22 augustus 2010

Pukkelpop 2010 - dag 1

Na nog net het einde van de set van Netsky te hebben meegepikt (kreeg al heel veel mensen aan het dansen in de Boiler Room voor dat uur van de dag...) en -létterlijk- de allerlaatste noten van Kylesa, waren we helemaal klaar voor het eerste echte optreden...


Tame Impala : het was een ingeving van het moment, en het zou uiteindelijk dé ontdekking worden van deze editie voor mij. Nog nooit had ik van hen gehoord, maar al van het betreden van het podium (allen blootsvoets), wisten ze met hun hippie-charme en coole houding de aandacht vast te grijpen. En dan moesten ze nog beginnen aan hun set, waarin de gitaren, waarvan de klanken overladen werden met allerlei delay-, echo- en feedbackeffecten, de Summer of love opriepen. Zelfs de kazoo werd niet geschuwd, en we herkenden plots ook een flard Remember me van Blueboy (en dus eigenlijk Woman of the ghetto van Marlene Shaw).


In de kleine, gezellige Wablief?-tent konden we het missen van The Bear That Wasn't op de Gentse Feesten goedmaken. Nils Verresen is al bijna een jaar met de fiets op weg van huisconcert naar huisconcert (vandaar wellicht dat een fan hem De eenzame fietser van Boudewijn De Groot cadeau deed...), en doet af en toe een echt podium aan. Wat en wie hij meebracht, kan onmogelijk onder een snelbinder op het bagagerek passen : 3 violistes, een contrabassist, een gitarist, een drummer, een backing-vocaliste met dwarsfluit en al hun materiaal (en zijn eigen gitaar natuurlijk). Al dat moois leverde ook een bijzonder fijn concert op : hoogtepunten waren Tony the lion (een leuk liedje over een knuffel : "Tony...was my bestest friend... but you can very well take his place" -of zoiets, ik heb het niet helemaal letterlijk kunnen onthouden), Fizzy good (makes feel nice), Ballad of two raindrops en natuurlijk afsluiter Headphones ("But I can see in the dark with my headphones on / and every light is multiplied by each new song"). En ik vergeet niet gauw de ietwat gegeneerde grijns toen hij het bordje "Fuck me like a bear" zag tussen het publiek...


Volgende grote afspraak was Band Of Horses in de Marquee. Hun Funeral (waarmee ze trouwens afsloten) blijft een geweldige dijk van een song, maar de band bewees dat ze, tegen een achtergrond van desolate beelden uit de VS, konden rocken als de beesten en americana van de bovenste plank brengen. Opvallend was ook hoe iedereen in de Marquee met elk nummer leek mee te zingen, terwijl dit niet meteen een band is die veel airplay krijgt... Een groots concert met een grote apotheose !


Minus The Bear (er waren duidelijk wat beren uitgenodigd dit jaar...) wist mij op plaat te bekoren, maar hun optreden viel dik tegen, en ik verliet de tent al na enkele songs...


Een man alleen met zijn stem, enkel begeleid door een kompaan met een gitaar, kan een hele Marquee stil krijgen, meenemen in zijn wereld en kippenvel bezorgen, met keigoeie songs en natuurlijk die diepgrommende, uitzonderlijke stem waarmee hij ooit nog grunge liet schallen (wie kent Screaming Trees nog ?). Het kan, maar dan moet het natuurlijk wel Mark Lanegan zijn. Enige puntje van kritiek is dat ik het gevoel had dat de 50 minuten waarop we getrakteerd werden, het maximale zijn waarin die sombere aanpak niet gaat vervelen op een festival, maar gelukkig viel dat dus nog net mee...


Voor dansmuziek met een flinke scheut jazz en avontuur moet je bij Laurent Garnier zijn, en hij liet zich dan ook bijstaan door twee saxofonisten/trompettisten. Het levert dance op die weet te bekoren, en de staat van dienst die deze man heeft, lokte ook heel wat publiek. Het werd een fijn tussendoortje in een broeierige Dance Hall.


Maar we gingen snel naar The Shelter, waar John Garcia de nummers van zijn oude band (bij gebrek aan een reünie) dan maar speelt met enkele Belgische en Nederlandse muzikanten (waaronder de gitarist van Arsenal), onder de noemer Garcia plays Kyuss. Een imposante muur van versterkers en een brede, ruige, langharige man met zonnebril (om 23u05 ! in een donkere tent !) waren de voorbode voor loodzware riffs, immens luide rock, maar gelukkig ook héle mooie songs... De tijden van de oerstonerrockers leken nog even te herleven en Garcia speelde opnieuw alsof hij in de woestijn stond. Imposant is wel het minste dat je hierover kan zeggen...


De eerste dag sloten we met grote verwachtingen af met These New Puritans. Ik ben helemaal weg van We want war en Attack music, en dat zijn songs die als een huis bleven staan, maar net als de rest van de set misten ze die punch die ik van de plaats wél ken. De geluidsmix zat daar wellicht ook voor iets tussen, want zanger Jack Barnett was bijwijlen amper te verstaan... Hij had nochtans, met een maliënkolder onder zijn jas, zo zijn best gedaan om te imponeren.


Verder heb ik op de eerste dag fragmentjes (soms zeer kleine, soms iets langere) meegepikt van De Jeugd Van Tegenwoordig (altijd goed voor een feestje, méér valt daar eigenlijk ook niet over te zeggen...), Jakwob, Band Of Skulls (klonk zeer fijn), Iron Maiden (niet van die aard dat ze mij konden overtuigen om te blijven staan) en Placebo (hoorde een flard van een -goeie- cover van All apologies van Nirvana). En ik zag enkele leuke nevenattracties in de Petit Bazaar (waaronder Vooruit met de kuit, Batakamp -met Jezus-,...)

Geen opmerkingen: