Met hulp van een koortswerend middeltje geraakte ik zondagavond toch nog in de Magdalenazaal in Brugge (waar Cactus Club haar concerten organiseert) voor wat je een Duyster-avondje zou kunnen noemen.
Het begon alvast heel goed met Get Well Soon, een solo project van Berlijner Konstantin Gropper, die echter bijgestaan wordt door 5 muzikanten. En hoewel het nieuwe album een conceptalbum is en je tijdens de show merkt dat er vlot gespeeld wordt met video en film (beeld en geluid sluiten nauw aan bij elkaar, b.v. in We are ghosts waarin het zestal op beeld het refrein zingt terwijl er live op het podium niet gezongen wordt, of door de camerabeelden van een kleine camera gericht op Gropper, die mooi ingepast worden in de rest van de visuals), krijg je voortdurend het gevoel naar een goed op elkaar ingespeelde band te kijken. Het klankpalet is rijkgevuld en dit voorprogramma is duidelijk rijp om zelf ook headliner te worden in een zaal van dit formaat. Er wordt vlot geplukt uit het nieuwe album Vexations en debuutalbum Rest now, weary head en vrijwel alle muzikanten wisselen vlot van instrument : van trompet naar xylofoon, van viool naar belletjes,... Soms is de muziek lieflijk, soms dramatisch, soms zelfs ronduit dreigend, maar het komt allemaal goed in een mooie finale !
En dan moesten we de headliner nog krijgen. Het Noorse Under Byen blijkt eveneens een zestal te zijn, en ook zij variëren moeiteloos tussen elfenachtig lieflijk (dankzij de stem van de in het Noors zingende zangeres, die -vrij ongebruikelijk toch- achteraan het podium staat) en dreigend, en in Film og omvendt zelfs ronduit apocalyptisch. Die transformatie voltrekt zich trouwens tijdens hun set, met daarin ook al heel wat nummers uit het in april te verschijnen album Alt er tabt. De dreiging sluipt meer en meer in de set, de instrumenten worden gestreeld, aangehaald en langzaamaan versmacht en gemarteld. In contrast met de lieflijke stem van de zangeres zingen twee mannelijke groepsleden af en toe eens mee met donkere woudstemmen (tja, hoe anders moet je ze noemen) die herinneringen oproepen aan Dead Can Dance (ten tijde van Aion, het album waardoor ik met hen kennismaakte). Dat de groep slechts voor één bisnummer terugkomt, is het enige minpuntje in een fantastische set, die het uitkijken naar het album enerzijds verzacht, en anderzijds nog smachtender maakt...
Als extraatje geef ik alvast nog enkele nummers mee van Under Byen, waaronder het titelnummer van het nieuwe album :