Dag drie is altijd de meest gevreesde op Pukkelpop. De vermoeidheid laat zich voelen, zo herinner ik me van vorige edities, en ergens in de vooravond krijg ik gegarandeerd een klopje. Het is dan kwestie je daar overheen te zetten, maar dat bleek dit keer niet zo evident en uiteindelijk zouden mijn lief en ik vroeger afhaken, waardoor we Underworld (zij) en Ride (ik) noodgedwongen zouden missen.
Gelukkig begon de dag alvast goed met Pond. Ik had de Australiërs al eerder dit jaar live gezien in Nijdrop (herlees hier mijn verslag) en na enige overredingskracht trok ook mijn lief mee naar de Club. En met songs als Waiting around for grace, Elvis' flaming star en Sitting up on our crane toonde het vijftal zich een meester in de zeer melodieuze psychedelica. Zanger-gitarist Nick Allbrook was weer zijn onnavolgbare zelve en de band zette een supergoed optreden neer, bijna net zo goed als toen in Nijdrop.
In de Baraque Futur, het festivalgedeelte waar alles in het teken van duurzaamheid en ecologie stond, traden The Glücks op, die ik nog kende van hun Rock Rally-deelname (hier kan je het verslag van die voorronde lezen). Rammelende bluesrock kregen we, nog steeds met veel attitude, en helaas ook nog steeds met iets te weinig inhoud.
Gertjan Van Hellemont had daags voordien al meegespeeld met Bony King, maar nu trad zijn eigen band Douglas Firs voor het eerst zelf op op Pukkelpop. De zenuwen waren groot en dat merkte je bij aanvang van het concert ook wel wat. Maar naarmate de set vorderde en het publiek enthousiast bleef reageren, groeide de band enorm en zo stegen ze boven zichzelf uit. Het was de vierde keer dat ik de band aan het werk zag en uiteindelijk ook veruit de beste keer. Met hulp van Bram en Cléo van Bony King en met Christophe Claeys (Amatorski) op drums kregen we zalige momenten, met onder andere meezingmomenten tijdens Can you tell her I said hi? en afsluiter Don't buy the house. Ook Shimmer and glow en Pretty legs and things to do uit het debuut hoorden tot de hoogtepunten, maar eigenlijk zat er nooit een zwak moment tussen.
Setlist:
- Caroline
- Summer's leaving
- Shimmer and glow
- Pigs in the sky
- Your only friend (met Bram en Cléo)
- The long answer is no
- Can you tell her I said hi?
- Pretty legs and things to do
- Don't buy the house
Jammer dat de vermoeidheid stilaan begon toe te slaan en ik ook niet meer vooraan geraakte voor het concert van Viet Cong. Ik had geen noot willen missen van Douglas Firs en daardoor kwam ik net te laat voor het begin van het concert. Toch wist Viet Cong te imponeren met een erg strakke set, die ik dus grotendeels van verder in de clubtent heb gesavoureerd.
Wel helemaal vooraan stonden we voor Allah-Las, dat het podium gezelliger had aangekleed met kleurrijke tapijtjes en de mix van surf en psychedelica van dit zestal, op plaat goed voor mooie luistermomenten, had verwachtingen gewekt die niet helemaal ingelost werden. Weliswaar speelden ze lang niet slecht en beschikken ze dus over goeie songs, maar met iets te weinig variatie en ook wel een gebrek aan enthousiasme in hun interactie met het publiek wisten ze mijn aandacht niet lang vast te houden.
Dat probleem kende Son Lux zeker niet. Debuutalbum Lanterns besprak ik hier al en ook het nieuwe album, Bones, is erg goed, dus was dit optreden een mooi vooruitzicht. En het trio maakte dat ook waar. Live valt nog meer op hoe de songs een knappe collage zijn, want het lijkt bij momenten alsof zowel de gitarist, de drummer als de toetsenist (frontman Ryan Lott) elk eigen stukken spelen die op één of andere manier toch samenvallen tot een geheel waarin je bij momenten de afzonderlijke elementen duidelijk onderscheiden kan en dan weer vormt alles één organisch geheel. Drummer Ian Chang lijkt wel jazz te spelen en gitarist Rafiq Bhatia tovert geluiden uit zijn gitaren die je soms amper kan geloven. Bovendien speelt het trio met zoveel enthousiasme en straalt Ryan Lott één en al vreugde en dankbaarheid uit. Geopend wordt er met Change is everything en meteen raakt het publiek betoverd. Die collage van geluiden valt heel duidelijk op in Easy en wordt gevolgd door een schitterend Flight. Verder hoorden we nog een prachtig Your day will come, Now I want, een indrukwekkend You don't know me en afgesloten werd er natuurlijk met een superfantastische vertolking van Lost it to trying.
Tame Impala waren goed, maar ik was intussen te moe om er nog echt van te kunnen genieten. Wel viel me op dat de synthesizers een grotere plaats hebben gekregen in hun muziek. Maar zoals al gezegd, trokken we, nog tijdens hun concert, vroeger huiswaarts, helemaal moe en met rugpijn. Tja, we worden dan toch oud zeker?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten