03 februari 2014
Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra
Als satellietproject rond Godspeed You! Black Emperor heeft Thee Silver Mt. Zion Memorial Orchestra al meerdere gedaantes aangenomen, wat zich vertaalt in meerdere variaties op hun groepsnaam. Leerden we hen bij het debuut He has left us alone but shafts of light sometimes grace the corners of our rooms nog kennen als het rustigere broertje van GY!BE, dan lijkt ook deze band rond Efrim Menuck stilaan zijn duivels te ontbinden.
Zes lappen muziek, waarvan de helft niet onder de tien minuten blijft, zwieren de Canadezen onze richting uit op Fuck off get free we pour light on everything. In opener Fuck off get free (For the Island of Montreal) is er niets lieflijks behalve het kinderstemmetje waarmee de plaat aanvangt. De vioolsnaren dreigen te springen, de strijkstok zou zomaar opeens ogen kunnen doorboren en de woede in de stem van frontman Efrim wordt amper getemperd door de vrouwelijke vocalen. De apocalyps wordt niet langer aangekondigd door vier ruiters, maar door een vijftal uit Montréal. Eventjes mogen we naar lucht happen in Austerity blues, doch ook hier worden we spoorslags ingehaald door galopperende verontwaardiging. Tegen wie die gericht is, blijkt al uit de titel, en het herhaalde “Thieves and liars rule everything we know” gaat de ultieme smeekbede vooraf: “Let my son live long enough to see that mountain torn down.” Naar het einde lijken doedelzakken de kracht van de vernietiging van het kwade te verklanken. Magistraal mag een woord zijn dat we omzichtig wensen te gebruiken, dit keer lijkt het wel op zijn plaats. Een hele dramatische cyclus wordt in een kwartiertje muzikaal uitgebeeld en als luisteraar wil je dit wel eens live meemaken. Als de concertzaal waar ze dit flikken het maar volhoudt…
Take away these early grave blues gaat verder op de ingeslagen weg en we zijn bijna murw geslagen wanneer we écht respijt krijgen. Tweeëneenhalve minuut wordt onze ziel gebalsemd met piano en engelachtige zang (Little ones). What we loved was not enough klinkt daarna als een synthese van de woede, de zalf, de wanhoop en de innerlijke kracht. Opbeurend klinken de visioenen allerminst: er zal oorlog zijn in de steden, opstand in de winkelcentra, bloed op onze dorpels en paniek op de bals. Alle steden zullen branden en bruggen zullen knappen als elastieken, ons geld zal rotten en al onze kinderen zullen sterven. De enige hoop die ons rest is dat daarna een nieuwe wereld zal opstaan.
Als een epiloog sluit Rains thru the roof at thee grande ball-room (For capital steez) af. Silver Mt. Zion heeft goed naar anderen geluisterd hoe een post-apocalyptisch era in noten gegoten kan worden en rondt zo mooi een cyclus af die een hele straffe plaat omvat. Wie gelooft dat de huidige crisis, waarvoor de beschuldigende vinger richting banken en financiële spelers wijst, kan opgelost worden door wat gezeur en gerommel in de marge, wordt terechtgewezen door Efrim Menuck en zijn kompanen. De revolutie zal meedogenloos zijn en niets ontziend, en de soundtrack ervoor zal trommelvliezen verbrijzelen en gehoorcentra in onze hersenen doen ontploffen. Al een geluk dat dat laatste een metafoor is. Eindelijk, eindelijk is ook Silver Mt. Zion verveld tot de woest gebalde vuist die wij ons al die tijd hadden ingebeeld in het strategische uitroepteken in de bandnaam van de “moedergroep” waaromheen alles telkens blijkt te draaien.
Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten