Kleine kinderen zien hun vader eigenlijk vooral in mythische proporties : hij kan alles, weet alles, is de sterkste van de hele wereld,... William Bloom heeft zijn vader nooit anders gekend dan als de held uit de door zijn vader zelf vertelde, fantastische verhalen en dan als de leverancier van mop na mop... En dat is bijzonder jammer, vindt hij, want eigenlijk kent hij zijn vader niet.
Edward Bloom, de mythische man die geen probleem uit de weg gaat, is ongeleeslijk ziek. Ik denk niet dat het K-woord ooit neergeschreven staat in Grote vis van Daniel Wallace, en dat hoeft niet om de lezer te laten voelen hoe de kanker het hoofdpersonage lijkt weg te vreten, van binnenuit. Edward slaagt er maar niet in om tot een ander soort gesprek met zijn zoon te komen. Per slot van rekening wil hij hem niet opzadelen met zijn eigen twijfels, want "wat heb je daar nu aan ?"...
Wallace weet je met dit fantasievol verhaal mee te slepen, en tovert voldoende verrassingen uit zijn hoge hoed (niet in het minst in de finale) om de aandacht vast te houden. De korte tot soms zeer korte hoofdstukjes en de eenvoudige taal verhogen de leesbaarheid.
Een meesterwerk zou ik dit debuut zeker niet noemen, maar wie een goed verteerbaar boek mét inhoud zoekt, blijft hier niet op zijn honger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten