25 augustus 2015

Pukkelpop 2015 dag 2


Dag twee van Pukkelpop vatte ik vroeger aan dan mijn lief. Na een heerlijk fietstochtje van een kwartiertje (we logeerden bij vrienden in Hasselt), bereikte ik het festivalterrein, waar de optredens al begonnen waren.


En zo miste ik dus een klein stukje van het optreden van Bony King. Met een nieuw album onder de arm speelde Bram Vanparys, bijgestaan door onder meer zijn vriendin Cléo en Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs), een mooie set die zo vroeg op de dag viel dat hij minder volk lokte dan verdiend. 


Hier en daar had ik gehoord dat Algiers een band zou zijn om te ontdekken. En dus toog ik naar de Club, maar wat ik hoorde, heeft mij (in tegenstelling tot gospel Raymond van het Groenewoud) niét diep geraakt. Jazeker, deze jongens kunnen musiceren. Jazeker, ze hebben pakken goeie muzikale ideeën. Maar helaas misten ze het essentiële om er een geslaagd optreden van te maken: songs. 


Een mooiere verrassing wachtte me in de gedaante van Go March. Dit Limburgs trio koppelt elektronica aan post-rock en krautrock en brengt daarmee Tortoise in herinnering. De songs klonken opvallend melodieus en de lof die ze al ontvingen voor hun single Rise is dan ook méér dan verdiend.


Ook Vuurwerk vermocht mij te verblijden. Hun elektronica werd passend voorzien van intrigerende visuals (ik herkende onder meer de DOK-site in Gent) en Sylvie Kreusch (Soldier's Heart) en Justine Bourgeus (School Is Cool) mochten mee komen zingen. Met hun Endless summer remix van Bunker (Balthazar) sloten ze prachtig af.


Het vreemdste duo dat ik zag op Pukkelpop dit jaar, is zonder twijfel Gazelle Twin. De dance die zij maken, is in elkaar geknutseld, maar dan wel op een manier zoals ik nog nooit eerder heb gehoord. Het schreeuwen en zingen van de zangeres, die een griezelig plastic masker aan had zonder ogen of neusgaten, vermengt zich met geluidscollages die lappen muziek uit het recente verleden en schijnbaar nog niet eerder uitgebrachte geluiden van de toekomst met elkaar verzoenen. Dit is beslist geen muziek om rustig in de zetel naar te luisteren, maar 's namiddag in een festivaltent is misschien ook iets minder geschikt. Dit tweetal hoort thuis in een club in de héle late uurtjes.


Het heeft geen haar gescheeld of ik had het opmerkelijkste optreden gemist. The Germans kende ik enkel van naam, maar het was pas nadat mijn buurman had verteld dat hij de zanger kende, dat ik ze alsnog aan mijn lijstje met bands-die-ik-zeker-wil-zien toevoegde. En daar kregen mijn lief en ik geen spijt van! Muzikaal bewees deze band straf uit de hoek te komen (ze speelden eigenlijk enkel één lang nummer, Are animals different). Maar het was vooral de show die opgevoerd werd die verbijsterde en verstomde. Pieter Ampe, de broer van frontman Jakob en acteur, kwam het podium doodgemoedereerd opgewandeld als een soort boswachter, ging naast verscheidene bandleden staan. Toen begon hij zich tijdens het optreden uit te kleden, verleidelijk te dansen, te overgieten met witte verf die hij over zijn hele lijf uitsmeerde. En even later volgden ook nog een vrouw en een man, geheel bloot en in witte verf, die op het podium kwamen en samen dansten en bewogen. Nogal onverwacht als je nog nooit The Germans zag...


Courtney Barnett mag dan niet meteen echt wereldsongs in huis hebben, ze bleek wel uitermate geschikt voor een festivaloptreden in de Club. Het trio dat haar band is, brengt complexloze, in country gedrenkte folkrock en soms is er niet veel meer nodig. O ja, ze speelden ook behoorlijk strak: dat helpt ook wel natuurlijk.


Achteraf las ik dat Josh Tillmann, ex-drummer van Fleet Foxes, chagrijnig was omdat er iets misgegaan was met zijn eetbonnetjes (daarom zou hij gezegd hebben dat het zijn laatste optreden ooit is op Pukkelpop). Nu, het optreden dat hij, als Father John Misty, neerzette, was beklijvend en behoort ontegensprekelijk tot de hoogtepunten van deze festivaleditie. Terwijl mijn lief naar Franz Ferdinand en Sparks ging kijken (dat schijnt ook zeer de moeite geweest te zijn), kreeg ik absoluut geen spijt van mijn keuze. Van opener I love you, honeybear tot afsluiter The ideal husband toonde hij zich in een meester in zijn vak. In zekere zin erg gelijkend op Nick Cave, bracht hij vol overgave zijn songs en tussendoor vermaakte hij het publiek met sarcasme, onder meer toen hij een fotosessie inlaste voor zij die nog niet voldoende mooie foto's van hem hadden kunnen nemen. Hij gooide zijn gitaar naar zijn (gelukkig attente) roadie halfweg een song (omdat zijn gitaargedeelte erop zat, niet om die te raken). Hij imponeerde ook in een rustig nummer als Bored in the USA en kreeg het festivalpubliek in een groot gedeelte van de tent stil.

Setlist:
  1. I love you, honeybear
  2. Strange encounter
  3. Only son of the ladiesman
  4. When you're smiling and astride me
  5. Chateau lobby #4 (in C for two virgins)
  6. Bored in the USA
  7. Nothing good ever happens at the goddamn Thirsty Crow
  8. Hollywood forever cemetery sings
  9. The ideal husband


Meegetroond door mijn lief (dankjewel daarvoor) ging ik naar Trixie Whitley, die met haar nieuwe band alvast ook al enkele nieuwe nummers zong (waaronder Softly spoken words). Ook waagde ze zich aan een nieuwe versie van Never enough. Naar het schijnt ging ze zelfs stagediven, maar toen was ik al naar het volgende optreden, niet omdat Trixie tegenviel, maar wel omdat de band die ik zou zien, héél hoog op mijn verlanglijstje stond.


Hoeveel zieltjes Amenra bekeerd heeft, weten we niet, maar wie de uitstap naar de Shelter (waar loeiharde gitaren heersen) waagde, kwam niet van een kale reis thuis. Het begin alleen al was indrukwekkend: de zanger ging, met zijn rug naar het publiek, gehurkt zitten en sloeg met een beitel op een aambeeld (althans, zo klonk het), gevangen in één spot. Even later ging de drummer achter zijn drumstel zitten en sloeg hij eenzelfde ritme met twee dikke metalen buizen. De gitaristen en bassist vervoegden hen even later en na enkele lange drones werden alle registers opengetrokken en het ritmisch synchroon headbangen bracht het publiek in vervoering. Colin van Eeckhout, de zanger, zou het hele optreden met zijn rug naar het publiek afwerken, ontbloot op een vleeskleurige boxershort na en daardoor uitzicht gevend op zijn reusachtige tatoeage.
Al zullen weinigen subtiliteit associëren met deze muziek, dat is precies wat het vijftal toonde: je kan én luid én toch subtiel spelen, door een uitgebalanceerd evenwicht tussen beuken en drones, tussen rammen en zinderen. En dat leidt tot een optreden dat nog lang NAzindert.



Ik had vroeg postgevat vooraan het hoofdpodium voor Major Lazer. Daardoor zag ik nog Bastille afsluiten (onder meer met Pompeii), maar het was toch de danssensatie, verantwoordelijk voor de grote zomerhit Lean on, waarvoor ik kwam. Immers, vijf jaar geleden zag ik hen in de Dance Hall ook al en dat was toen (ze hadden net Guns don't kill people... lazers do! uit) een gewéldig optreden (zoals je hier kan nalezen). Bovendien hebben ze intussen nog enkele erg goeie songs op de wereld losgelaten (en ook wel Bubblebutt, moet ik toegeven). Het succes en de verhuis naar een plek als afsluiter op het hoofdpodium resulteerden helaas vooral ook in een bigger-than-life show en een hoop populistische podiumtrucjes (zoals iedereen laten springen). We kregen nog amper afzonderlijke songs, maar wel één langgerekte mix waarin zelfs hits van anderen een plaats kregen. Een gigantische jukebox werd het dus eigenlijk, waarvoor de wei wel uit zijn dak ging, maar ik koester toch betere herinneringen aan hun vorige optreden.

Geen opmerkingen: