04 maart 2018

Buffalo Tom


Buffalo Tom was één van die groepen die de muziek mee definieerden van mijn jeugd. Vooral met Taillights fade voegden ze een nieuwe schakering toe aan het palet muziek dat ik begin jaren negentig leerde kennen en dat helemaal ontplofte na Nirvana's Smells like teen spirit. Wanneer je dan als band zoveel jaren later moet optornen tegen die erfenis die je zelf naliet, is het een oneerlijke strijd bij elke nieuwe plaat die je uitbrengt. Enkel zulke uitzonderlijke groepen als Radiohead, die zichzelf heruitvinden, of artiesten zoals Bob Dylan, die een nieuwe ader van écht goeie songs weet aan te boren, slagen erin om het verleden van zich af te schudden en de luisteraar te dwingen hen te beoordelen zonder al te veel achterom te kijken.
Voor Quiet and peace stonden de Amerikanen dus voor een schier onmogelijke opgave. Zeven jaar na hun vorige plaat en maar liefst zesentwintig jaar na hun grootste succes, Let me come over, moeten ze de hedendaagse muziekconsument overtuigen van hun relevantie. En dat doen ze niet tevergeefs.
Opvallend is dat de band uit Boston slechts af en toe overduidelijk teruggrijpt naar de sound van vroeger, zoals in Lonely fast and deep. De typische stem van zanger Bill Janovitz roept zoveel herinneringen op... Maar dat de band soms verrast mag onder meer blijken uit CatVMouse dat zou uit een "best of" van Crowded House had kunnen komen. Ook Only living boy in New York is -behalve van een haast onaardse schoonheid- van een geluid voorzien dat we nog niet al te vaak bij Buffalo Tom hoorden.
Waardig oud worden, zo heet wat Buffalo Tom hier doet. Deze plaat is geen totale ommezwaai maar is evenmin het recycleren van hun bekendste kenmerken. Quiet and peace is een zeer evenwichtige én best wel goeie plaat geworden.

Beluister hieronder het volledige album:

Geen opmerkingen: