Soms, zo beken ik, koop (of kocht) ik platen of CD's eigenlijk vrijwel louter op basis van een intrigerende hoes. Dat overkomt me intussen steeds minder vaak, omdat ik intussen meer muziek ken, en meer verbanden, en daar vaak minstens ook een reden in te vinden is waarom ik voor een bepaalde plaat kies, maar toch... In de bib bijvoorbeeld gebeurt het wel nog eens, dat ik iets "probeer" en uitleen, omdat de hoes me aanspreekt...
In deze nieuwe blogreeks wil ik alvast enkele albums voorstellen die zo ooit in mijn platen- dan wel CD-kast terechtkwamen, en waarvan ik (meestal) achteraf geen spijt had.
Down River, Up Stream! van David Shea en DJ Grazhoppa is zo'n plaat, die ik op vinyl kocht in 1996. Wie David Shea was, wist ik toen nog niet, en DJ Grazhoppa was niet meer dan een naam die ik al eens hier en daar had gezien, zonder er een noot muziek op te kunnen plakken. Vaag wist ik dat hij uit Gent of Brussel afkomstig moest zijn, en dat hij iets te maken had met hip-hop, maar niet de traditionele hip-hop die ik toen kende.
Het nachtelijk groen (ik kan de tint niet anders omschrijven) sprak me enorm aan, en op basis daarvan verwachtte ik muziek voor nachtelijke rondritten in de auto, door een (half)verlaten stad, een soort stadsblues die op zich weinig nog te maken heeft met het muziekgenre blues, maar alles met de state of mind die ik blues toedicht.
Het album begint met het erg korte HuM HuM HuM, en meteen daarna kreeg ik alvast wat ik op basis van de hoes had verwacht : een soort geluidscollage van bijna 7 minuten lang, met geluiden van gebroken glas, gesprekken,... tot er pas na 3 en een halve minuut ook effectief muziek bijkomt. Dramarama (zo heet de track) werd zo mijn eerste echte kennismaking met abstracte hip-hop, en er zijn ergere kennismakingen mogelijk, dat kan ik u verzekeren...
Het tempo wordt opgevoerd in Anytime pt 1, het gescratch haalt de bovenhand en intussen zitten we al helemaal ín het album. Ik weet niet of ik toen DJ Krush eigenlijk al kende (ik vermoed van niet), maar bij beluisteringen vandaag moet ik steeds onwillekeurig aan de Japanner denken. Ook hij maakt een soort fusion van hip-hop en jazz, en in een nummer als Blue trunk vloeit dat alles in elkaar over, overgoten met een sausje soundtrack, want door de samples die ertussen gegooid worden, doemen beelden van film noir op. Ook Tired start erg jazzy, je hoort in het gekraak regendruppels in een donkere straat en waant je in een knusse, ouderwetse bioscoop (zelfs al duurt dit nummer nog geen minuut).
Het zijn de extra geluidjes in elke song die de nachtelijke sfeer van de plaat zo intens maken, en de luisterervaring zo bijzonder. Ook wanneer TLP in No go begint te rappen over de spaarzaam aangebrachte scratches, drumpatronen en samples, blijft de indruk dat deze plaat opgenomen is in de late uren wanneer de studio leeg stond en de artiesten dan maar wat aan de slag mochten omdat een conciërge of een nachtwaker duurder zouden uitvallen...
Old note 24-7 kenmerkt ineens een andere, dreigender sfeer, omdat alvast met een indringende, lage toon gestart wordt. De eroverheen gedrapeerde sample maakt die minuut niet minder intens, ondanks het contrast tussen de basistoon en de stem. Een diepe (contra?)bas in Tasty cake houdt die spanning nog even aan.
Met Twitch wordt opnieuw een andere richting ingeslagen. Het lijkt wat doelloos experimenteren met allerlei geluidjes, maar ergens halverwege de 5 minuten die dit nummer nodig heeft, worden documentaire beelden over kikkers in poelen ('s nachts, uiteraard) vervangen door meer industriële beelden, wanneer iemand in de verte op metalen buizen lijkt te kloppen.
Na het minder geslaagde Morning jacks krijgen we opnieuw een erg minimalistische aanpak in het titelnummer, waarin een trillende elastiek (no kidding!) de hoofdrol schijnt op te eisen. In station (dat inderdaad klinkt als een verlaten station) en het met samples gevulde Any time pt 2 vervolledigen de sfeer, tot met afsluiter 16 RPM plots drum 'n bass op ons losgelaten wordt. Het is een atypische afsluiter, die met geen enkel nummer op de plaat verwantschap bezit, en daardoor wat verloren staat op dit album, al is het zeker geen slechte track. We hadden dit echter liever in een andere context gehoord, want nu staat hij toch als een tang op een varken...
U merkte het al, de sfeer en verwachtingen opgeroepen door de hoes, werden moeiteloos ingelost, want deze plaat is méér nacht dan menige nacht zelf, en stedelijker dan de meeste platen die ik ken.
Stadsblues avant la lettre dus...
3 opmerkingen:
Platen kopen louter op basis van de hoes, ik heb dit vroeger ook nog gedaan. Toen was ik nog jong en naïef en wist ik nog niks. Nu weet ik nog altijd niks eigenlijk ;-)
2 artiesten die ik zo heb leren kennen: Smog (Bill Callahan) via "Knock Knock" (de kat met bliksem op de achtergrond) en Songs: Ohia (Jason Molina) met "Axxess & Ace" (twee zilveren hartjes op een paarse achtergrond).
Al ken ik beide groepen, de bewuste platen heb ik nog nooit gehoord... Misschien moet ik het toch maar eens doen dan ;-)
Knock Knock is een prachtplaat... de hoes zou trouwens een referentie zijn naar "Cat Power", zijn toenmalige vriendin Chan Marshall.
Axxess & Ace zul je ofwel graag horen ofwel haten... wegens de érg hoge en scherpe stem van een jonge Jason Molina. Veel luisterplezier :-)
Een reactie posten