17 oktober 2010

No Angry Young Man

Het trio No Angry Young Man heeft net zijn eerste, titelloze album uit. Dat is een heuglijk feit, kan ik u nu al melden. Gelardeerd met cello en piano naast de traditionelere gitaar heeft deze groep immers een plaatje gemaakt dat moeiteloos de brug slaat tussen wat iedereen stilaan duystermuziek noemt en goeie ouwe pianojazz en swing.

Bij sommige nummers (“Song for suicide”, “Mary -Jane”, “Rosie”,...) waan je je in een rokerige bar, dan weer in een saloon (“Sister cute”) en daarna in een achterafzaaltje met gedimd licht, waar nachtbrakers, melancholici en verlopen dichters samendrommen rond een klein podiumpje (“Skip the plan”, “Generation failure”,...). Die stemmingswisselingen vertonen geen manisch-depressief patroon, maar vloeien mooi in elkaar over, verrassend genoeg vaak door intro's die van
Wim Mertens afgekeken zijn, Ja, u leest het goed : Wim Mertens. Enkele keren verwachtte ik halvelings een film te zien te zullen krijgen van Peter Greenaway, maar dat straatje lopen ze net niet in...
Op “Wine and candles” voel je je dan weer geneigd het refrein mee te zingen. En wil alstublieft eens iemand de muziekzenders wijzen op “Generation failure”, dat zelfs met onhippe instrumenten als barokke viool (of is het barokviool), hobo en klarinet een anthem voor al die Duyster-fans kan worden. En passant zullen ze overigens nog heel wat anderen overtuigen, want het nummer staat als een huis !
Ik verdenk No Angry Young Man ervan vaker te lachen dan te huilen. Welke band zou anders in de credits vermelden dat de backing vocals onder meer verzorgd worden door een “half drunk choir”. En dus durf ik te gokken dat hun optredens zelfs in aanwezigheid van de toetsen melancholie en weltschmerz die sommige liedjes overgieten, ontaarden in plezante dronkemansfeestjes in de late uren. Je hoort het gewoon aan dit album...
You tell me that it's easy”, klinkt het in slotnummer “Shake on”. Zo klinkt het inderdaad soms, en dat is nu eens net een kenmerk van goeie muziek : 't lijkt makkelijk, maar er is deftig aan gewerkt, geschaafd,... tot alles goed zat.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be

Geen opmerkingen: