03 augustus 2010

Wavves

Als je elk jaar een album uitbrengt, kan je beschouwd worden als een bezige band. Zeker als je dat presteert na een turbulente periode, waarin de zanger aan het vechten slaat met de drummer en je je tournee moet afbreken...
Wavves heeft na Wavves en Wavvves gekozen voor een echte albumtitel met “King of the beach”. Zanger Nathan Williams wil zich in het openingsnummer (de titelsong ook) manifesteren als de strandkoning. Daarvoor laat hij zich voortjagen door stevige gitaren en hij houdt het drie nummers vol om een soort betere versie van Blink-182 neer te zetten: pop-punk die rebels klinkt, maar in wezen te braaf is om écht te bijten. Gelukkig herinnert hij zich daarna wie de échte koning van het strand is, met name Brian Wilson. We krijgen enkele nummers (“When will you come” en “Baseball cards”) waarin het typische surfpopgeluid van The Beach Boys aardig benaderd wordt. Natuurlijk missen Wavves de superieure harmonische samenzang van hun helden, maar het gevoel is er hélemaal. Béter wordt het wellicht nooit meer, tenzij iemand ergens in een kluis nog een verborgen “Pet sounds” vindt...


Daarna krijgen we opnieuw iets te veel vrolijke punk, al valt dat nog mee in “Take on the world”, dat zich ergens halverwege alsnog ontpopt tot een waardige aanvulling bij het voornoemde tweetal. Dit mag dan best aardig zijn, ze hebben de aandacht die ze net wisten te grijpen jammer genoeg weer verloren. En dan start “Idiot” met een vreemdsoortig lachje, dat op papier misschien een goed idee leek, maar uiteindelijk niet meer dan een idiote (en dus enkel op die manier toch nog toepasselijke) gimmick blijkt. Dat is des te meer jammer omdat dit nu eens een springerig lied is dat ons eigenlijk wel weet te bekoren. De gitaren zoeken ook al eens surfoorden op, zo lijkt het, en dat is een verrijking die dit nummer toch bij de betere op het album doet belanden.

Jammer genoeg kunnen we dat van “Green eyes” niet zeggen. Niet slecht betekent hier in essentie vooral ook dat het nummer niet echt goed is: een te tamme intro groeit nooit uit tot een krachtige song, hoezeer ook geprobeerd wordt het maximale uit de gitaarversterkers te halen. Ook “Mickey Mouse” is in hetzelfde bedje ziek. Misschien verdiende hij euthanasie...
En dan ineens staat Wavves er weer: een poppy, geestig, speels geluid en zelfs een beetje van de gekte van The Flaming Lips maken van “Convertable balloon” een perfecte aanzet tot “Baby say goodbye”, het nummer dat het meest een eigen smoel heeft. Met dit duo bewijst Wavves dat ze als indierockers méér in hun mars hebben dan pop-punk zonder ballen, én dat het spelen van Beach Boys-achtige songs niet hun enige kwaliteit is.
Nathan Williams was een beetje op de dool, wat resulteerde in een vechtpartij en het afbreken van hun vorige tournee. Met dit album wou hij revanche nemen en tonen dat hij weer op het rechte pad geraakt is. Dat is natuurlijk fantastisch voor de man zelf, maar hey, wij houden toch wel vooral van krankzinnige, spaced-out muzikanten met enige steken los, omdat die (zolang de balans niet teveel de andere kant uitslaat) de meest interessante muziek maken. Deze derde worp van Wavves is een erg onregelmatige plaat geworden, met werkelijk mooie toppen en jammerlijk diepe dalen, en te weinig tussenin.


Je kan het album hier kopen. Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be

Geen opmerkingen: