17 januari 2020

Tomislav Goluban


Als Kroaat met de blues afkomen, het is niet meteen het recept voor grote naamsbekendheid in onze streken. Tomislav Goluban zal hier dus wellicht nooit "a household name" worden. Ik betwijfel of hij zich daar veel van zal aantrekken. Hij heeft tenslotte de blues als belangrijkste vriend.
De muziek die hij op Memphis light brengt, laat zich gelukkig toch niet bepaald voor één gat vangen en af en toe lijkt de manier waarop hij zingt eerder op iconen van de alternatieve pop en rock dan de blueshelden. Disappear for good had niet misstaan op een Leonard Cohen-plaat en ik hoor de betreurde Warren Zevon in Party time blues.
Zijn elfde album klinkt vooral lekker warm. Die gloed hoor je in Can I be what I want en Hayloft blues. Bovendien is er grote afwisseling terug te vinden op dit album. Spirit will never get old swingt en rockt alsof de soundtrack van een tienerkomedie uit de sixties plots teruggevonden werd. Country bag dendert voor als alle goeie "railway songs" die we kennen. En een waar hoogtepunt is de bluesy, gemene maar ook ronduit schitterende cover van House of the rising sun
Rond deze tijd bent u de naam van de Kroaat wellicht al lang weer vergeten tenzij hij in iemands eindejaarslijstje opdook in de voorafgaande weken. Nu u zich hem wel nog kan herinneren, heb ik slechts één advies: zoek het oeuvre van de man en geniet.

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: