Al van bij de eerste noten, waarbij alle gitaareffectpedalen die zorgen voor galm en echo tegelijk gebruikt lijken te worden, neemt Tame Impala ons mee op een trip door hogere sferen. Ook de stem van zanger Kevin Parker klinkt alsof ze hoog uit de wolken neerdaalt, en lang geleden opgenomen werd. Algauw meen je flarden Love, Cream, Animal Collective, The Beatles te herkennen, en nog zoveel meer...
Bij hun doortocht op Pukkelpop werden ze vrijwel unaniem bejubeld als dé ontdekking van het festival, en intussen was naar eigen zeggen zowat iedereen aanwezig bij hun concert. Ze wisten toen onmiddellijk te overtuigen, maar vreemd genoeg gebeurt dat niet meteen met dit album. Al hoor je natuurlijk wel dat hier een werkelijk goeie groep aan het werk is, hun sterktes lijken in eerste instantie ook hun zwakte in te houden. De jakkerende drumritmes (als een trein die doordendert op een spoor richting hemel), de psychedelische gitaren, de etherische gezangen : bij de eerste beluisteringen lijkt het alsof je bijna een uur één uitgesponnen nummer te horen krijgt, met weliswaar heel wat variatie, maar toch...
Na meerdere beluisteringen echter leer je elk nummer waarderen voor de eigen toetsen, de specifieke twists en hun vermogen om elk op zich te staan en toch geruisloos op te gaan in het geheel. Vrijwel niets dan hoogtepunten hoor je dan, met genoeg samenhang om een vurig pleidooi voor het concept “album” (een concept dat in iTunes- en iPod-tijden danig onder vuur ligt) te worden.
Nummers als “Lucidity”, “Solitude is bliss” en vooral “The bold arrow of time” vallen tussen al die parels nog eens extra op. Dat laatste nummer begint als de inleiding tot een bluesnummer van Jimi Hendrix, krijgt een scheut vroege Black Sabbath geïnjecteerd en dan moet het nog allemaal beginnen... En ook afsluiter “I don't really mind” is een voltreffer van jewelste. En zelfs dan lijkt het nummer heel hard op Philippe Gilbert, die na 2 ritzeges en 5 dagen leiderstrui in de Vuelta doodeerlijk beweert nog geen 100 % te zijn : ook dit nummer, hoe fantastisch het nu al is, heeft zijn volle potentieel nog niet benut. Werk dit nog wat verder uit en je krijgt een moordsingle die met geen stokken meer uit onze hoofden weg te jagen is het komend decennium...
Noem het detailkritiek zo u wil, maar wat de fantasietjes op het eind van “Expectation” (ineens wordt nadat het nummer eigenlijk al gedaan is, een klein muzikaal kantwerkje toegevoegd) en tussen het negende en tiende nummer komen doen, is mij een raadsel. Het zijn overbodige toevoegingen. “Runway, houses, city, clouds” tenslotte is een wat tegenvallend nummer, dat niet veel meer lijkt dan een psychedelische cover van “Jealous guy
” (van John Lennon, al hoor ik hier vooral echo's van de versie van Bryan Ferry) waarop na inname van enkele paddestoelen, het roken van een drietal joints en tussendoor nog een goeie Westmalle eens flink losgegaan wordt : het was ongetwijfeld zeer plezierig voor wie er bij was, maar om dit nu te willen delen met de hele wereld... ?
Nu, we kunnen alvast concluderen dat ze in Australië hun eigen Californië hebben, en dat Tame Impala van daaruit de wereld zal komen veroveren, op een zeer relaxte wijze uiteraard !
Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten