20 november 2020

Gorillaz


Met Song machine, season one: Strange timez (beschikbaar in een deluxe versie met 17 songs, kiest Gorillaz voor samenwerkingen met een hele rits artiesten van divers pluimage. Het levert niet meteen de meest consistente plaat op van de groep, zoals te verwachten viel, maar als collectie is het wel een fijn album geworden dat een uurtje radio moeiteloos kan vervangen.

De titelsong (Strange timez) is een verrassend bizar nummer waarin Robert Smith (The Cure) even lijkt terug te keren naar de dagen van Caterpillar, met een vreemde instrumentatie die hier in combinatie met het idioom van Gorillaz nog meer aliënerend werkt. Het is geen instant match tussen mij en deze song maar na enkele beluisteringen snap ik de charme ervan wel. Minder buiten de lijntjes kleurend is de bijdrage van Beck. The valley of the pagans brengt ons weer helemaal terug naar diens Odelay en (misschien nog wel meer) Mutations. Een soulvol rustpunt levert Leee John met de groep van Damon Albarn op The lost chord, een song waarop je kan wegdrijven tussen de wolken. Het leidt naar de vrolijke hiphop van ScHoolboy Q wiens Pac-man even speels klinkt als het arcade-game.

Verrassende gastbijdrages zijn er zeker ook: Elton John weet op The pink panthom zijn kenmerkende manier van zingen mooi te laten versmelten met de (weliswaar ietwat melige) song van Damon Albarn. Fatoumata Diawara zorgt op Désolé voor één van de hoogtepunten van deze plaat. En met afrobeatster Tony Allen en dubstepper Skepta is How far? de song die met de titel van "leukste flow" mag gaan lopen.

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: