Death proof van
Quentin Tarantino speelt sinds gisteren in de
plaatselijke bioscoop, en aangezien ik toch de hele week alleen thuis ben, leek me dit een geschikt moment om nog eens ouderwets het pluche in te duiken en me onder te laten dompelen in geweld, luide muziek en widescreen shots...
Pulp fiction staat bovenaan mijn lijstje van beste films aller tijden, en
Jackie Brown heb ik altijd een onderschatte film gevonden en ik heb ook heel erg genoten van
Reservoir dogs (
Kill Bill wil ik eens als marathon bekijken, maar dat is er nog steeds niet van gekomen...) , dus de verwachtingen bij elke nieuwe film van Tarantino zijn hooggespannen. Mijn verwachtingen inlossen is dan ook elke keer moeilijker geworden voor Tarantino (al zal hij daar wellicht niet van wakker liggen ; mocht hij deze blog lezen :
keep on reading).
Een klapper als
Pulp fiction is het niet geworden, en zo goed uitgewerkt als
Jackie Brown is dit verhaal zeker niet, maar sommige typische Tarantino-kenmerken zijn opnieuw zo overheersend aanwezig en worden door de regisseur zo goed beheerst, dat ik met plezier de film uitgezeten heb (en met plezier nog eens opnieuw zou kijken ook...)
Uiteraard is de muziek alweer schitterend : overdonderend aanwezig, vol vergeten (en ook vaak onbekende) pareltjes uit lang vervlogen tijden én een essentieel deel van de hele "beleving"... De typische dialogen vormen, zeker in de eerste helft van de film, een groter deel dan voorheen, en soms is het een beetje van het goeie teveel (een eind weglullen over hamburgers in Frankrijk, daar kom je goed mee weg als je het gedoseerd doet, maar in
Death proof krijgen we toch een beetje een overkill aan dit soort dialogen). De actie is dan weer van de bovenste plank, en zeker in het tweede deel van de film zijn de auto-scènes en achtervolgingsscènes adembenemend : dit is waarvoor je komt !
De film valt eigenlijk uiteen in 2 delen. De eerste helft speelt zich af in
Austin, Texas en komt nogal traag op gang, maar eens
Kurt Russell als Stuntman Mike op het doek verschijnt, stijgt de spanning. Russell ademt en zindert spanning en elke gezichtsspier waarschuwt je voor te verwachten onheil. Tarantino zelf figureert als barman Warren, al is hij minder beklijvend dan in zijn rollen in
Pulp fiction en
From dusk till dawn. De lapdance-scène is zo Tarantino als maar kan : er wordt rustig de tijd genomen om ze helemaal uit te werken, de muziek zit perfect en de camera lijkt overal aanwezig te zijn (boven, onder, links, rechts, voor, achter,...) zodat je helemaal meegezogen wordt. Jammer genoeg eindigt het eerste deel met een té lange en wat overbodige dialoog tussen een sheriff en zijn deputy (of zijn zoon).
Uiteindelijk is het tweede deel van de film, met de lange auto- en achtervolgingsscène, én betere dialogen (al is de dialoog in de eettent wél heel lang...), het beste deel van de film. Deze keer speelt de actie zich af in
Lebanon, Tennessee en zijn het 4 andere meiden die het pad van Stuntman Mike kruisen. De wending die het verhaal hier neemt, zuigt je helemaal mee. Ook dit deel komt wat traagjes op gang (zij het minder traag dan het eerste deel), maar eens de actie de bovenhand neemt, zit het ritme van de film bijzonder goed, en het einde komt er dan ook wel heel snel (én plots). Tijdens de aftiteling krijgen we nog een
Gainsbourg-bewerking te horen door
April March, én opnieuw zit de muziek als gegoten. Onderweg naar huis (én ook nog vandaag) heerst deze deun in mijn hoofd...