04 juli 2020

Retro review: Leonard Cohen


Het was 1988. Op een vrijdagavond (elke vrijdag bezochten wij de vrienden van mijn ouders of zij ons) zaten mijn broer en ik voor de tv. Wellicht dronk ik een tomatensap, een drankje dat ik graag dronk en daar altijd voor me klaarstond. Christine, de jeugdvriendin van mijn moeder, ontfermde zich altijd een beetje over ons als een tante. Ingewikkelde motieven die ik hier niet ga uitleggen, lagen aan de grondslag voor haar genegenheid voor ons en voor de kleine verwennerijen die er ons altijd te beurt vielen. Terwijl mijn ouders, Christine en haar man zaten te kaarten, stond doorgaans de tv aan. Zo ook die avond, steevast op BRT en daar verscheen in één of ander showprogramma de mij toen compleet onbekende Leonard Cohen. Hij werd aangekondigd als een grote artiest die net een nieuwe plaat uit had en zijn single kwam presenteren. Hij stond op het podium, bijgestaan door één achtergrondzangeres (als ik het me goed herinner) en begon aan First we take Manhattan. Thuis luisterden we vooral naar Radio 2, mijn moeder was grote fan van Cliff Richard en ook licht klassiek passeerde al eens, dus dit was wel een opmerkelijke song voor mij, als 16-jarige. Dit klonk ook niet als de bands waar mijn schoolkameraden en ik naar luisterden: U2, The Cure, Duran Duran, Simple Minds,...
Ik denk dat ook vooral die lijzige stem zulk een indruk maakte. Ook zijn verschijning was anders. Ik denk dat hij toen misschien al zijn typische hoed droeg. Hoedanook, in één van de weken erna, bij mijn volgend bezoek aan de buurtbibliotheek van Ledeberg, leende ik er I'm your man uit, een LP (want toen leende je gewoon vinylplaten uit) waar ik liedjes hoorde die door diezelfde karakteristieke stem een timbre en een warmte meekregen die intrigeerde.
Het was mijn eerste echte kennismaking met zijn oeuvre. Later leerde ik dat Suzanne van Herman Van Veen eigenlijk van hem was en dat er nog songs waren die regelmatig wel eens langskwamen op de radio die hij ooit had geschreven en ingezongen. Maar I'm your man is tot op heden de plaat die Leonard Cohens artistieke aard voor me openbaarde.
Bij First we take Manhattan, dat de plaat opent, luisterde ik toen al naar de tekst en stelde me voor hoe een man uit de gevangenis kwam en zijn wrok zich richtte tegen iedereen en hij daarom de wereld wou veroveren, strategisch beginnend met Manhattan (waarvan ik wel goed wist dat het het financieel centrum van de wereld was) en daarna Berlijn (toen kon ik het belang van die stad nog niet ten volle vatten). Het is een song waar ik nog steeds van hou en waarvan ik zelfs de cover die R.E.M. ooit maakte voor het tribute-album I'm your fan ook geweldig vind. Ik kan nog steeds de hunkering en het zich onderwerpen bijna lijfelijk voelen bij de titelsong, ik dans in gedachten telkens mee op Take this waltz, een song die een soort Parijs liefdescliché verheerlijkt maar tegelijk zo echt klinkt, en toen zo volwassen klonk voor mijn puberbrein en -hart. En ik hou nog steeds van de eenvoud van I can't forget en dat ene zinnetje "I can't forget / but I don't remember what". Ook hiervan bekoort de coverversie op die tribute (dit keer door The Pixies) me haast evenveel. 
Ook de andere songs op deze plaat zijn te koesteren parels. Everybody knows klinkt muzikaal een beetje dreigend, alsof er iets staat te gebeuren, en toch weet de basstem van Cohen geruststelling te suggereren. Heel erg jaren tachtig klinkt Jazz police, met een drumcomputer zoals je die toen wel vaker hoorde. En dan is er de afsluiter: Tower of song. De traagheid ervan, de contrasterende backing vocals, de spaarzame toetsen op wat klinkt als een licht ontstemde kinderpiano of zo'n orgeltje dat je voor je kinderen kocht als eerste "instrument": alles aan dit bijna langste nummer op de plaat klopt en zuigt je in naar binnen. En nog een laatste keer verwijs ik naar de tribute-plaat, waarop niet alleen Robert Forster (The Go-Betweens) maar ook Nick Cave een eigen versie neerzet. Die laatstgenoemde slaagt er zelfs in om elke strofe in een ander arrangement te brengen waardoor de song een quilt wordt van covers, een indrukwekkend en volgens mij zelfs geniaal staaltje van zijn kunnen.

Beluister hieronder de hele plaat:

Geen opmerkingen: