28 februari 2013

Capsule


Het Antwerpse Capsule is met Chronisch niet aan zijn proefstuk toe. Toch bleven ze tot nog toe een goed bewaard geheim. Wie kickt op getoonzette gekte, mag deze band echter niet uit het oog verliezen. De invloeden die we op deze plaat horen, zijn zelden Belgisch, en zo overstijgt Capsule de landsgrenzen met gemak.
De befaamde “ten seconds of techno” van het Gentse collectief CirQ/Bataclan lijken opgeslorpt in het door een saxofoon erg warme Strada, en wat Grimes aan plakwerk verricht met de moderne digitale technieken, lijkt Capsule op analoge wijze te verwezenlijken in Waiting. No beatnik drijft op synthesizers die weggelopen zijn bij Erasure om zich te verloven met de bongo die Mano Negra ooit bezong. Gesamplede stemmen uit oude films zitten verweven in Universe polka, nadat we al eerder een voorsmaakje kregen in de openingsseconden van dit album. Ramschlager is, niet in het minst door het gehanteerde Duits, wat Vive La Fête zou maken indien Danny Mommens enkel nog platen van Stereototal beluisterde. En mocht Think Of One zich echt eens helemaal laten gaan, zouden ze waarschijnlijk uitkomen bij Candide. Banshee werd besprenkeld met een vleugje Parliament. Zelfs op het eerste gehoor “normale” songs als Refugee en Ghost blijven niet gespaard van de drang uit de band te springen.
Het hele album vertoont daardoor evenveel samenhang als de inhoud van een knipselmap van een tiener die alles spaart waar het lettertype Arial voor gebruikt werd, al hebben we niet het gevoel dat ze daar bij Capsule erg mee inzitten. Het resultaat is zo vreemd, zo bijzonder én tegelijk zo verleidelijk, dat wij dit plaatje nog vaak, vermoedelijk vooral in de vroege uurtjes, aan onze platenspeler zullen toevertrouwen.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Het album bestellen kan hier, en wie wil, kan hieronder al eens proeven:

27 februari 2013

Hear, hear! (a cheer)


Nog geen half uur heeft Hear, hear! (a cheer) nodig om ons te winnen voor zijn in de slaapkamer opgenomen liedjes op het debuutalbum For people who believe change is something they've lost in a couch. Onder die opmerkelijke naam immers biedt Thomas Verheyen op zijn langspeeldebuut een inkijk in de muziek die hij sinds 2009 maakt. Er was al een EP’tje, en met ruim 26 minuten is dit album ook niet erg groots opgezet, zo lijkt het.
Wie er snel bij is, kan één van de 200 CD’s of één van de 200 LP’s kopen, en de rest zal het moeten stellen met de digitale versie. Het artwork van Ben Gijsmans, dat je kan bewonderen op de website, is alvast erg uitnodigend. Is de muziek dat ook?
Hear, Hear! (A Cheer) klinkt vooral erg sympathiek. De 8 songs klinken niet hemelbestormend, noch uitzonderlijk of ingenieus. Wél vormen ze een aangenaam tijdverdrijf voor wie zich in zijn zetel wil ploffen en eventjes alle miserie wil vergeten. Met zetels heeft dit project wel iets: ze hielden een wedstrijd waarbij je een mini-concert in je eigen zetel kon winnen. Elk nummer op deze plaat heeft genoeg kleine toetsen meegekregen om zich van de andere te onderscheiden.
Het meest zijn we te spreken over Little bits (little nips), een ietwat ondeugend klinkend lo-fi pareltje dat opkijkt naar Sebadoh, en van Stuck (inside a daydream). Daarin loert Daniel Johnston om de hoek, en krijgen we eerst de schrik van ons leven als het liedje ingezet lijkt te worden door een panfluit. For my love (if she were here) kan volstaan om het muurbloempje te verleiden, al zal het mooiste meisje van de klas iets meer verwachten eer ze op de avances ingaat. Lollipop is een pretentieloos popdeuntje dat baadt in The Folk Implosion op zijn simpelst.
Ambitieus is niet meteen een kenmerk dat we met Hear, Hear! (A Cheer) zullen associëren na dit erg korte debuutalbum. Thomas lijkt eerder onopgemerkt achtergebleven in de divan na een wild feestje, toen niemand nog echt oplette. Gelukkig blijkt hij een aangename gast.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Bestellen van het album kan hier. Hieronder kan je het alvast beluisteren:

24 februari 2013

JD Fox: a tribute to Spooner Oldham


Als JD Fox tourt Jan De Vos momenteel door Vlaamse huiskamers om zijn publiek te overtuigen van het muzikaal genie van Spooner Oldham. Oldham is niet meteen een bekende naam, maar wie zich verdiept in muziek komt vroeg of laat bij de man uit Alabama uit. Hij speelde mee op heel wat bekende nummers van onder meer de FAME studios. Bovendien schreef hij, al dan niet samen met Dan Penn, klassiekers als I'm your puppet en Cry like a baby
Ook wij zagen JD Fox in zo'n Oostvlaamse huiskamer, en ondanks de beperkingen van JD Fox als muzikant, slaagde hij erin met een combinatie van nummers die hij bracht op gitaar, banjo en mandoline, en een Powerpointpresentatie met het verhaal van Spooner Oldham en van de plaat die JD Fox opname met diens songs, ons inderdaad warm te maken voor Spooner Oldham.


Voor wie de muziek van Spooner Oldham en Dan Penn wil leren kennen, raden wij in ieder geval het live-album Moments from this theatre aan.

 

Lied van de week: week 8 - 2013

Heavy feet - Local Natives


Over het nieuwe album van Local Natives, Hummingbird, hoor en lees ik veel goeds. Deze single weet me alvast te bekoren...

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

Powder in your hair
Staples in your jeans
Fireworks in the water
You were holding
A styro-foam cup
Held between your teeth
Telling me how you're going to outlive your body

What you said I wrote it down, I wont say, I won't speak - the same

Maybe I know better than to read more from what's written

After everything, after everything.
Left in the sun, shivering.
After everything.
[ Lyrics from: http://www.lyricsty.com/local-natives-heavy-feet-lyrics.html ]
Gathering your stone
Talk to fill the space
Do you know where some soul was, when they were ---
The women that we see, to talk me out of everything

Careful what you say next, don't waste a scene, you're drunk
What you said I wrote it down, wont say, wont speak - the same

After everything, after everything.
Left in the sun, shivering.
After everything.

What you said I wrote it down, but wont say, wont speak - the same
Maybe I know better than to read more than what's there

After everything, after everything.
Left in the sun, shivering.
After everything.

23 februari 2013

Nijdrop concert: Adrian Crowley (voorprogramma: Imaginary Family)


Over de Ier Adrian Crowley is, sinds hij vorig jaar zijn zesde (!) album I see three birds flying uitbracht, niets dan goeds te horen en op Eurosonic wist hij Indiestyle ook live te overtuigen. Donderdagavond mocht hij het publiek in Opwijk voor zich winnen.


De Gentse Joanna Isselé, intussen stilaan bekendheid verwervend als Imaginary Family, opende de concertavond aanvankelijk helemaal alleen op gitaar met een song over de buurman en ééntje over een pinguïn. Daarna werd ze vervoegd door twee muzikanten en bleef ze lieftallige liedjes uitstrooien over ons. Jammer genoeg klinkt ze voorlopig nog iets te veel als andere vrouwelijke singer-songwriters en te weinig als een unieke stem, en laveren de songs tekstueel tussen spitse miniatuurtjes en halfzachte meisjesachtige mijmeringen. Afsluiter The bird watcher (dat ik vorig jaar in week 21 tot lied van de week koos) blijft nochtans veelbelovend.


We werden helemaal teruggeslingerd in de tijd toen Adrian Crowley zijn set speelde, naar zo’n twintig jaar geleden toen Luka Bloom en zijn gitaar op het veel te grote podium van Torhout-Werchter toch wisten te overtuigen. De Nijdrop is dan misschien wat minder indrukwekkend, toch bewees de Ier dat ook hij niet meer nodig heeft dan zijn instrument, zijn songs en zijn wat droge, zelfrelativerende humor om als een huis te staan.
Crowley is geen broekie meer, hij wordt dit jaar 45 en straalt maturiteit uit. Bovendien zijn de rustige nummers die hij brengt, hoewel allerminst een evident repertoire om krachtig over te komen, écht heel goed. De man uit Dublin koos vooral voor werk uit zijn meest recente album, speelde een cover van Squeeze bees (Ivor Cutler) alsof het evengoed een eigen compositie was en sprenkelde over dat alles heen een sausje van innemende praatjes, zelfrelativering en oprechte interesse in zijn toehoorders. “It only takes one person to ask that, and I say yes”, zo beantwoordde hij de vraag naar bissen. En we kregen nog drie toegiften die perfect dezelfde lijn voortzetten.
Wie erbij was, mag zich gelukkig prijzen. Zelden krijg je dit soort zuivere muzikale ervaringen voorgeschoteld, zonder veel poespas, de pure essentie van muziek.

Setlist Adrian Crowley:
1. From Champions Avenue To Misery Hill
2. Alice Among The Pines
3. Fortune Teller Song
4. At The Starlight Hotel
5. The Beekeeper’s Wife
6. Juliet, I’m In Flames
7. Squeeze Bees (Ivor Cutler cover)
8. The Hungry Grass
9. Smithereens (nieuw nummer)
10. September Wine
—————————————————————————
11. Long Distance Swimmer
12. Walk On Part
13. Photographing Lightning Strikes


Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

17 februari 2013

De Zwerver concert: Howe Gelb + Flying Horseman


Wanneer je een man als Howe Gelb, die al talloze albums maakte met zijn groepen, nevenprojecten en als solo-artiest, wil introduceren bij je vrienden, kies je meestal één representatief album waarmee ze kunnen beginnen. In het geval van deze Amerikaan echter is het raadzamer, zo leerden we zaterdagavond, om je kameraden aan te raden eens naar een optreden te gaan voor een staalkaart van zijn kunnen.


Ook na meerdere keren blijft het indrukwekkend hoe Flying Horseman solo erin slaagt helemaal in zijn eentje te klinken als een stevig rockende band. Eén gitaar, één stem en wat effectpedalen: meer heeft Bert Dockx niet nodig om dat ijzersterk staaltje op te voeren. Alleen al met eigen songs als Back where I started, America is dead en Road, waarin hij helemaal loos gaat, groeit hij uit tot het soort voorprogramma dat stilaan de hoofdact dreigt te overschaduwen. Afgesloten werd er met een nieuwe song (City) en covers van Nick Drake (Black eyed dog) en Joy Division (Shadowplay).
Hoewel Howe Gelb kan kiezen uit een ruime back catalogue van zijn solo-albums en platen met Giant Sand, OP8 en The Band Of Blacky Ranchette, kwamen de meeste songs uit de vorig jaar uitgebrachte LP Tucson die hij maakte met Giant Giant Sand (een uitbreiding van zijn band, zeg maar). Opvallend is dat de Amerikaan, gehuld in een kloffie waarmee hij uit zijn werkplaats lijkt te komen (met pet en al), zo nonchalant staat te spelen en zo geïmproviseerd lijkt te werk te gaan, dat je je afvraagt of hij ons in de maling neemt en slechts een spelletje speelt. Binnen eenzelfde nummer wisselt hij voortdurend tussen beheerst en vakkundig gitaarspel en schijnbaar gepingel, waarbij hij ter plekke uitprobeert welke klanken hij kan produceren, zoals een kind dat een gitaar toegestopt krijgt. In Robes of bible black beleeft hij zichtbaar plezier aan het indrukken van een effectpedaal waardoor alle tonen ineens heel hoog klinken en wat speelgoedgitaarachtig. Tussen de songs in vertelt hij maar wat, maakt grapjes, leidt ze in met “this is a song I wrote in 1975” of “let’s see, do I have a song from the eighties?”. Zijn setlist ontstaat ter plekke, althans die indruk wil hij ons geven. Want eigenlijk weten we nog steeds niet of we hem nu moeten geloven of niet.


Howe Gelb wisselt de gitaarsongs af met liedjes op de piano, zoals Chunck of coal. De piano ziet eruit als een oud, bruin salooninstrument en hij speelt er een medley van geheel eigen bewerkingen van House of the rising sun, All along the watchtower en Riders on the storm. De nieuwe nummers, die een meerderheid uitmaken van de set, weten het publiek te bekoren. Op het einde van zijn set, zogezegd omdat hij ervan uitgaat dat we na een uur zijn stem beu zijn, haalt hij er de Nederlandse Carice Van Houten bij. De actrice heeft vorig jaar haar debuutalbum uitgebracht (See you on the ice), waaraan Howe Gelb een niet onbelangrijke bijdrage leverde. Zo eindigen ze de show met haar nummer Particle of light, dat Gelb voor haar schreef. Toen hadden we al een duetversie gekregen van diens eigen Not the end of the world en een ontwapenend mooie cover van In spite of ourselves (van John Prine en Iris DeMent).


Ook in de bisronde haalt Howe Gelb er Carice nog even bij, en terwijl hij op de piano haar aan het lachen brengt, zingt ze het overbekende Moon river van Andy Williams. Het publiek wordt achtergelaten met het gevoel een werkelijk bijzonder en eenmalig concert te hebben meegemaakt, rommelig en geïmproviseerd, vol humor. En het blijft ook achter met de vraag of dit niet allemaal gespeeld was…

Setlist Howe Gelb:
  1. ???
  2. ???
  3. Robes of bible black
  4. Where the wind turns skin to leather
  5. Chunck of coal
  6. Medley: House of the rising sun/All along the watchtower/Riders on the storm
  7. Undiscovered country
  8. Plane of existence
  9. Lost love
  10. We don't play tonight
  11. Ride the rail
  12. Bottom line man
  13. Not the end of the world (met Carica Van Houten)
  14. In spite of ourselves (cover John Prine en Iris DeMent; met Carica Van Houten)
  15. Particle of light (met Carice Van Houten)
 Bis:
  1. Wind blow waltz
  2. Moon river (cover Andy Williams; met Carice Van Houten)
 
Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Lied van de week: week 7 - 2013

Peach blossom - Eels


 
E van Eels lijkt verliefd. Uit het prachtige album Wonderful, glorious komt deze single, die klinkt alsof de liefde toegeslaan heeft en de band helemaal vrolijk maakt. Tot en met het gitaareffect straalt diezelfde vreugde uit, en het gestoei tussen E en de vrouw in de clip zit tjokvol vlinders-in-de-buik. Het maakt me nieuwsgierig: heeft E echt de liefde gevonden? Is de vrouw in de clip zijn vlam? Wie is ze toch? Allemaal vragen waarop het antwoord wellicht makkelijk te vinden is op het internet, maar ik verkies het mysterie intact te houden en ze onbeantwoord te laten...

Je kan het nieuwe album Wonderful, glorious hier kopen. Hieronder kan je al 2 nummers (Peach blossom en New alphabet) beluisteren:



Lyrics:

Oh man, feel so nice
That was a long cold night
But then the sun came out to thaw the ice
Open the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold
Oh look at her, she’s got something to say
and I cant wait to hear it
Won’t let her get away

 
Open the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold
Oh yeah, oh my goodness
You gonna love what’s happening in here
There ain’t nothing for me to fear

 
Open the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold
Open the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold

 
Open the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold
Oṗen the window man to smell the peach blossom,
The tiger lily, the merrygold

10 februari 2013

Lied van de week: week 6 - 2013

Jubilee Street - Nick Cave & The Bad Seeds


Het is al de tweede keer dit jaar dat Nick Cave de titel van "lied van de week" weg weet te kapen. Dat belooft veel goeds voor zijn nieuwe album, dat nu dra in mijn brievenbus zal vallen. Ik ben er erg benieuwd naar. Wat ik er al over hoorde, suggereert dat het een rustige plaat wordt met veel ballads. Je kan de plaat al beluisteren op Luisterpaal, maar aangezien ik al een pre-order plaatste, wil ik de eerste beluistering echt pas doen met het fysieke album, en ik ga nog niet vooraf luisteren. Maar niets houdt u tegen natuurlijk...

Je kan het album Push the sky away hier bestellen.

Lyrics:

On Jubilee street there was a girl named Bee
She had a history, but no past
When they shut her down the Russians moved in
Now I am too scared to even walk on past


She used to say:
All those good people down on Jubilee Street
They ought to practice what they preach
Here they are to practice what they preach
Those good people on Jubilee Street
And here I come up the hill
I’m pushing my own wheel of love
I got love in my tummy and a tiny little pain
And a ten ton catastrophe on a 60 pound chain
And I’m pushing my wheel of love on Jubilee Streets
I look at them now


The problem was she had a little black book
And my name was written on every page
Well a girl’s gotta make ends meet
Even down Jubilee Street
I was out of place and time, and over the hill, and out of my mind
On Jubilee Street
I ought to ṗractice what I preach
These days I go downtown in my tie and tails
I got a foetus on the leash


I am alone now, I am beyond recriminations
Curtains are shut, the furniture is gone
I’m transforming, I’m vibrating, I’m glowing
I’m flying, look at me
I’m flying, look at me now

Nijdrop concert: Maya's Moving Castle


We vroegen ons bij het concert van Maya’s Moving Castle in Nijdrop vrijdagavond af wat de zin en de rol van een voorprogramma zijn. Het viertal stapte immers “koud” het podium op, in een zaal waarin nog geen live-noot weerklonken had die avond. Voorprogramma’s heten het publiek op te warmen, in de sfeer te brengen en zijn vaak een toetssteen waartegen de headliner er nog beter uitkomt. Is het dan een nadeel om als enige band op te treden of benadruk je dat het om jou gaat en om niemand anders als een opener achterwege gebleven is?
De vragen bleven eigenlijk onbeantwoord, maar de set van Maya’s Moving Castle bevatte genoeg echt goeie momenten om alvast niet te hoeven rouwen om wat niet was. De groep rond Ann-Sophie oftewel Maya stelde hun debuutalbum (dat we hier bespraken) voor en liet live horen dat de sprookjesachtige toetsen én de jaren ’80 sound die we in enkele nummers daarop horen, nog meer aangezet kunnen worden en de songs zo meer volume krijgen. We bedoelen daar niet de geluidssterkte mee, wél het effect dat sommige shampoos en conditioners beweren te hebben op weelderige vrouwenkapsels.
Maya zelf toonde zich overigens bedreven in meer dan enkel zang: ze speelde cello, toetsen en marxofoon. Dat laatste instrument is een klein snaarinstrument waarop met hamertjes gespeeld wordt, en dat in sterke mate bijdraagt aan de feeërieke melodieën, zoals we onder meer mochten ervaren in Pedestrians. We hadden dan net de goeie opener Pelleas & Mélisande achter de rug. De eerste single, Next life, zat al vroeg in de set en klonk in deze uitvoering eigenlijk iets minder overtuigend dan op plaat. Het blijft natuurlijk wel een goed nummer.
Hoogtepunten in de set waren echter eerder At the stars, Feed me dat helemaal rockte, nieuwe single War en de krachtig gezongen afsluiter Alas my love, dat op een vette beat van drummer Simon gezet werd. Net een tikkeltje minder goed was overigens het rustige Sky's blue waarop Maya wel heel dicht in de buurt komt van Emily Jane White, wellicht door de combinatie van cello en haar betoverende stem.
Eén nieuw nummer werd de set ingesmokkeld, waarin de synths van bij aanvang een prominente rol opeisten. De titel ervan kennen we niet. Dat het een goed popnummer is dat perfect past tussen wat Maya’s Moving Castle te bieden heeft op het debuut, kunnen we je daarentegen wel meegeven.


Setlist:
 

1. Pelleas & Mélisande
2. Pedestrians
3. At the stars
4. Next life
5. Sky’s blue
6. 80’s dream
7. Feed me
8. War
9. Shower
10. nieuw nummer
11. Alas my love


Je kan dit verslag ook hier lezen op Indiestyle.

05 februari 2013

Reiziger


Nadat Peter Cremers met een vertrouwenwekkende stem de plaat inleidt, start KodiaK Station van Reiziger met groezelige gitaren, als het veegste van Nirvana toen die zich op In utero afzetten tegen het commerciële succes dat hen te beurt was gevallen. Peter Cremers ken je overigens als de stem van heel wat documentaires op Canvas, wat de keuze voor diens bijdrage in feite logisch maakt. Déze man geloof je meteen.
Rond de eeuwwisseling, van 1997 tot 2001, bracht de band uit Limburg al enkele platen uit, waaronder het meest opgemerkte My favourite everything. Daarna hielden de leden zich met andere dingen bezig, zoals Confuse The Cat. En nu, 12 jaar na hun laatste gezamenlijk wapenfeit, is er dus dit 7 nummers tellend, nog geen half uur durend schijfje.
Wellicht wil je graag meteen weten waar je aan toe bent, en waar je Reiziger kan situeren. Stel je een samenwerking voor van Nirvana en Sonic Youth, die songs spelen geschreven door Pavement, en je komt al aardig in de buurt. De 7 liederen klinken rommelig als op de beste lo-fi platen uit onze collectie en de gitaren worden gemarteld, over de knie gelegd, aan stukken gespeeld (althans, zo stellen wij ons dat voor) en voor alle zekerheid nog eens aan gruzelementen geslagen tegen het drumstel.
Een zwarte zee en een rotsige kustlijn die halvelings aan het zicht onttrokken wordt door stormwolken sieren de hoes. De dreiging die hiervan uitgaat is niet altijd even krachtdadig aanwezig in de muziek. Bended trees bijvoorbeeld klinkt als een lichtpuntje tussen nummers die we onmogelijkheid kunnen verwijten de vrolijke Hans uit te hangen. De achtergrondzang contrasteert mooi met de ruwe gitaarsolo’s. Shy reptile vist uitzonderlijk niet overduidelijk in de grungevijver en neemt rustig de tijd zich te ontwikkelen. Na iets meer dan 8 minuten zijn we heen en weer geslingerd tussen noise en singer-songwriterschap, met een hoofdrol voor de piano. Laat hier Carol Van Dyck meezingen, en het past perfect op Palomine van Bettie Serveert. Grizzly people is dan weer een schoolvoorbeeld van hoe we de band portretteerden: Soundgarden opent de debatten, Pavement valt in en de lange outro zou heel mooi kunnen werken als concertafsluiter. Dat één band hiertoe in staat is, zegt veel over de aanwezige kwaliteiten.
Met KodiaK Station is Reiziger in ieder geval helemaal terug. Het kortgehouden album, we zouden het ook een lang uitgesponnen ep kunnen noemen, smaakt vooral naar meer. Het maakt ons hongerig en dorstig, werpt ons tegelijk terug in de tijd en opent vooruitzichten van geweldige concerten, kort en krachtig, die we mogen verwachten. Het startschot werd alvast gegeven in Hasselt.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Beluister hier alvast het album:


Tosca


In elke zichzelf respecterende platenkast vind je naar onze bescheiden mening een exemplaar van The K&D sessions, een verzameling remixes gemaakt door Kruder & Dorfmeister. Minder bekend is wellicht dat de helft van dat producersduo, meer bepaald Richard Dorfmeister, sinds 1997 samen met Rupert Huber albums uitbrengt als Tosca.
De nieuwste worp van de Oostenrijkers heet Odeon. Wie enigszins vertrouwd is met de platen waaraan Dorfmeister al meewerkte, weet dat hij een soort lounge mag verwachten, laidback triphop en downtempo chillout. Al die termen verwijzen naar het soort deuntjes waar je van geniet met een cocktail in de hand, drijvend op een luchtmatras in je eigen zwembad, bij voorkeur als het buiten donker maar warm is. Hippe, verstandige vrouwen praten intussen met je over kunst, architectuur en design, en natuurlijk heb je behangpapier met jaren ’50-motiefjes, Eames meubilair en Bang & Olufsen afspeelapparatuur in dat plaatje. Het blik clichés is daarmee inderdaad opengetrokken, doch het beeld zal nu wel duidelijk zijn.
Odeon voldoet aan de verwachtingen die bij dat clichébeeldje passen dat we net schetsten. Dat is voor sommigen wellicht genoeg om dit aan hen voorbij te laten gaan. Daarmee laten ze een kans liggen om deze meesters in hun genre te proeven. Dit album is een goede staalkaart van hun kunnen. De muziek is nooit opdringerig en neigt soms naar David Sylvian, bijvoorbeeld in Cavallo. Je kan je voorstellen dat dit in een wachtzaal kan gebruikt worden zonder al te veel mensen voor het hoofd te stoten.
Die kwaliteiten zijn echter tegelijk ook de zwaktes van dit plaatje. Beklijven doet Tosca niet, en de nummers lijken onderling erg inwisselbaar. We kunnen het duo niet op een slechte song betrappen, dat is waar. Aan de andere kant moeten we ook toegeven dat geen van de 10 liedjes blijft hangen. Daardoor reduceert Odeon zichzelf toch tot weliswaar van goede smaak getuigend behang. Eerlijk gezegd: Dorfmeister bewees met de The K&D sessions dat hij tot beter in staat is.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

04 februari 2013

Aankondiging Ongeletterd Concert: I Do I Do + Everyman

Op zaterdag 16 februari spelen I Do I Do en Everyman een gratis Ongeletterd (dubbel)Concert in mijn huiskamer. 


I Do I Do is het project van Stefaan Decroose, die zijn derde album uitbrengt op cassette (en in digitale vorm). "Then" is de logische evolutie na de vorige albums "None" (toen nog met groep) en "More light" en verraadt de voorliefde van Decroos voor de gitaarmuziek van John Fahey. De (soms zwaar bewerkte) gitaargeluiden dragen meer dan voorheen de songs, nu hij ervoor gekozen heeft zang helemaal achterwege te laten. Wat dat oplevert, kan u lezen in deze beide recensies:

http://deongeletterdewanhoop.blogspot.be/2013/01/i-do-i-do.html
http://www.snoozecontrol.be/index.php/reviews/16-binnenlandse-reviews/1355-i-do-i-do-then
 



Everyman is de groep rond Vincent Neyt, die al eerder in diverse groepen (waaronder The Catatonics) meespeelde en vorig jaar zijn debuutalbum uitbracht. "Songs about ninjas" is een prachtige plaat, waarover u hier (http://deongeletterdewanhoop.blogspot.be/2012/11/everyman.html) meer kan lezen. De groep speelt in een driemansbezetting met gitaar, synthesizer en drum.

Meer lezen over deze artiesten:

Website I Do I Do: http://i-do-i-do.be/
Website Everyman: http://www.everyman.be/
Interview Everyman: http://deongeletterdewanhoop.blogspot.be/2012/11/interview-everyman.html
Interview met Stefaan Decroos over zijn 10 invloedrijkste platen: http://deongeletterdewanhoop.blogspot.be/2011/11/10-platen-die-zijn-leven-beinvloedden.html


Praktisch: wie er graag bij wil zijn, kan reserveren via svenvolckerijck (at) hotmail (dot) com. Het concert is gratis, er wordt wel een vrije bijdrage gevraagd voor de artiesten. Meer info vind je ook hier. Uiteraard mag je het nieuws verspreiden en zelf ook mensen uitnodigen en mag je voor meerdere mensen reserveren... Wie reserveert, krijgt ook de exacte locatie doorgemaild.

03 februari 2013

Lied van de week : week 5 - 2013

Nothing arrived - Villagers


 
Wat ik van het nieuwe album, {Awayland}, van Villagers vind, kon je hier al lezen. Single Nothing arrived benoemde ik toen al als aanstekelijker dan de griep. Daar heb ik weinig aan toe te voegen...

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

Savanna scatters and the seabird sings
So why should we fear what travel brings?
What were we hoping to get out of this?
Some kind of momentary bliss?


I waited for something, and something died
So I waited for nothing, and nothing arrived
It's our dearest ally, it's our closest friend
It's our darkest blackout, it's our final end
My dear sweet nothing, let's start anew
From here all in is just me and you


I waited for something and something died
So I waited for nothing, and nothing arrived
Well I guess it's over, I guess it's begun
It's a losers' table, but we've already won
It's a funny battle, it's a constant game
I guess I was busy when nothing came


I guess I was busy (when nothing arrived)
I guess I was busy (when nothing arrived)
I guess I was busy (when nothing arrived)
I guess I was busy (when nothing arrived)
I guess I was busy (when nothing arrived)


I waited for something and something died
So I waited for nothing, and nothing arrived
I waited for something and something died
So I waited for nothing, and nothing arrived

AB concert: Conor Oberst


Wanneer de AB alle zetels en stoelen bovenhaalt, weet je dat het een avond wordt waarop aandachtig luisteren de boodschap is. De komst van Conor Oberst naar een overigens uitverkochte zaal was daar niet vreemd aan. De man vertelt verhalen in zijn songs, die een attent oor verdienen.


Openen mocht Simone Felice. Geen vrouw zoals je zou verwachten op basis van de schrijfwijze van de voornaam, maar een folkie in een flanellen houthakkershemd. Erg opmerkelijk zijn de liedjes van deze man niet, een goede coverkeuze moet ik hem wél nageven. Zo startte hij met Wish you were here van Pink Floyd en eindigde hij zijn set met I shall be released van Bob Dylan. Het was al de tweede keer in amper vier dagen dat ik hier een cover van hoorde, al van die door Equinox, The Peacekeeper geslaagder... Tussenin kregen we zijn eigen materiaal, met een obligate song over verliefd worden op een heroïnehoertje doch ook een rake observatie over het voorpaginanieuws in de New York Times, met een prachtig beeld van 9/11. Felice werd voor de meeste liedjes bijgestaan door Samantha Stone, die viool speelde en erg mooi zong en met haar samenzang de set een extraatje verleende.




Conor Oberst heeft een erg markante en herkenbare manier van zingen, die op plaat al wat aanleunt bij vertellen, en live komt dat nog veel sterker naar voren. Daarmee zet hij een mooie traditie voort die over troubadours bij folkartiesten uitkomt. Wie aandachtig luistert, hoort in zijn nummers ook de verhalen, die met detail én humor gebracht worden. Oberst kan intussen putten een rijk repertoire en een heel diverse back catalogue en dat deed hij woensdagavond ook. Solowerk werd afgewisseld met Bright Eyes-songs (vroeg in de set zat al een erg mooi First day of my life) en materiaal dat hij schreef met Monsters Of Folk, een soort supergroep met onder meer Jim James van My Morning Jacket en M. Ward


Aanvankelijk verliep de interactie met het publiek wat voorspelbaar met clichématige onderwerpen als hoe mooi Brussel is en hoe blij hij was hier te zijn. Gaandeweg hanteerde Conor Oberst meer en meer een soort droge humor. Zo kondigde hij White shoes aan als een lied over een vrouw met superkrachten: ze kon hem allerlei dingen laten doen die hij normaal gezien nooit zou doen. Of hij vertelde een heel verhaal over hoe ze normaal met een hele band een fabuleuze show opzetten met achtergronddanseressen en acts aan een kabel waardoor hijzelf boven het publiek vliegt. Wanneer de reguliere set afgesloten werd met Laura Laurent dook Oberst met micro in het publiek en gaf deze aan een enthousiast meezingende jongeman, die zo de avond van zijn leven beleefde, waarna hij zelf aan de piano ging zitten en een duet zong met de dolgelukkige fan.
Oberst werd bijgestaan door 1 multi-instrumentalist én de ravissante Samantha Stone die we al in het voorprogramma zagen opdraven, en tijdens de bisronde kwam ook Simone Felice meezingen in Make war. Conor eindigde solo en bijzonder gedreven met een versie van Waste of paint die zo doorleefd klonk en zo opzwepend en gedreven gebracht werd, dat het nummer een fenomenale apotheose vormde voor een optreden dat gaandeweg almaar beter werd.

Deze recensie is (in licht gewijzigde vorm) ook hier te lezen op Indiestyle.

02 februari 2013

Regenboog


Ik begin stilaan te denken dat een vriend van me gelijk heeft wanneer hij stelt dat er een strategie achter zit bij de N-VA om vrijwel dagelijks de aandacht te vangen middels uitspraken, voorstellen en af en toe zelfs daden die behoorlijk wat stof doen opwaaien en leiden tot polemieken op sociale media en in de reguliere media. Persoonlijk begin ik me er zelfs een idee van te vormen welke vorm die strategie aanneemt. 
Ten eerste zorgt de partij er zo voor dat ze steeds in het centrum van de aandacht blijft. Het lijkt zelfs afgesproken spel, want nu eens is het deze dan weer gene mandataris die de aandacht op zich (en de partij) vestigt, het hoeft immers niet altijd en alleen de voorzitter te zijn. Ten tweede zoekt men acties en uitspraken die behoorlijk gewaagd en rebels lijken, en die daadkracht uitstralen en de wil zich niet te laten muilkorven door "politiek correct denken". In wezen gaat het vaak om zaken in de marge, want stadsdichters en statieportretten kunnen we toch bezwaarlijk belangrijke maatschappelijke problemen noemen. Ten derde zoek je als doelwit nét die groepen die maatschappelijk minstens met argwaan bekeken worden. Bevolkingsgroepen waarover velen misschien niet luidop durven zeggen dat ze die wantrouwen, haten of verafschuwen en waarvan het dan deugd doet dat "iemand durft zeggen wat velen denken", dat zijn doelwitten waarme je makkelijk kan scoren. Want allochtonen in BMW's, dichters (en kunstenaars in het algemeen), het koningshuis, intellectuelen, homo's,...: populair zijn ze niet! En ten vierde kleed je het geheel in met pseudo-wetenschappelijke prietpraat (het wetenschappelijk onderzoek dat het verband tussen criminaliteit en hiphop moest "bewijzen", bewees dat helemaal niet, is niet onomstreden en komt tot genuanceerder conclusies, maar ja, iedereen leest wel dat eruit "geciteerd" wordt, maar niemand leest het onderzoek zelf natuurlijk) of moeilijke woorden (obediëntie is een woord dat absoluut niets komt doen in argumentatie, maar wie kent dat woord? Het klinkt alvast alsof Bart De Wever zich nog vriendelijk uitdrukt over iets wat toch wel niet pluis moet zijn...)
Je zou bewondering kunnen hebben voor zoveel vernuft en strategisch denken, want als geen ander verstaan ze de kunst de media te bespelen en kennen ze de trucs van de perceptie zo goed, dat ze die helemaal naar hun hand zetten. Maar ik sidder wel voor wat achter die strategie schuilgaat.
Want subtiel (of volgens sommige vast niet eens subtiel) verspreidt de N-VA een sluipend gif waarin middels insinuaties en populistische maatregelen en uitspraken (en ik durf het woord populistisch zeker in de mond te nemen, want dit zijn schoolvoorbeelden daarvan!) die kwetsbare, want onpopulaire groepen (reken er ook maar "de linkse kerk", de Walen, de werklozen, de gevangenen,... bij) in een nog slechter daglicht geplaatst worden. Neem nu de uitspraak van vandaag (over de regenboog-T-shirts): homoseksualiteit verstoort dus klaarblijkelijk de neutraliteit (maar de tegenhanger heteroseksualiteit is wél neutraal?) van een overheid, en blijkbaar is er toch iets mis met die homo's (ze hebben een obediëntie, wat dat ook moge zijn...). Ik hoor Bart De Wever niets zeggen over loketbediende Mia die een kettingske draagt met de naam van haar lief Bart en een hartje, waarmee ze nochtans ook heel duidelijk haar geaardheid bekend maakt...
Nog verontrustender is dat deze stigmatiseringen maskeren wat de partij wél fundamenteel aan beleid voert (of waar ze dat nét niet doet). Want terwijl al deze stokebrandjes-in-de-marge heel veel aandacht aanzuigen, komen we vreemd genoeg amper iets te weten over het economisch beleid waar de partij voor staat, over hoe ze de onafhankelijkheid van Vlaanderen denken te zullen waarmaken (en wat ze met Brussel gaan doen, en dan bedoel ik hun échte plannen, niet de oneliners die we daarover hooguit te horen krijgen...), hoe ze echte maatschappelijke problemen op een realistische manier en middels overleg (want tot nader order beslis je in dit zelden iets met een absolute meerderheid, maar moet je compromissen sluiten met je coalitiepartners) gaan oplossen... En we wachten nog steeds op antwoorden op de pertinente vragen die de Vooruitgroep stelde.
De media spelen een verpletterende rol: niemand durft écht kritisch te zijn en dié vragen te stellen die ertoe doen of die ontmaskeren hoe hol en inhoudsloos sommige uitspraken zijn (Waarom vraagt de Corelio-journalist niet wat De Wever bedoelt met obediëntie? Als hij zijn lezers een beetje kent -en dat zouden we toch wel mogen veronderstellen, niet?- weet hij maar al te goed dat die dat niet gaan begrijpen...) Maar ook de socialisten (en meer bepaald Patrick Janssens -die overigens mee verantwoordelijk is voor een wangedrocht als Operatie Patser) dragen een grote verantwoordelijkheid. Want zij hebben mee de bodem bemest waarin dit soort uitspraken kan gedijen, door bij de hele discussie rond neutraliteit van overheidspersoneel mee te huilen met de wolven in het bos en niet klaar en duidelijk te stellen dat diversiteit niet betekent dat je alle verschillen wegvlakt en onzichtbaar maakt (de zogenaamde neutraliteit waar niet alleen personeel, maar in het geval van het gemeenschapsonderwijs blijkbaar zelfs leerlingen moeten aan voldoen -want een leerling mag geen hoofddoekje meer dragen-), maar dat diversiteit nét inhoudt dat die verscheidenheid zichtbaar gemaakt wordt: zowel katholieke als islamitische loketbedienden duidelijk aanwezig zien, bewijst de diversiteit van de overheid. Dat leerlingen er mogen uitzien hoe ze willen (zolang ze daarmee niemand in gevaar brengen), bewijst net dat het gemeenschapsonderwijs het hele scala aan overtuigingen, afkomsten, sociale klassen,... bedient en dus neutraal en publiek is. Wie of wat je ook bent, de overheid toont, precies door het expliciet zichtbaar te maken, dat elk een plaats krijgt in de samenleving. Diversiteit, beste socialisten, betekent dat alle verschillen er mogen zijn. Laat dat aub te merken zijn!
Tot slot wil ik wel kwijt dat ik ongerust ben, omdat ik -blijkbaar net als de koning, al mag die dat dus niet gezegd hebben- wel degelijk parallellen zie met de jaren '30. In tijdens van economische crisis worden niet de ware oorzaken aangepakt, maar worden mits populisme en andere onwelvoeglijke methoden groepen mensen tegen elkaar opgezet. De zwakke wordt kwetsbaar gemaakt en tot doelwit gemaakt, waardoor de sterken (die oneindig maal meer schade aanrichten aan onze maatschappij: kijk maar naar hoe de bankencrisis er leidt tot het kapotmaken van het sociale weefsel van een heel land in Griekenland -en ik besef dat de realiteit daar natuurlijk complexer is dan ik in deze ene zin kan weergeven-) buiten schot blijven. En dat net een historicus (want dat is Bart De Wever toch!) heel hard zijn best doet om ons te verhinderen uit de geschiedenis lering te trekken, is zéér, zéér griezelig...

Huiskamerconcert: Equinox, The Peacekeeper


(foto door Dirk DM)

Afgelopen zondag trad Equinox, The Peacekeeper op in een huiskamer in Moerbeke. Voor de gelegenheid kwam de groep rond Wouter Buyst in een duobezetting. In de dagen voorafgaand aan het concert had ik zowel het nieuwe album (op de Luisterpaal) als het eerste album (via Spotify) beluisterd, en jammer genoeg ging door die afgeslankte bezetting een deel van de rijke instrumentatie en arrangementen verloren. Toch bleef het een bijzonder aangenaam concert. Aanvankelijk leek het duo nog wat op gang te moeten komen (al werd gestart met een goeie Dylancover - Tomorrow is a long time - die Wouter Buyst solo bracht), doch naarmate het concert vorderde -en al zeker na de pauze-, kwam er meer schwung in de set en werden we van hoogtepunt naar hoogtepunt geleid.
Tussen de eigen nummers door kregen we maar liefst driemaal Bob Dylan voorgeschoteld (het reeds eerder genoemde Tomorrow is a long time en I shall be released, in een prachtige uitvoering trouwens, en als bisnummer ook nog Moonshiner) en ook Leonard Cohen passeerde de revue dankzij een ingetogen, mooie versie van If it be your will. Een heel bijzonder moment was ook Making time stop evaporating, waarin Wouter Buyst een indrukwekkend staaltje boventoonzang demonstreerde. Die manier van zangen klinkt wie al eens naar wereldmuziek luistert, vast niet helemaal onbekend in de toon, en zorgt voor zweverige, haast onaardse klanken, waarvan ik me op plaat niet eens realiseerde dat het door stem voortgebracht werd.
Equinox, The Peacekeeper is een naam om in het oog te houden. De platen zijn al zeer de moeite, en zelfs in de bezetting zoals ik die zondag hoorde, ontwaar je hoe magisch deze groep live kan klinken.

Hieronder nog even de setlist (zij het niet helemaal in juiste volgorde, vrees ik):

1. Tomorrow is a long time (Bob Dylan)
2. Walking drunk through heaven again
3. The queen of silence
4. Heard my momma calling
5. Cardiac pounds
6. Total eclipse
7. Until my voice is true
8. If it be your will (Leonard Cohen)
9. The holy lamb, soundly sleeping
10. Making time stop evaporating
11. 6000 years
12. Please strip naked now
13. I shall be released (Bob Dylan)
14. If you don't mind (I'm going home)
15. Minding your own business
Bis: Moonshiner (Bob Dylan)

Equinox, The Peacekeeper treedt de komende weken nog talloze keren op, ook in huiskamers. Het overzicht vind je hier. Je kan beide albums ook via Bandcamp kopen.


Minding your own business