31 december 2019

Jaaroverzicht 2019: het jaar van de identiteit


2019 wordt een jaar om nooit meer te vergeten én om snel te vergeten. Die paradox zit in de extremen die dit jaar voor mij persoonlijk kruiden en extremen, dat is net wat ook steeds meer in de wereld om ons heen aan invloed lijkt te winnen.
Het bijna afgelopen jaar was een jaar dat nog het best samen te vatten valt voor mij als het jaar waarin ik stil moest staan bij mijn eigen identiteit: wie ben ik? Wie ben ik als vader? Wie ben ik als zoon en als broer? Wie ben ik in mijn werk? Wie ben ik in dit lichaam? En die vragen houden onvermijdelijk ook de vraag in hoe anderen mij zien. Want je bent vader voor je kinderen, zoon voor je ouders, broer voor je broer en zus, werknemer voor je werkgever en collega voor je collega's (en in mijn geval: psycholoog/zorgbegeleider voor de mensen waarmee en waarvoor ik werk). En zelfs hoe je in je vel zit (letterlijk, hoe je omgang is met je lichaam en wat je lichaam met je doet) is ook onderhevig aan de blikken van anderen.
In de moeizame relatie met mijn ouders, mijn broer en zus, moest ik opnieuw op zoek naar wie ik voor hen ben, hoe zij mij zien, maar vooral ook: wie wil ik zelf zijn voor hen? Welke plaats nemen zij in voor mij en hoe verhoud ik mij tot hen? Vaak raak je verstrikt in patronen die al van kindsbeen af ontstaan en zichzelf versterken en daaruit losbreken, is een heel moeilijke opgave. Bovendien is het niet iets dat je alleen kunt doen. Ja, je kan je eigen positie herdefiniëren en je eigen manier van omgaan met de anderen anders aanpakken, maar de ander is natuurlijk ook de helft van het verhaal en als die niet mee verandert, word je door de sterkte van intrafamiliale patronen algauw meegezogen in een eindeloze herhaling, soms van iets wat je eigenlijk niet wil. Je eigen kant, dat hangt samen met je identiteit, met wie je wil zijn. Het is niet zo dat ik er op het eind van dit jaar uit ben, allesbehalve, maar ik maakte ook dit jaar keuzes die zouden moeten helpen om het allemaal scherper en duidelijker te krijgen.
Ook in de relatie met mijn zeventienjarige dochter kwamen spanningen opzetten die ik -eerlijk gezegd-niet had zien aankomen. Ze haalden me onderuit, ze brachten me in de war en ze deden me twijfelen aan bijna alles wat ik als vader al had betekend en had willen betekenen. En ze dwongen me ook vanuit een ander perspectief naar mijn vaderschap en naar de relatie met mijn dochter te kijken. En, vreemd genoeg, dwongen ze me ook de relatie met mijn zoon te herdefiniëren, kritisch te bekijken, ook daarin meer bewust te zoeken wat ik kon betekenen voor hem en welke betekenis hij geeft aan mij. Het scherpste is er intussen af maar zoals met alles wat je wereld omkeert, zal het nooit meer hetzelfde zijn, wat tegelijk deels goed en deels jammer is.
Ook mijn gezondheid was dit jaar een zorg die ik weliswaar gelukkig kon delen met mijn lief, maar die een sterke impact had en heeft op mijn leven. De aangeboren hartafwijking en het verloop ervan (en het verloop van alles wat sinds ik klein was gedaan is om de last ervan te beperken) begint ook op andere organen van invloed te zijn en dat betekent niet alleen dat ik vaak ziek was, maar ook dat ik mijn gewoonten (b.v. rond eten en drinken) noodgedwongen moet aanpassen. Net als met het tot minder fysieke activiteiten in staat zijn (iets wat al enkele tientallen jaren bezig is), voelt dit als een enorme beperking en belemmering (en dat is het ronduit ook natuurlijk). En zoals iedereen zich kan voorstellen, hebben gezondheidsproblemen op zich ook weer zelf een grote impact op andere levensdomeinen.
In mijn werk werd ik dit jaar vrij plots, door het opduiken van een onverwacht groot probleem, eveneens gedwongen stil te staan bij wat ik doe, wat ik beteken in mijn werk, hoe anderen daarnaar kijken en waar ik al dan niet naartoe wil. Mijn werk is sowieso ook al onderhevig aan maatschappelijke veranderingen en ook dat deel roept veel vragen op, want mijn werk is allesbehalve evident. Het zal u wellicht niet ontgaan zijn dat ook de welzijnssector (en dus de hulpverlening) onder druk staat en dat de overheid haar beleid van "met minder meer doen" en "elke cent moet voldoende verantwoord worden" nog verstrengde. Zowel mijn eigen specifieke ervaringen in de organisatie waar ik werk als die sturing door de overheid zorgen voor conflicten tussen mijn visie op hulpverlening en mijn visie op hoe ik zelf een goede hulpverlener kan zijn en dus moest ik wel stilstaan bij mijn identiteit als hulpverlener (en als werknemer en als collega ook trouwens).
Identiteitsvraagstukken zijn allesbehalve makkelijk. Het zijn complexe en fundamentele vragen waarover je je moet buigen en je kan het niet alleen. Je hebt hulp nodig, zowel van mensen dichtbij je als van mensen die vanop afstand met een andere blik kunnen kijken, misschien zelfs wel een professionele blik vanuit bepaalde aspecten. Gelukkig heb ik zulke mensen om me heen. Slechts één ervan wil ik expliciet noemen omdat zij voor mij in het centrum van dit alles staat: mijn lief. (De anderen weten wel wie ze zijn en aan hen zeg ik het wel persoonlijk)
Met mijn lief kocht ik dit jaar een huis. Jawel, het moment waarop haar kinderen het huis uit zijn en de mijne ook nadert (een beetje, vooral de mijne zijn nog relatief jong en mogen uiteraard nog lang bij me blijven wonen tot ze zelf hun eigen stekje willen) en geheel toevallig en onverwacht vonden we dit jaar in Ronse, ver weg van waar zowel zij opgroeide (en woont) als van waar ik opgroeide (en woon), een huis dat wel heel dicht ons ideaal benadert. Vrijwel alles wat we (op een realistische manier) wensten voor ons toekomstig gezamenlijk huis is er, en bovendien was het allemaal betaalbaar, waardoor we die unieke kans besloten te grijpen. We hebben weliswaar nog wat werk eer we daar effectief kunnen gaan samenwonen, maar we hebben ook nog tijd (in feite komt deze aankoop heel wat jaren vroeger dan we altijd gepland hadden). Ons (jawel, ONS!) huis is zowat het beste wat ons dit jaar te beurt viel. En het is zeker en vast het hoogtepunt van 2019, de basis waarop we onze toekomst samen verder kunnen bouwen en waar we, misschien wel voorbij die identiteitsvraagstukken geraakt, ons leven invulling zullen geven samen, zoals wij (en niet ik of niet zij apart) dat willen.

Over het belang dat gehecht wordt aan identiteit en hoe dat ingevuld wordt in de maatschappij tegenwoordig, heb ik al vaak getweet of berichten op Facebook gezet, en ik heb er zeker al heel veel over gesproken met veel mensen om mij heen en er komt vast een tijd om daar nog op verder te gaan, maar bij het einde van dit jaar wil ik nu vooral besluiten met de wens dat 2020 voor mijzelf meer antwoorden dan vragen oplevert, mij een nieuw evenwicht biedt en dat niet al te veel gebeurtenissen een hernieuwd evenwicht alweer uit balans brengen. En in feite wens ik ook u dat toe...

Geen opmerkingen: