Vaal is een drietal uit Gent dat leden telt van de noise/postpunkbands Maze en Movoco. Dat zijn geen bands waarvan ik zou durven beweren dat ik ze ken, maar deze nieuwe formatie weet alvast met deze song mijn aandacht geweldig te trekken. Het is een soort donkere postrock met minimalistische ambient-trekjes, maar hey, uiteindelijk is dat maar een poging tot beschrijving van muziek die zich moeilijk in een hokje laat vangen.
Mei, de lente is helemaal op de voorgrond getreden en daar horen heel wat zomers deuntjes bij. Toch heb ik ook dit keer gekozen voor een heel uiteenlopend muzikaal spectrum. Geniet ervan:
Wondering where the lions are - Bruce Cockburn: een eenvoudig popnummer van een onderschat artiest
How come you never go there - Feist: de bevallige Feist maakt heel mooie platen, waarin ze soms aanschurkt tegen Tori Amos (zoals in dit nummer) maar op andere momenten bewijst dat ze echt haar eigen plekje gevonden heeft
Over and over again (Lost and found) - Clap Your Hands Say Yeah: bekender werden ze met het radiohitje In this home on ice maar op hun titelloze debuutplaat vind je nog meer moois, vooraleer deze band verzonk in de vergetelheid
One headlight - The Wallflowers: deze band rond Jakob Dylan, de zoon van, bracht in 1996 Bringing down the horse uit, een plaat die ervoor zorgde dat ze ook zonder die beroemde familienaam in hun rangen echt wel aandacht verdienden
Knocked up - Kings Of Leon: On hold mag dan wel de doorbraaksingle geweest zijn voor Kings Of Leon, maar deze opener van Because of the times vind ik eerlijk gezegd nog beter
Lakini's juice - Live: in mijn platenkast zit een mooie, transparante vinyl single van Live, in een kartonnen en mooi vormgegeven hoes, met daarop dit meer dan uitstekend lied
Surfin' bird - The Trashmen: de sixties op hun best!
Hello Vietnam - Johnny Wright: dit countrynummer staat op de soundtrack van Full metal jacket en bewijst dat er niet alleen protestsongs over de Vietnamoorlog werden geschreven
I'm sticking with you - The Velvet Underground: "I'm sticking with you / cause I'm made out of glue / Anything that you might do / I'm gonna do too". Zeg nog eens dat The Velvet Underground geen gráppige band kon zijn...
The game - Sugarcane Jane: dit klinkt als Dylaneske folk uit de jaren zestig, maar is gewoon een echtpaar uit de VS dat in 2015 het fijne album Dirt road's end maakte, waar deze song op terug te vinden is
High class woman - Blues Pills: een jaar ouder is deze bluesrockstamper slechts, al klinkt ook dit nummer alsof het midden de woelige jaren zeventig op plaat gezwierd werd
Invocation - Dayna Kurtz: deze Brusselse singer-songwriter groeide op in New Jersey, maar de laatste jaren leeft ze in New Orleans. Naast haar eigen nummers maakt ze vaak platen met covers van haar favorieten, zoals het album waar dit op terug te vinden is (American standards)
Coward - Vic Chesnutt: ik las het boek van Kirsten Hersh over (haar vriendschap met) Vic Chesnutt en greep nog eens terug naar 's mans discografie, die zoveel parels bevat dat je die eigenlijk ook eens helemaal zou moeten beluisteren. Mijn persoonlijke favoriete plaat is Is the actor happy?, al komt At the cut, waarop dit lied terug te vinden is, soms ook heel dicht in de buurt. Check zeker ook eens op YouTube de registratie van de live-versie die hij speelde met leden van Godspeed You! Black Emperor, Fugazi en Silver Mt Zion in zijn band
Late nineties bedroom rock for the missionaries - Broken Social Scene: maar liefst zeventien leden telt deze Canadese groep in zijn volledige bezetting. waarvan de hierboven al gekozen Feist overigens één is...
Love is blindness - U2: de afsluiter van Achtung baby is ook om duimen en vingers van af te likken
Painless - IIVII: dit is de nieuwe single van IIVII, een erg interessant muzikaal project van Josh Graham, één van de oprichters van Red Sparowes
Des plumes dans la tête (Variation 1) - Sylvain Chauveau: ontdekt de voorbije maand in de bib
Messe pour le temps présent: Psyché rock - Pierry Henry: deze song van de hedendaagse componist Pierre Henry is ontzettend bekend, wat eigenlijk heel verwonderlijk is...
Children's song - Chick Corea: de Amerikaanse jazzpianist Chick Corea verdient met dit eenvoudig geconstrueerd nummer ook een plekje in deze lijst
Grand Prix Eurovision - Stereo Total: in 1997 kocht ik impulsief in de Music Mania de geschifte plaat Monokini van Stereo Total, waarop deze pastische-ode aan het eurovisiesongfestival, dat elk jaar in mei gehouden wordt
Voor hun doen begint Stubborn persistent illusions relatief vrolijk. Do Make Say Think, een band van het Constellation label dat we ook onder meer kennen van Godspeed You! Black Emperor en Silver Mt Zion, maakt immers postrock die past bij een postmoderne maatschappij waarin hoop een naïef concept lijkt. Hun zevende album is niet alleen zoals altijd heel mooi vormgegeven, het bevat ook nummers waar het heerlijk naar luisteren is. De lichtvoetigheid die ik al zo opmerkelijk vond in opener War on Torpor zit ook in Horripilation. Laat je echter niet vangen aan de schijn, want ondanks de aanwezige vogelgeluiden ontwikkelt deze song zich tot een dreigend epos. In mijn hoofd wordt het beeld opgeroepen van een ongerept stuk woud dat nietsvermoedend zijn laatste minuten beleeft vooraleer een overstroming tussen de bomen raast en onderweg alles zal vernielen. Meer dan tien minuten bouwt de band aan deze muzikale wereld vol prachtige details en een meeslepend verhaal. Het hele album is trouwens van zulk een hartverwarmende schoonheid dat ik spontaan al aan eindejaarslijstjes begin te denken. In elke song beleef je wel iets, overal zitten de meest fantasierijke details en als een zachte overwelming golft deze plaat over de luisteraar heen. Bound is één van de mooiste liedjes die ik al in tijden hoorde. Zelfs de afwezigheid van zang belet niet dat dit een oorwurm is. Naadloos gaat hij over in And boundless dat als een contrapunt fungeert. Soms is traagheid het hoofdmotief, zoals in het met blazers opgeblonken Her eyes on the horizon. Ook dan zijn alle hierboven aangehaalde kenmerken aanwezig. Deze hele plaat smeekt erom ook live beluisterd te worden. We horen immers een band die in topvorm verkeert. Voorlopig maakte de groep nog geen concertdata in Europa bekend, maar ik hou zeker en vast hun meldingen in het oog... Beluister hieronder het volledige album:
Eén van mijn favoriete dubstepartiesten is toch wel Burial, de meester van de donkere beats. De zware bassen weten heel vaak extra spankracht te vatten in een slomer tempo dan bij vele van zijn genregenoten. Het is dus altijd fijn om te merken dat hij een nieuwe EP uit heeft. Subtemple bevat slechts twee songs, maar het is er weer "boenk op". Het titelnummer lijkt wel minimale techno waaroverheen Burial een laag zwart smeert die bij Malevich geleend lijkt. Net als voorheen onder meer Rival dealer is deze song zo zwanger van dreiging dat inleiden overwogen dient te worden. Tot een climax komt het nooit in dit nummer en vreemd genoeg is dat niet eens een reden tot klagen. Beachfires ligt in het verlengde met een sobere instrumentatie. Dit lijkt ambient die in een donkere kerker gecomponeerd werd. Je raakt als luisteraar helemaal in de song gezogen. De intensiteit ligt in de eerste helft al hoog en stijgt nog verder. Wie durft af te dalen in deze song, krijgt een mooi zicht op een onderwaterwereld (of een ondergronds universum) die een meesterlijke muzikale vertaling onderging. Beluister hieronder de volledige EP:
De Brusselse psychedelische rockband The Narcotic Daffodils heeft net een derde album uit, Summer love. In tegenstelling tot bands als Tame Impala werpen de hoofdstedelingen je echt terug naar de late jaren zestig en de seventies. Het orgeltje in Naturally high bijvoorbeeld roept een "summer of love" op, niet geheel toevallig natuurlijk. Stel je bij dit album geen moeilijkdoenerij voor, maar gewoon pretentieloze deuntjes zoals Guardians: mooi geconstrueerd, dat wel, maar niet al te ingewikkeld en gericht op je dansbenen en je zomers brein. Eenmaal horen we een glimp van eerder genoemde Australiërs, in de baslijnen van You can't get. De tweetalige (Frans en Nederlands) ode Bruxelles klinkt een beetje als bubblegumpop met een injectie van spacey bas en orgel. Afsluiter Atomic 53 duurt meer dan negen minuten en neemt dus de tijd om als een echt seventies-epos te groeien in onze oren. Je kan dit album hier kopen, het wordt verdeeld via Starman Records. Beluister hieronder het volledige album:
De nieuwe single van Vince Staples doet me onwillekeurig altijd een beetje denken aan I wish van Skee-Lo, maar is veel beter. Geniet ervan. Deze single staat op de nieuwe plaat, Big fish theory, van Vince Staples, die op 23 juni uitkomt. Je kan de plaat hier alvast bestellen. Lyrics: You can get anything you want Know what I'm saying? You want that over there? You want that over there? I got you
I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand
I was up late night balling So far from my past misfortune No sleepin', late nights no eatin' Gun squeezing, I'm a real Artesian Ramona, I was round that corner Still down, I'm a Norf Norf soldier G slide right down Sawyer When we slide, you won't see morning Another story of a young black man Tryna make it up out that jam, god damn Bag back, let me make my bands, got plans If you hatin' don't shake my hand Take it easy, homie Reminiscin' sitting in that Benz Of the twenty two bus stop way back when With the 22, 5 shot eyes on scan For the click, clack, clap or the boop, bop, bam, 'cause
I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand
It's funny I was going crazy not too long ago Women problems every morning like the Maury show Swimming upstream while I'm tryna keep my bread From the sharks make me wanna put the hammer to my head At the park politicin' with the kids Tryna get em on a straight path, got the lames mad Know they hate to see me make cash, got the space dash In the foreign with the GPS addressed to your mama house Compensation conversations what I'm all about Took the smart route, never been marked out Shoulda been dead broke, shoulda been chalked out But it didn't happen, now it's time to get it cracking Quarterbackin' like I'm 40 Water mix the holy water with the Voss Wanna be the boss then you gotta pay the cost Learned it from the Dogg I'm from Long Beach That's the city where the skinny carry strong heat
I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand
I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand I was up late night ballin' Countin' up hundreds by the thousand
Amenra en Raketkanon delen een split 10", waarvan het artwork gemaakt werd door Michaël Borremans, die hiermee overigens niet aan zijn proefstuk toe is. De kunstenaar verzorgde ook al de hoes van Vantage point van dEUS. Op de A-kant trekt Amenra ons hun universum binnen op de onverbiddelijke manier die de band kenmerkt. Gitaren zwaaien er de scepter, de drums klinken als hamerslagen van Thor en het dierlijk gebrul van Colin H. Van Eeckhout verleent het geheel nog meer een sfeer van algehele, pure kracht, energie, zelfs woede. Nachtschade (want zo heet deze song) valt dan plots ineens stil, maar niet helemaal. Zo goed als onhoorbaar broedt de song verder tot af en toe amper op te merken geluiden licht aangeblazen worden. Amenra heeft hier heel goed naar Krzysztof Penderecki geluisterd, de meester in het afwisselen van krachtig aanzwellende muziek en héél stille passages. Of, dat kan natuurlijk ook, ze hebben ooit ook het interview met Radiohead gelezen waarin die de Poolse componist als belangrijke inspiratiebron voor Kid A vernoemden. Daarna barst de donderlucht weer helemaal open... Ook Raketkanon laat zich niet onbetuigd. Opvallend is hoe hier de drumslagen de kadans aangeven, als op een galleischip bij de Romeinen. Net als bij Amenra neemt hun song (Bohr) naar het einde een andere wending om dan terug te keren naar het oorspronkelijke muzikale pad. Raketkanon haalt niet het hoge niveau van de groep waarmee ze dit plaatje delen maar op zichzelf is dit een meer dan behoorlijk nummer dat uw aandacht eveneens verdient. Je kan deze split 10" onder meer hier kopen bij Consouling.
Het is dankzij Jo Geboers van Low Land Home dat ik deze vierkoppige Gentse band heb leren kennen. Berg deed nochtans al mee aan De Nieuwe Lichting op Studio Brussel. De groep heeft net een eerste EP uit, met daarop 3 songs. Afgetrapt wordt er met Justin, een lied dat met spaarzame toetsen de spanning opbouwt tot de drums invallen en we herinnerd worden aan zowel Hydrogen Sea als Zweedse pop. Leap haalt het dromerige nog meer binnen tot de song helemaal openbloeit als een achttienjarig meisje dat de middelbare school verruilt voor het studentenleven in de grote stad. Verrassend is dat Alma het geheel afrondt met wat eerst wat meer experimentele toetsen zijn, vooral in de percussie. Al met al heeft Berg vooral een voorproefje gegeven, zo denk ik, van hun kunnen. Dit is een band om in de gaten te blijven houden. Beluister hieronder hun EP:
Holderdebolder vielen zowat alle muziekjournalisten over elkaar heen
toen Millionaire begin april een single loste en een terugkeer
aankondigde. De superlatieven die ooit Paradisiac omkransten, mochten
weer uit de kast. Reikhalzend werd uitgekeken naar Sciencing,
uitgebracht bij Unday Records, een label dat er zich op laat voorstaan
kwaliteit boven kwantiteit te verkiezen bij hun releases. Tim Vanhamel, de frontman waar we het onvermijdelijk over moeten
hebben, heeft al een soloplaat achter de kiezen en reeg voorts parels
als Broken Glass Heroes, Magnus, The Hickey Underworld, Eat Lions en
Disko Drunkards aan zijn muzikale ketting. In Costa Rica ging hij samen
met drummer Damien Vanderhasselt (Eat Lions) aan de slag en boksten ze
een nieuw, derde Millionaire-album in elkaar. De productie werd dit keer
niet uit handen gegeven. Het resultaat is een plaat die de verloren
tijd lijkt in te halen. Toch is dit geen loutere voortzetting van de weg die werd ingeslagen
met Paradisiac. Opener I’m not who you think you are klinkt nochtans
niet als een onlogisch vervolg op ouder Millionaire-materiaal. De
geluidstsunami van het vorige album is nog niet helemaal weg. Vanhamel
klinkt een beetje als de gek geworden professor die wereldheerschappij
najaagt met zijn nieuwste uitvinding. Op heel wat andere songs breekt de
funkman in Tim naar buiten (Little boy blue), de jazzcrooner (Silent
river), de popkoning (Wastelands) of de seventies rocker (Visa running). Hij waagt zich zelfs aan het Frans (L’homme sans corps). Gelukkig blijft er altijd een kern die al die uiteenlopende aspecten
aan elkaar lijmt. Dat centrum waar elk nummer toch weer om draait, zou
je “de liefde voor muziek” kunnen noemen, met alle melige
VTM-associaties van dien. Feit is dat ongeacht de stijl die gehanteerd
wordt, de band zulk een passie voor het métier tentoonspreidt en zulk
een je-m’en-foutisme dat zelfs een schlager door de vingers zou worden gezien. Busy man bewijst dat decennia pop- en rockgeschiedenis soms
samenkomen op een kruispunt waar je je ziel niet eens aan de duivel
hoeft te verkopen als je zo goed gitaar kan spelen als Vanhamel.
Herinnert u zich nog hoe Lenny Kravitz op zijn eerste platen bezeten
leek van de sound van zijn lievelingsplaten en enkel op oude apparatuur
wou spelen? Het doet er niet eens toe of Millionaire een gelijkaardige
drang voelde bij het maken van Sciencing, want in onze oren klinkt het
alsof dit lied een eerbetoon is aan alle goeie nummers die zij al ooit
beluisterden, ongeacht uit welk tijdvak ze komen. Ook Visa running is
in zulke mate een liefdesverklaring aan de 45-toerenplaatjes, obscure
hitjes en meestampers die ooit ooit gedraaid werden in hun
tienerslaapkamers. Twaalf songs lang baant het viertal zich een weg van hun eigen
bejubelde, door Josh Homme uitgepuurde sound naar een verheerlijking van
muziekstijlen die met eenzelfde plezier gespeeld worden en waarin
echo’s van ontelbare bands terug te horen zijn. Tussen Under a bamboo moon en Bloodshot, om twee songs te noemen aan het begin en einde van
de plaat, kristalliseert zich een essentie die enkel Millionaire kan
heten en die de vier windrichtingen waarin de wind waait op deze plaat,
samenbrengt. Het is een waar huzarenstukje wanneer je als groep je
veelzijdigheid en je onmiskenbare eigenheid kan samenballen in een
album. Het wachten duurde lang maar is het meer dan waard gebleken. Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle. Beluister hieronder het volledige album:
Een vriend van mijn lief en mij zal wellicht verheugd zijn te zien dat ik een blogstuk wijd aan Ho99o9, een band waarover hij me ooit aansprak. Die hebben net een nieuw album uit. United states of horror is het tweede album van het hiphopduo. De hiphop die TheOGM en Eaddy brengen is vaak compromisloos, hard en schurkt aan tegen metal en punk. Nu is dat niet meteen iets waar ik problemen mee heb. Soms echter lijkt de nuance zo ver weg bij Ho99o9 dat ik het ook niet helemaal meer weet: is dit nog ok of erover? Meerdere luisterbeurten houden me in dubio. Waar War is hell aan de goeie kant van de scheidslijn blijft, is dat minder duidelijk voor Splash dat op een plaat van Limp Bizkit had kunnen staan. Daar tegenover staan songs als Moneymachine, een nummer vol onwezenlijke dreiging dat -zeldzaam in hiphop- de tijd neemt, City rejects, een muzikale ode aan seventies rock en Hydrolics, dat me heel sterk laat denken aan No problemvan Chance The Rapper en ook wel Famous van Kanye West. Beluister hieronder het volledige album:
Het titelloze debuut van Trans Am uit 1996 is één van de eerste postrockplaten die ik ooit kocht. De sobere hoes (blauw met een illustratie van het Doppler-effect) sprak me aan, en er stond ook een nummer op dat aangeduid werd met het symbool voor oneindig (∞). Bij het afspelen bleek dit slotnummer een groef te zijn die maar bleef doorlopen (ik weet niet steeds niet precies hoe dat ging). Het Amerikaanse trio wist mijn wiskundeminnend hart voor zich te winnen (jaja, ooit had ik 9u wiskunde per week in het laatste jaar middelbaar). Nu heeft de band uit Maryland een nieuw album uit, California hotel. En, laat ik het maar meteen gezegd hebben: de hoes is lelijk. Jammer. Gelukkig valt de muziek meer dan mee. Al vanaf de eerste noot beukt de band erop los: I hear fake voices is een binnenkomer van jewelste. Het repetitieve patroontje uit Staying power is erg aanstekelijk en blijft hangen. Het adagium "Less is more" blijkt zelfs in de postrock van toepassing. Nog een half uur duurt het album, dat acht songs telt van dus gemiddeld nog geen drie minuten. Daarin is tot mijn grote vreugde af en toe ruimte voor een moderne variant van Kraftwerk: Alles verboten is een topplaat die ik nog wel eens op fuiven zou willen horen en California hotel is zijn rustige tegenhanger. Die Kraftwerk-toets valt trouwens ook erg op in de songs die erna volgen. Beluister hieronder het volledige album:
Terug tijd voor wat muziek die ik in mijn mailbox kreeg... Beginnen doen we met High Signs, een duo uit het Canadese Toronto dat eerder door het leven ging als Terrorista (en ik hier toen al vermeldde). Ze hebben een single uit, als voorbode voor hun album If so, then what?. Beluister hem hieronder:
Adrian Underhill releaste al eerder Not good enough, dat nu een remix kreeg van de producer Harrison (die eerder al werkte met o.a. Ryan Hemsworth en Purity Ring). Beluister hieronder de remix en bekijk de clip van het origineel:
Katie Von Schleicher brengt op 28 juli een plaat uit bij Full Time Hobby, Shitty hits, waaruit nu al de eerste single gereleast wordt: Paranoia.
Heel af en toe luister ik nog eens naar het bedwelmend mooie Patashnik uit 1994 van Biosphere. Vooral Phantasm blijft een bevreemdende song, één die je vastgrijpt als een horrorfilm van het betere soort, waarin suggestie regeert over expliciete beelden. Het is dan ook met heel veel plezier dat ik de nieuwe EP The petrified forest beluisterde. De Noor Geir Jensen (de man achter de bandnaam) maakt knutselwerkjes die het gemiddelde moederdagniveau ver overstijgen (ja, ook ik pik graag een graantje mee van de actuele discussies op sociale media). Uitgebalanceerde muziek gelardeerd met samples, zoals in Black mesa, zijn 's mans handelsmerk. Op deze song (maar ook in Turned to stone) zijn dat soundbites van Joan Lorring, de overleden actrice die vooral bekend werd in de jaren veertig en vijftig. Die samples geven beide songs een sci-fi-feel. De titelsong is dan weer een meer atmosferische soundscape waarin heel langzaam en bijna geruisloos een dreiging doorklinkt, als een dissonant geluid in een rustgevend (we horen zelfs de vogeltjes!) sfeergeluid. De EP brengt een mooie synthese van eerder platen van Biosphere: we horen heel wat elementen die ons lieten vallen voor Patashnik maar evenzeer drones zoals die Substrata beheersten. Beluister hieronder de EP:
Net zomin als De Heideroosjes een Nederlandse hoempapa-band zijn, is Muziekvereniging De Clingse Bossen een fanfare of harmonie (belangrijk verschil!). Het duo bestaat uit Lars Senders en Jan D'Hooge, die elk aan een kant van de Belgisch-Nederlandse grens wonen. Clinge (NL) en De Klinge (B) delen bossen, waarnaar het duo vernoemd is. Het titelloos debuut is nu uit op vinyl en bevat een mix van jazz, electro, rock, musique concrète (denk hierbij aan o.m. Pierre Schaeffer en Pierre Henry),... Meer nog dan een opsomming van opwindende en verrassende muziekstijlen loont het de plaat grondig te beluisteren: Han Bennink klinkt als een gruizelig experiment dat twijfelt tussen Zappa en Sonic Youth, Bloementuintje is postrock à la Tortoise en Someone broke my bongos waaiert open als een verzengende Mogwai-song. Zelf hou ik evenzeer van de jaren tachtig-invloeden in C'est la faute à Depeche Mode als van het ingehouden en met electronica worstelend gitaargeweld van Harstad. Duidelijk is alvast dat het duo zich bevrijdt van allerlei muzikale grenzen, niet zozeer om totale vrijheid (een illusie, zoals filosofen al hebben aangetoond) te bereiken maar om schoonheid te laten bloeien op het allegaartje dat de muziekgeschiedenis van de laatste eeuw vormt. Je kan het album beluisteren en bestellen via hun Bandcamp-pagina of bij Consouling. Beluister het hieronder alvast:
U2 was in de jaren voor 1991 verworden tot een "bigger than life"-stadionrockact, zij het één met geweldige nummers, dat wel. Maar de bombast werd allengs groter en de nood aan steeds grotere stadions met steeds meer publiek leek de omvang van het ego van frontman Bono te volgen. Dat had onder meer ook geresulteerd in Rattle and hum, een dubbelaar met covers die als een ode aan allerlei Amerikaanse genres bedoeld was en waarop de gaststerren niet van de minsten waren. Tussen 1988 en 1991 trok de groep zich stilaan terug omdat ze dreigden ten onder te gaan aan de overweldigende status en bijhorende verwachtingen. Politiek veranderde de wereld plots erg snel met als hoogtepunt de val van de Berlijnse Muur. Uitgerekend in dat nieuwe Berlijn werkte U2 aan een nieuwe plaat én vooral een nieuw geluid. Daarvan viel al een glimps op te vangen op Night and day, hun Cole Porter-cover op Red, hot + blue, een plaat ten voordele van het AIDS-onderzoek. Achtung baby laat een groep horen die onder impuls van onder meer producers Daniel Lanois en Flood de grenzen opzoekt van wat met het klassiek instrumentarium van de rockgroep mogelijk is. Stilistisch is het album op alle mogelijke manieren een herdefinitie. Zelfs de hoes met de typische, intussen iconische foto's van Anton Corbijn laat een groep zien die meer van dan verwacht verwant blijkt aan Depeche Mode. The fly klinkt alsof de song een holle ruimte is waarbinnen vanalles gebeurt, een wereld geschapen voor de song. Het jachtige leven dringt helemaal binnen en de falsetto van Bono verklankt zowel hoop als onbehagen. In latere albums zou de groep dat thema, de holheid van de entertainmentindustrie, nog verder uitwerken. Zooropa en vooral Pop belichamen een doorgedreven inhoudloos discours dat flitsend en mediageniek is en zal uiteindelijk de band terugbrengen bij hun "bigger than life"-imago dat ze hadden proberen afschudden. Ditmaal verschuilen ze zich (een tijdlang zelfs succesvol) achter ironie maar intussen weten we wel beter en is Bono-de-would-be-politicus en weldoener opnieuw verstrikt geraakt in zijn eigen megalomanie. Maar in 1991 zijn er gewoon de goeie songs met een duizelingwekkend nieuw geluid: Mysterious ways is The fly 2.0, bevat alle zelfde kenmerken maar nog beter uitgewerkt. Toch weet U2 ook andere aspecten van hun muziek in de kijker te zetten: het kunstzinnige (niet toevallig vaak in naar boven drijvend in hun samenwerkingen met filmmaker Wim Wenders) vindt zijn veruitwendiging in Tryin' to throw your arms around the world en Until the end of the world. One is een ballad zoals de band ze nog niet gemaakt had en weet de juiste snaar te raken zonder de flinterdunne grens met kitsch of pathetiek te overschrijden. Johnny Cash mag er dan al een geheel eigenwijze cover van gemaakt hebben (en iedereen die me kent, weet hoezeer ik van de American recordings van Cash hou), het origineel blijft onovertroffen. Het zijn misschien wel de minder bekende songs van deze plaat die nog het best bewijzen waarom U2 hier op zijn hoogtepunt is. Ultra violet (Light my way) drijft alweer op de gitaar van The Edge en je hoort dat iemand (Lanois) erin geslaagd is de band aan de leiband te houden en de energie te focussen: beter zeer gericht dan wild om zich heen slaand zoals in de voorafgaande jaren. Acrobat is gewoon een steengoed nummer tjokvol details die gemakkelijk over het hoofd gezien worden en Love is blindness heeft dan wel niet de instant-klik die One wel had, dit is misschien wel het mooiste en meest trieste nummer van de hele plaat. Achteraf gezien, gelet op de evolutie die U2 daarna nog doormaakte, is de breuk met het verleden nooit helemaal abrupt gebleken en verviel de band (en niet in het minst Bono) algauw weer in hetzelfde euvel waarin de groep opgegeten werd door het eigen imago. Ik gaf het daarnet al even aan: aanvankelijk leken de Ieren ermee weg te komen omdat ze ironie hadden ontdekt en als dekmantel gebruikten maar intussen is dat masker ook alweer afgevallen. De muzikale relevantie van het viertal is intussen uiteraard niet meer wat ze geweest is en een tour de force als de radicale geluidsswitch die ze maakten met Achtung baby kan je slechts uitzonderlijk eens met succes uitvoeren. Al bij al is Radiohead er naar mijn oordeel beter in geslaagd zich écht heruit te vinden toen zij Kid A op de wereld loslieten en het experiment verderdreven op de platen die erna kwamen. Voor U2 was er een geleidelijke terugkeer waarin de elementen van Achtung baby weliswaar nooit meer volledig afgeschud werden maar evenmin kwam de band echt los van haar eigen verleden... Beluister hieronder het volledige album:
Dit singletje is al een tijdje uit, maar het heeft er een tijdje over gedaan om zich in mijn hoofd te nestelen. Intussen lijken Equal Idiots er hun vaste verblijfplaats ingericht te hebben, want het zit er honkvast. Wat een fantastische garagerock zeg... Je kan dit nummer hier kopen of streamen. Lyrics: [Intro] Waking up and waking up I gotta, gotta go I don't give shit, man don't know what to know Why I'm gonna cut you up and take it all around Drive in axe for payment and I'll make another sound
P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put
[Verse 1] I ain't seen a rat but I don't know what I see And all the creepy kids at school, they wanna be like me I'm gonna lock his bones in a cellar far away Crooked tongue and burning lips You don't know what to say
P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put
[Verse 2] Lecter gives a call and he asks me if I know How to eat some guts on a television show I don't want to see another man at the corner of the street With a spoonful of brains and cash [Chorus] Now I want to eat the liver Making everyone I know That when I look into the mirror I'm not the man who's lost it all
[Bridge] I don't wanna see another man aside of me (I don't wanna see aenother man aside of me) Frying all the meat of a second century[?] (Frying all the meat of a second century)
[Chorus] [x2]
[Bridge 2: Instrumental] P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground
[Outro] P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-Put my head in the ground P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P-P Uh!
Metal Molly, Sukilove, Broken Glass Heroes en Black Cassette: het zijn de groepen waarin Pascal Deweze al speelde. Nu brengt hij een eerste soloplaat uit: Cult of yes. Die begint fascinerend met wat een muzikale spielerei lijkt (EP10). Het instrumentale nummer herhaalt een motiefje dat het midden houdt tussen lounge en vrolijke psychedelische pop. Het vormt ook de aanloop naar het rustige Beautiful Penelope, waarin opnieuw een muzikaal motiefje als een rode draad doorheen loopt. Die muzikale motiefjes zijn vaak verrassend, bijwijlen exotisch en staan altijd buiten de tijd. Het is alsof je luistert naar een plaat vol samples die ze vroeger in Music Mania in de bak "Bizarre muziek" zouden geplaatst hebben. Het zijn riedeltjes die je verwacht op obscure soundtracks voor B-films uit de jaren zeventig. Het zijn, kortom, geniale vondsten waarop Pascal Deweze met zijn ongebreidelde muzikale fantasie op losgelaten wordt en dat leidt tot popsongs met een hoek af. De 44-jarige Deweze is verworden tot een verborgen parel, wat gezien zijn staat van dienst nogal oneerbiedig en hoogst onverdiend lijkt. Hitparademateriaal levert hij hier niet af en ik vrees dat ook Studio Brussel 's mans plaat links zal laten liggen omdat ze niet goed in een hokje past. De beste manier dus om deze muziek te ontdekken, naast de plaat aanschaffen, is een concert bijwonen en u helemaal laten overtuigen door het universum dat hij schept. Je kan Pascal Deweze live aan het werk zien op volgende plaatsen:
Shine a light - Shabazz Palaces featuring Thadillac
Shabazz Palaces tekende met Lese majesty voor het op één na beste album van 2014 en binnenkort brengen ze eindelijk een opvolger uit. Quazars: born on a gangster star belooft speciaal te worden: het vertelt het verhaal van een buitenaardse gangster die onze planeet bezoekt. Shine a light is de eerste single eruit en bevat die heerlijk herkenbare vocale lijnen van Ishmael Butler op een bedje van de heerlijkste, meest relaxed samples die Tendai ‘Baba’ Maraire bij elkaar raapte.
[Hook:] Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all
[Verse:] Street profit Sweets geeked off it Seek profit Cook styles eat off it Think unique, tyres squeak, jewels blink Defy critique, high peaks, comped suites She said I'm too deep, then she fell asleep How that llama repeat sounds hella sweet Gorgeous dashing Waves crashing, mind elastics Smooth action The Cadillacs was backed in (Why?) You may need to get in the trunk or in the wind (Fast) Lost friends Floss for them gloss gems Often it's thought that i'm lost in Weighing out what this chance takings costing Sliding cornered by more law enforcements Feeling like i'm riding with The Four Horsemen
[Hook:] Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all Shine a light on the fake This way my peeps can have it all
[Outro:] Shout out my pops Big Reg Love you baby Shout out all the old heads As time whispers in your ear Know we love you baby
Wanneer de commerciële hoogdagen van een artiest al lang voorbij zijn, gebeurt het wel eens dat hij op een vrijere manier platen kan blijven maken waarvan de kwaliteit keer op keer hoog is zonder dat veel mensen er erg in hebben. Dat lijkt ook het geval te zijn voor Garland Jeffreys, die natuurlijk een heel grote hit scoorde ooit met Matador en begin jaren negentig even wat meer aandacht kreeg met het album Don't call me buckwheat, waarop fijne singles als Hail hail rock 'n roll en The answer stonden. Naar het schijnt zijn de meest recente platen van de man weer heel erg de moeite en nu verscheen net 14 steps to Harlem dat al het goede dat ik over Jeffreys las, bevestigt. Drie kwartier lang brengt hij met pretentieloze muziek die met zorg ingespeeld werd een soms heel persoonlijk verhaal. Zo vertelt de titelsong over het harde leven van de vorige generatie(s). Maar ook wie zich niet verdiept in de teksten, komt ruimschoots aan zijn trekken. Venus drijft op een lekker ritme en zalig gitaarwerk, When you call my name verdient een hitnotering, klinkt ook lekker retro jaren negentig pop en het folkriedeltje dat met een accordeon Spanish heart kaapt refereert vluchtig en schijnbaar nonchalant aan cajun en zydeco. Waiting for the man is één van de meest interessante covers van The Velvet Underground die ik ken. Dat racisme als thema ook sinds 1992 niet aan actualiteit ingeboet heeft, blijkt uit Colored boy said. Bluesrock van de bovenste plank hoor ik in Schoolyard blues. De New Yorkse muzikant wordt volgende maand 74 (!) jaar en met dit album bewijst hij dat hij zijn plaats in de galerij der groten nog elke dag verdient. Je kan het volledige album hieronder beluisteren: