16 november 2019

Chantal Acda


Sinds ik Chantal Acda lang geleden eens telefonisch mocht interviewen en mijn lief en ik enkele jaren later haar zelfs ontmoetten, volg ik elke nieuwe plaat van deze zangeres met meer dan gemiddelde aandacht en heel vaak haalt ze op één of andere manier deze blog.
Van al die platen, is Pũwawau zonder twijfel de meest opmerkelijke en gewoonweg de meest bijzondere. Ze illustreert pefect wat een immense weg de Nederlands-Belgische al afgelegd heeft en met elke plaat vond ik haar al beter worden, doch deze keer is het wel een gigantische stap voorwaarts die gezet wordt. Voor mij ligt dat vooral in het omarmen van allerlei genres en van electronica om nét die toetsen te geven die de songs ver boven zichzelf laten uitstijgen. De zes songs kennen een diversiteit die ik nog niet eerder bij haar hoorde en die zeer aangenaam verrast, vooral omdat die veelzijdigheid de samenhang allerminst in de weg zit.
Tuhinga opent het album als een negen minuten durend, haast ijl klinkend nummer dat een mengeling herbergt van kerkgezangen en zowaar Ansatz Der Maschine. Het neemt aanvankelijk de tijd om te evolueren van wat een IJslandse folknummer had kunnen zijn met die meerstemmigheid zonder woorden naar de song die het is. Na goed zes minuten is alweer een soort pauze ingelast, als een reflectiemoment. De intro van Marama doet me heel sterk denken aan Exit music (for a film) van Radiohead. In Taranga zingt/declameert Chantal haar teksten over wat langzaam lijkt uit te groeien tot een folksong (met mannenstemmen die de achtergrondzang overnemen van de vrouwen), op een manier die hetzelfde aliënerend effect heeft als Laurie Anderson. De groeiende repetitiviteit in dit lied verhoogt het dwingend karakter ervan. Dit is echt een song voor deze tijd, door de luisteraar te dwingen na te denken en een arrangement dat prikkelt, lichtjes verstoort, uitnodigt om dan weer het soort onbehagen te laten doorschemeren dat zo vaak in het oeuvre van Aphex Twin zit, zich hardnekkig vastzet in je hersenen en er lang na de laatste noot nog in rond blijft dwalen. 
Op een andere manier ademt ook Waiata tamariki vervreemding uit, zij het dit keer meer door de muziek, die aanschurkt tegen de ambient van Biosphere of Jon Hopkins. Voorts leunt dit nummer het dichtst aan bij de vorige platen, alvast ook door de prominente plaats die Chantals stem krijgt. Het is dan ook exemplarisch voor de verbreding die door dit album ingezet is, dat het meteen gevolgd wordt door een lied dat nog het meest afwijkt van alles wat ik voorheen van de zangeres hoorde. Puoro is het soort single dat in een ideale wereld helemaal bovenaan staat in de hitlijsten omdat het kwaliteit en compromisloosheid toch verenigt met goed in het oor liggende elementen zoals een tempo dat op steeds jachtiger klinkende radiozenders niet zou misstaan. De vele geluidsdetails geven het bovendien een erg modern geluid en het heeft net die eenvoud om tot een anthem uit te groeien, maar net als Windowlicker van de hierboven al genoemde Aphex Twin flirt het met hitpotentieel zoals een has-been-celebrity met elke ster met genoeg uitstraling om alleen al door een relatie ook weer enige relevantie te verlenen aan de voormalige publiekslieveling. Afsluiter Tumanako laat de rust weerkeren. De grootste kracht hier ligt in de relatieve eenvoud van zang en samenzang op een sobere instrumentatie. 
Dit album is een statement als je gelooft dat de in Nederland geboren maar in ons land wonende artieste een nieuwe weg wou inslaan zonder te breken met haar eigen verleden. In vergelijking met vorige platen wordt gekozen voor verbreding én verdieping (hoewel diepte al altijd heel erg aanwezig was in die platen). Zelf licht ze hier een tipje van de sluier wat ze wilde bereiken met dit album. Als luisteraar ervaar ik inderdaad iets van de contemplatie en reflectie waartoe ze ons wil aanzetten en door soms te kiezen voor een toch wel moderner klinkende sound lijkt ze ook haar publiek (én misschien ook wel een nieuwe publiek) te willen vasthouden in een wereld waarin afwisseling doorgeslagen is en de aandachtsspanne van velen behoorlijk kort is. De samenzang en achtergrondzang verhogen dat gevoel van verbondheid, van verbinding zoeken in meer dan woorden, die inderdaad, zoals ze schrijft, loos kunnen worden. De woorden- en meningenbrij die sociale media ook tot gevolg hebben, wordt bevochten met de eenvoudige wapens van zes songs.
Tot slot wil ik de producer of geluidstechnicus bedanken die in de mixing de stem van Chantal zo sterk op de voorgrond heeft geplaatst en daarmee bewijst begrepen te hebben dat dit haar krachtigste instrument is, dat in haar stem elk woord en elke noot net iets meer nadruk, iets meer betekenis, iets meer innerlijke kracht meekrijgt. 

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: