Dat de Rotonde van de Botanique een fijne zaal is met een heel aparte sfeer, wisten we natuurlijk al. Ook de artiesten die er optreden, merken het met plezier op. Zowel voorprogramma Led To Sea als Laura Veirs spraken afgelopen maandag lovend over de zaal, die hen tot prachtige concerten dreef.
Led To Sea is eigenlijk Alex Guy, een vrouw die met enkel viool en haar stem nummers brengt die resideren tussen Owen Pallett, Tori Amos en Kristin Hersh. Ze maakt graag en vaak gebruik van loops waarin ze fragmenten van haar vioolspel laat lopen en waarmee ze op haar eentje meerlagige nummers kan brengen. Haar viool zorgt zo niet enkel voor de melodie, maar wordt meteen ook een percussie-instrument. Ze deed haar best om regelmatig Frans te gebruiken in de interactie met het publiek in een uitverkochte zaal, liet zich voor 2 nummers bijstaan door gitarist Tim Young en zon over alledaagse dingen als haar gele fiets waarmee ze tegen een BMW aan knalde. Het halfuurtje werd zo een mooie prélude op het concert van Laura Veirs.
En kijk eens aan, Laura Veirs had Alex en Tim meegebracht als enige extra muzikanten, en zij voegden aan Laura's stem en haar gitaar- en banjospel rijkdom toe op keyboards en gitaar. De meeste nummers van de set kwamen uit het vorig jaar verschenen album “July flame” en dat is een album waarover je ons niet gauw zal horen klagen, en dat ze live daar nog extra schakeringen bleek aan toe te kunnen voegen, zegt veel over het niveau van dit concert.
Afgetrapt werd er met “Carol Kaye” en “Sun is king” en daarmee werd de toon gezet voor de afwisseling die deze set zou kenmerken. Even later kregen we ook traditionals (“All the pretty little horses”, een slaapliedje eigenlijk, en “The old cow died”). Over die eerste traditional had gitarist Tim Young blijkbaar aan Laura verteld dat het een “song of songs” was, waarmee hij bedoelde dat het basisakkoordenschema de basis vormt voor heel veel moderne liedjes en Laura daagde hem meteen uit die uit te leggen en te illustreren voor het publiek. En zo kregen we flarden “Papa don't preach”, “All along the watchtower”,...
De zangeres vertelde over haar favoriet museum in Brussel (het instrumentenmuseum), over haar favoriete platenwinkel in Brussel (waarvan bleek uit de reacties uit het publiek dat de eigenaar intussen overleden is), ze laste twee keer tijdens het stemmen van de instrumenten een Q&A in en toonde zich oprecht verheugd over het enthousiaste publiek.
Het hoogtepunt van de reguliere set was zonder twijfel “Wide-eyed, legless”, dat heel sterk doet denken aan Suzanne Vega, zowel muzikaal als in de manier van zingen. Jammer was wel dat afsluiter “July flame”, nochtans een dijk van een nummer (luister maar hoe zinssnede “Can I call you mine?” herhaald wordt tot een veellagige climax), gebukt ging onder een te dik in de verf gezette drumbeat, die daarmee overheerste en het rijke palet van zang en instrumentatie wat teniet deed. Samen met de belichting was dit echter het enige minpuntje.
Tot driemaal toe kwam Laura Veirs terug voor bisrondes, en even gul als ze was met haar complimenten, bleek ze daarin met haar nummers.
“Can I call you mine?” Na een concert als dit kan het publiek niet anders dan daar volmondig en gewillig een uitdrukkelijk ja op te antwoorden...
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be
1 opmerking:
Aha, ik was dus niet de enige die zich bij July Flame stoorde aan die beat.
Mooi verslag overigens van een fijn concert.
Een reactie posten