

 

6. Litouwen : Awake/asleep - Without Letters



7. Bosnië-Herzegovina : Prikaze - Edo Maajka



En dit is de uitslag :

7. Zweden: 41 punten (hoogst behaalde score: 10)
6. Frankrijk: 41 punten (hoogst behaalde score: 12)
5. Finland: 43 punten
4. Litouwen: 45 punten
3. Slowakije: 48 punten
2. Bosnië-Herzegovina: 50 punten

en de winnaar : Armenië met 68 punten

Het scorebord:



04 juni 2012

I Am Oak


Smachtende stemmen die invallen na enkele lijnen zang van een man die klinkt als de broer van The Bony King Of Nowhere: er zijn slechtere manieren om een album te openen. Famine is meteen een hoogtepunt op een album dat geen zwak moment kent, en zet Nowhere or Tammensaari perfect in. I Am Oak, uit Utrecht, levert met dit derde album een puik visitekaartje af voor wie hen nog niet kent, en doet aan klantenbinding bij hen die On claws en/of Oasem al kennen.
Grown trekt de lijn verder uit het openingsnummer, voegt er meer kracht aan toe en sleurt de laatste luisteraar die nog aan de zijlijn stond, met armen gekruist en afwachtend, het album in. Twee liederen ver weten we al dat deze plaat onontkoombaar is. En al zal I Am Oak er niet blijken in te slagen het hoge niveau helemaal vol te houden, na enkele luisterbeurten zijn we helemaal verknocht aan de Utrechtnaren. Boulders sluit het openingstrio af met nagenoeg dezelfde ingedriënten, al is het een tikje minder overtuigend.
Mistflarden of hun auditief equivalent drijven voorbij in de intro van Palpable, de samenzang verwarmt de woonkamer en het rijk arrangement laat het nummer helemaal openbloeien. Daarna is het tijd om even uit te rusten, en Roam is een erg geslaagde song voor dat doeleind. Dat is Drooom (nee, wees gerust, we hebben geen klinker teveel getypt) nog meer eigenlijk, omdat hierin I Am Oak er opnieuw in slaagt (soms ingehouden) kracht te verzoenen met rust. De piano-aanslagen klinken beheerst terwijl ze sterke emoties verraden, en onze indruk wordt bevestigd door de invallende, scheurende gitaren en het gebrom als van een overvliegende bommenwerper. Amper anderhalve minuut lang, het kan voldoende zijn om een onuitwisbare indruk na te laten, zo blijkt.
Thijs Kuijken zingt dan opnieuw met een timbre dat erg dicht aanleunt bij Bram Vanparys, de al eerder genoemde knokige koning van nergens. Marrow klinkt in het geheel van de plaat minder indrukwekkend dan de andere nummers, hoewel gerichte beluistering van dit ene nummer het potentieel ervan alsnog blootlegt. Ook over Cluster en I am forrest kunnen we niks slechts vertellen, al verzinken ze naast de andere nummers wat in het niets. Die drie opeenvolgende nummers lijken even het gevoel te geven dat het album wegzakt, dat het misschien te lang is. Maar net wanneer je denkt dat je dit album “goed zonder meer” zal moeten beoordelen, steekt I Am Oak een tandje bij, en het afsluitend trio van deze plaat bewijst dat ze het beste voor laatst bewaard hebben.
Reins is een perfecte single, met sprankelende details (let maar eens op het raspen in de brug) en opnieuw die kracht gecombineerd met een soort rust, waardoor het nummer onder je huid gaat kruipen. Kippenvel is ons deel, en dat verhevigt nog met Vares varas. Dit, dames en heren, is hoe je (bijna) alles wat muziek kan opwekken, bijeenbrengt op een organische manier en er een geheel, een échte Song met hoofdletter van maakt. Weerstand is nutteloos, laat u wegzinken in de gloedvolle stem van de zangeres en klanken die Fins klinken (de plaat werd opgenomen in het zuiden van Finland), en in de piano die als een moeras uw voeten naar beneden zuigt. En nog is het niet gedaan! Afsluiter Everything in waves kondigt met een lange brom het einde aan, een gitaar speelt een eenvoudige melodie en Thijs Kuijken perst er met zijn prachtige stem opnieuw single-materiaal uit, met een weerhaakje zodat dit nummer zich in je hersenen boort, zich vasthaakt en niet meer loslaat. De drie nummers op het eind van de plaat struikelen over elkaar om de titel van beste song op deze plaat te claimen, en de grote winnaar is de luisteraar.
Oasem was al een mooie, bejubelde plaat en I Am Oak is er met verve in geslaagd die prestatie te overtreffen en een (hopelijk voorlopig) orgelpunt, hoogtepunt te plaatsen als een uitroepteken.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

In ruil voor wat publiciteit (delen op Facebook of Twitter) krijg je hier gratis het nummer Palpable. Beluister het hier alvast (fragment uit radioprogramma op BBC6):







En hier is nog een sessie van I Am Oak in Amsterdam:


 
Roam (live)

02 juni 2012

Lied van de week : week 22 - 2012

Get free - Major Lazer featuring Amber



Major Lazer zag ik ooit op Pukkelpop, en ik herinner me de show als bijzonder energiek. Ook het album Guns don't kill people... lazers do zet ik nog met plezier eens op. En kijk, ook de nieuwe single, Get free, met Amber van het fantastische Dirty Projectors, mag er zijn! Er is iets in de combinatie van de rust die we kennen van Dirty Projectors geslopen in dit nummer, en tegelijk loopt er een onweerstaanbaar riedeltje doorheen.

(Overigens, op 10 juli brengt Dirty Projectors hun nieuw album, Swing lo Magellan, uit. Je kan het hier al bestellen)

Je kan het nummer hier kopen.

Lyrics :

Never got love from a government man
Heading downstream till the levee gives in
What can I do to get the money
We ain't go the money, we ain't gettin' out

Heading downstream till the levee gives in
And my dreams are wearin' thin
All I need's relief
I need, I need some sympathy

Look at me
I just can't believe
What they've done to me
We could never get free
I just wanna be
Look at me
I just can't believe
What they've done to me
We could never get free
I just wanna be
I just wanna dream

All of my life been wadin' in
Water so deep now we got to swim
Wonder will it ever end
How long, how long till we have a friend

Comin' down, feelin' like a battery hen
Waves won't break till the tide comes in
What will I do in the sunrise
What will I do without my dreams

Look at me
I just can't believe
What they've done to me
We could never get free
I just wanna be
Look at me
I just can't believe
What they've done to me
We could never get free
I just wanna be
I just wanna dream

We're all together in the same boat
I know you, you know me
Baby, you know me
We're all together in the same boat
I know you, you know me
Baby, you know me
We're all together in the same boat
I know you, you know me
Baby, you know me

Look at me 
I just can't believe
What they've done to me
We could never get free
I just wanna be
I just wanna dream