31 maart 2018

Twintig parels per maand: maart 2018


Haast onmerkbaar zijn we uit de winter de lente ingegleden. Merkbaar aan het weer is het niet meteen of je het kan merken aan de selectie van twintig parels, laat ik aan uw oordeel over:
  1. Bullets - Tunng: we proberen alvast met deze opener van onze afspeellijst, een vrolijk deuntje dat helemaal tussen de plooien der vergetelheid geraakte
  2. It's the end of the world as we know it (and I feel fine) - R.E.M.: een klassieker die het nog elke keer doet voor mij
  3. Vertigo (Do the demolition) - Duran Duran: in 1986 was ik fan geworden van Duran Duran (na het uitlenen van meerdere cassettes van een klasgenoot). Net toen brachten ze Notorious uit, een plaat waarvan ik eigenlijk niet goed wist wat ervan te denken. Het is zeker niet hun beste werk, al kan ik sommige nummers die ik toen nog niet begreep, nu wel beter smaken, zoals deze song
  4. Don't go - Yazoo: nog zo'n liedje waar ik lang niet mee wist wat ik ermee aan moest. Vond ik dit nu goed of net niet? Tegenwoordig haal ik mijn schouders op en geniet van vooral van de nostalgie, als het eens opduikt in een intro-kwis met mijn lief
  5. I wanna be a Kennedy - U96: uit het album Das Boot met een heel duidelijke sample van Visage en dan af en toe harde techno: eigenlijk toch wel een heel bijzonder nummer
  6. At close range - Bodega Bamz: deze hiphoppers heb ik leren kennen via een vermelding in The New Yorker en deze song is echt wel de moeite waard
  7. Heard 'em say - Kanye West with Adam Levine: sinds ik Yeezus eens aan kortingsprijs kocht, heb ik het werk van Kanye heel erg leren waarderen, dus hij mag niet ontbreken
  8. Legend - Snoop Dogg: ook die andere grootheid van het genre, Snoop Dogg, verdient alweer een plaats met dit nummer uit 2016
  9. Get that dough - Beanie Sigel: ik heb beide Lyricist lounge-compilaties en op de 2e vind je deze aanstekelijke song
  10. We dem boys - Wiz Khalifa: de favoriete rapper van mijn zoon en dit vind ik zelf (totnogtoe, want ik heb zeker nog niet alles van de man beluisterd) zijn beste nummer
  11. Have visa no have rice - The Cambodian Space Project: bij een Facebook-vriendin zag ik deze band plots verschijnen en benieuwd beluisterde ik ook eens hun muziek. Ik versta (uiteraard) geen bal van wat ze zingen, maar hun punk rockt als de beesten
  12. Hoodoo voodoo doll - The Brian Setzer Orchestra: dat is ook het minste wat je van de rockabilly van The Brian Setzer Orchestra kan zeggen
  13. Gone, gone, gone - Carl Perkins: en als we het over rock hebben, laten we er de roll dan ook maar bijhalen met deze grote meneer van het vroege rock 'n roll-tijdperk
  14. Can't hardly stand it - Charlie Feathers: en met deze gaan we zelfs terug naar de jaren vijftig van de vorige eeuw
  15. Reversed boogie - The Spotnicks: gewoon op basis van de hoes kocht ik onlangs op een rommelmarkt een Best of van The Spotnicks. Jammer dat de kwaliteit van de plaat maar matig is, maar gelukkig vond ik online ook nog heel wat muziek van deze band
  16. Son of rumble - Link Wray: hoewel hij al in 2005 stierf, verscheen vorig jaar nog deze single van deze surfheld
  17. I wanna be your dog - The Stooges: een regelrechte klassieker uit 1969 die héél luid uit je boxen mag spatten
  18. Drunk drivers/killer whales - Car Seat Headrest: twee jaar geleden maakten we kennis met deze band dankzij onder meer deze prachtige single. Ik kreeg via een vriend de kans hen live te zien maar moest jammer genoeg weigeren wegens andere plannen (of ziekte, ik weet het niet goed meer). Daar heb ik al spijt van gehad...
  19. Road head - Japanese Breakfast: die ijle stem van de zangeres van Japanese Breakfast doet mij vol nostalgie terugdenken aan sommige bands uit de jaren negentig, waaronder het Nederlandse Bettie Serveert
  20. Depths (Pt. I) - Yumi Zouma: afsluiten doe ik deze maand met dit vrolijke, aanstekelijke nummer van Yumi Zouma
Beluister hieronder de volledige afspeellijst:

30 maart 2018

Lied van de week: week 13 - 2018

The abject - Monkey Juice




Monkey Juice is een stonerrockband uit Sint-Niklaas die in haar muziek toch ook zoveel mogelijk melodie tracht te steken. Ze passeerden langs de Much Luv Studio van Tim De Gieter (zie ook Fär en Every Stranger Looks Like You) en blikten er deze song in.

David Byrne


Albums die David Byrne, vroeger opperhoofd van de Talking Heads, uitbrengt, zijn op zijn minst altijd interessant. Zo was er in 2012 nog de samenwerking met St. Vincent, die uitmondde in het prachtige album Love this giant. Dat is niet minder waar voor zijn nieuwste plaat, American utopia.
Opener I dance like this begint heel rustig, met de herkenbare stem van Byrne, en dan hoor ik door mijn koptelefoon al enkele mooie details, van het soort waarmee de Amerikaan zijn platen altijd volstouwt. Het refrein klinkt verfrissend modern en ook wel een beetje dreigend, maar tijdig weet Byrne de balans weer recht te trekken. En zo verandert deze song voortdurend, als een toverbal in de mond van een kind. Gasoline and dirty sheets zou een gewone popsong zijn mocht de New Yorker er niet zijn eigen draai aan geven. En als wel vaker gebruikt hij zijn muziek ook om een boodschap over de actualiteit mee te geven.
Wat hou ik van Every day is a miracle, een ode aan het leven maar nog veel meer een ode aan een surrealistische kijk op dat leven. Je zou bijna denken dat David Byrne teveel aan de pillen of andere drugs gezeten heeft, maar gezien zijn affiniteit met kunst acht ik een Magritte-moment waarschijnlijker. Wat een voorzichtige aanklacht tegen een liegende president lijkt (Dog's mind), verandert ook al in een surrealistische wereld waarin we honden zijn. Gelukkig is er nog het al bij al normale liefdesliedje This is that, waarin muzikaal dan weer gebruik gemaakt wordt van verwijzing naar Oosterse muziek met interessante percussie.
We zijn net over de helft en het is weer tijd voor een complexloze (maar toch wel een beetje gecompliceerde) popsong: It's not dark up here. De lichte toetsen in het tragere Bullet laten de song lekker sloom slepen. Met milde humor trekt de zanger daarna ten strijde tegen het conformisme van de goeie smaak (Doing the right thing). 
Ligt het aan mij of ben ik niet de enige die echo's van Daft Punk is playing at my house van LCD Soundsystem hoort in Everybody's coming to my house? Dit is een bijzonder aanstekelijk liedje, dat als single zelfs nog eens een echte grote hit zou kunnen opleveren voor Byrne, mocht die daar interesse voor hebben. En daarna zijn we al toe aan Here, een rustige afsluiter die wat doet denken aan Paul Simon's Afrikaans avontuur op Graceland.

Beluister hieronder het volledige album:

29 maart 2018

Laurence Jones


De Liverpudlian Laurence Jones heeft net zijn zesde album uit. The truth neemt ons verder mee op het pad van bluesrock dat hij al sinds zijn debuut in 2012 bewandelt. Dat doet hij bij momenten met doorleefde, heerlijk rockende songs waarbij Jeff Healey niet veraf lijkt (What would you do), helaas soms ook in naar mijn smaak wat te platte, afgelikte songs die iets te nadrukkelijk richting hitparades en tienerblaadjes lonken (Don't you let me go). Ook bij de rustige songs zien we dat het alle kanten op kan: ik hou niet zo van de klefheid van Take me maar kan wel waarderen hoe hij zich beter weet te beheersen op Hold me close
Er staat geen enkele slechte song op deze plaat en bluesrock is natuurlijk sowieso een moeilijk genre waarvan de paden al redelijk platgetrapt zijn, dus de poging van Laurence Jones om daar iets aan toe te voegen is op zijn minst verdienstelijk. Af en toe slaagt hij daar goed in, doorgaans is dit een lekker in het oor liggend album dat gerust tijdens andere bezigheden op kan staan zonder je uit je concentratie te halen en af en toe klinkt het net iets te gladjes naar mijn smaak.

Beluister hieronder het volledige album:

28 maart 2018

Youff


Het doet het eerste moment even pijn aan de oren. Eens je eraan gewend bent en jezelf openstelt voor wat er ook moge komen, weet je echter Et cetera, de nieuwe plaat van Youff te waarderen. Deze band uit Gent klinkt alsof ze op een podium (of in een studio) gaan staan, met instrumenten om zich heen, een micro in de pollen van de zanger en dan zegt iemand (die zichzelf producer mag noemen): "Doe maar... doe maar IETS". Wat je dan te horen krijgt op de uiteindelijk afgewerkte plaat is dan ook een spervuur aan woede, improvisaties waarbij muzikanten gelukkig af en toe eens links en rechts van zich kijken om te zien (en te horen) wat hun collega doet en daar met wat geluk iets tegenaan gooit dat erbij past, of ook niet, naargelang het gevoel van het moment. 
Je zou denken dat dat leidt tot onbeluisterbare herrie en het afvoeren van alle betrokkenen naar de dichtstbijzijnde psychiatrische kliniek, maar gek genoeg: het werkt. Vraag me niet waarom. Zoek geen verklaring. Word een gelovige. Word fan. Begeef u naar één van volgende concerten en laat het allemaal op u inwerken:

Je kan het album hier kopen via hun Bandcamp-pagina of hier (vinyl) via Consouling. Beluister de plaat alvast hieronder volledig:

Mount Eerie


Vorig jaar maakte Phil Everum alias Mount Eerie met A crow looked at me één van de twintig mooiste platen van het jaar, over het verlies van zijn vrouw die aan kanker overleed. Bijna een jaar later verschijnt er al een vervolg: Now only. Amper 6 nummers vullen hier drie kwartier en de rouw is nog steeds aanwezig, maar wordt dit keer met wat meer afstand bezongen waardoor het allemaal wat minder pijnlijk aanvoelt en je als luisteraar minder het gevoel krijgt als een voyeur door het raam te staan binnenkijken.
De ritmewijziging in openingssong Tintin in Tibet laat al voelen dat er ruimte gekomen is voor meer dan alleen verdriet. De herinneringen klinken soms pijnlijk, soms troostend, net zoals herinneringen bij rouwenden altijd beide kanten in zich dragen en die ook altijd door elkaar heen lopen. Ook met de distortion in de intro van Distortion maakt Everum duidelijk dat dit een ander soort plaat geworden is, al grijpt de song nadien even nadrukkelijk terug op het singer-songwriteridioom. Halfweg Now only krijgt de song ademruimte dankzij de drums. 
Het hoogtepunt van de plaat vormt voor mij het bijna tien minuten durende Two paintings by Nikolai Astrup, een schilder die ook jong stierf, zo leert Phil Everum ons. De Noor Nikolai Astrup levert hem zo de inspiratie om te leven en geen tijd te verdoen maar de kunstwerken die je wil maken, af te werken vooraleer de dood toeslaat.
Ik ben nog in dubio of ik dit album dan wel het vorige het beste vind, maar geleidelijk begin ik te beseffen dat ze misschien twee zijden zijn van één groot kunstwerk dat Mount Eerie aan zijn overleden vrouw opdraagt en dat je het ene album niet zonder het andere ten volle kan waarderen.

Beluister hieronder het volledige album:

27 maart 2018

The Maghreban


The Maghreban is het alias waaronder de 40-jarige Brit Ayman Rostom al enkele jaren avontuurlijke house-muziek op de wereld loslaat. Zonet bracht hij zijn full-length debuut uit, 01deas. Wat meteen opvalt bij beluistering, is dat de man uit Guildford erin slaagt een breed palet aan invloeden te laten doorklinken, waardoor de plaat heel eclectisch geworden is.
Van de heerlijk nerveuze jazz die in Crime jazz doorstuitert tot de Afrikaanse ritmes in Revenge, zo divers blijken de registers waaruit geput wordt. Hi top remix integreert zeer geslaagd hiphop, in Strings hoor ik echo's van Strings of life van Derrick May en Broken verlangt zo zwaar terug naar de synthesizers van de jaren tachtig dat zelfs de hagelwitte glimlach van het tweetal van Modern Talking dreigt in mijn herinnering opgeroepen te worden. Radiance is dan weer een psychedelische trip in wat een commercial lijkt, maar geen hond die weet waarvoor...
The Maghreban toont zich met dit debuutalbum een gevarieerd muzikant die zich niet laat opsluiten in het hokje van één genre en is spek naar de bek van de avontuurlijke luisteraar.

Je kan deze plaat hier kopen via zijn Bandcamp-pagina. Beluister het alvast helemaal hieronder:

26 maart 2018

Gelezen (113)

De mooie dingen - Virginie Despentes


In dit boek maken we alweer kennis met de harde, cynische, egoïstische, materialistische, nihilistische, utilitaire wereld waarin Virginie Despentes haar personages wel vaker laat rondlopen. Pauline en Claudine zijn tweelingzussen, erg verschillend nochtans, al blijkt dat minder zo te zijn dan zijzelf (en iedereen) dachten. Wanneer Claudine sterft, zet Pauline het "eenmalige" van plaats verwisselen voort en gaat ze, met een duidelijk doel voor ogen, het leven leiden van haar zus om datgene wat ze meent dat haar toekomt (en niet haar zus) toe te kunnen eigenen. Net als in Baise-moi blijkt het hoofdpersonage niets ontziend in haar nihilisme en is ze erg hedonistisch ingesteld, bij momenten nog meer dan een Houellebecq-personage (en dat wil wat zeggen!). Toch laat Despentes in tegenstelling tot in Baise-moi hier toch enige nuancering toe door af en toe wat emotie toe te laten bij haar personage. Dat verhoogt de dramatiek enkel meer. Het bedrog dat de basis vormt voor dit boek, valt niet meer af te schudden en is zelf niets ontziend in zijn destructiviteit. De hier nu wel aanwezige emotie verlicht de hopeloosheid en het determinisme van de (zelf)vernietiging niet. Hier word je niet vrolijk van...

First love - Gwendoline Riley


In weerwil van de titel is First love van Gwendoline Riley geen romantisch boek over een eerste liefde, maar eerder een pijnlijk en rauw relaas van een relatie die emotioneel vooral heel peuter/kleuterachtig blijft. We maken kennis met de schrijfster Neve die getrouwd is met Edwyn, de eerste man met wie ze samenwoont. Deze Edwyn manipuleert haar, reageert als een sociaal-emotioneel zeer immatuur kind en doet dit zo pijnlijk dat je niet naast de parallellen van onmogelijke liefdes die Neve heeft gekend als kind, kan kijken. Maar toch is er meer aan de hand dan je op het eerste zicht zou denken: de relaties met haar moeder en met haar vader mogen dan geen toonbeeld zijn van zorgende ouder-kindrelaties, er is een heel bittere eigenaardigheid in de relatie die ze aangaat met Edwyn waardoor ze zijn emotionele manipulatie indien niet ondergaat, toch telkens weer blijft accepteren en er excuses voor blijft vinden. Deze zeer ongezonde relatie geeft de lezer een heel naar gevoel en het is zoals bij horrorfilms waarin je wil schreeuwen "nee, niet achter die deur!" maar het personage hoort je niet...

25 maart 2018

Lied van de week: week 12 - 2018

Bomb thrown - Czarface and MF Doom





Collages maken, is dat ook voor u iets uit een lang vervlogen (kleuter)verleden? Een vorm van artistieke expressie voor wie nog niet goed weet te tekenen of schilderen, maar al ideeën heeft van wat hij/zij op papier wil? Think again: zelfs hippe coolcats als Czarface en MF Doom maken er gebruik van voor de clip bij hun samenwerking, Bomb thrown, voorloper van hun volgende week te verschijnen album Czarface meets metal face. De song zelf klinkt lekker mellow en relax in weerwil van de lyrics.

Je kan het album Czarface meets metal face hier alvast bestellen.

Lyrics:

I warm it up like Kane in his prime
F*ck with us, you insane in the mind
You cowards way out of line
Money talk, boy you wasting my time
You don’t want to put the work in
You just want a taste of the shine
Real talk, so it’s hard to trust

I’m in it for the long ride
Like I drive a chartered bus
Scars and blood, from the deadly bars I bust
In Czar we trust, the army buy they bombs off us
Blog about it naysayer you can hardly doubt it

Who’s the best who’s the worst we could argue hours
Run into soldier field, I’m Jordan Howard
Nowadays they respect money more than power
Money, power, respect: we all want some
I ain’t waiting I needed it one lump sum
Made men trade hands with young dons
They stopped manufacturing the cloth that I’m cut from

I be laughin’ at the beef as though I’m bodyshamin’ exes
Only time you set-trip is when you binge on Netflix
Reckless, run it up like.. Eso, listen please
Alright I’d like the beat except the snare, kick and keys

Geez, I teach but I kill them when the class on
So I got no pupils like Spidey with the mask on
Generally speaking, each rhyme is five star
Split personality, I ride with a side car

I can’t think of the rhyme, it must be misplaced
It’s on the tip of my tongue like Stan Smith’s face
Hold on – hmm, something ’bout a fly sound
And how you got no bars like a dry town
So pipe down

The beat bumps like bad skin
Captain gonna teach stuff
Shout to Kraglin that’s the line, yeah
Let the mind take where the cameras can’t
It’s very necessary like a Q-Tip Grammy rant

(DOOM was imminent)

DOOM jet lagged, good afternoon or is that night
Militants speak proper, some airheads said he act white
Catch flight, red .. so he tends to pack light
Got jokes, but usually don’t engage in no snap fight
Could be considered a waste confrontin’ snakes on the back bite
Detrimental to culture that they lack sight, ass-wipe

Catch him on stage, mad hype, with a trashed mic
Mo’ flavor in the gutter, glass pipe and a flashlight
Lookin’ round for something, he still scurry
Bewilder, incite riots, minds gone blurry

There wasn’t really sh*t to say
Much to they chagrin or dismay
Licks had ’em on the ropes
Then he made a big mistake and hit the hay
Went home and hit the day

Burn the midnight oil and flip the sh*t a different way
Disaster, time is a component
Settin’ fire to rappers in a monumental moment
And the game’s potent
It’s like a never-ending quotient


A minute ago it was smiles and hugs
Now where the f*ck the dough went
He so bent it’s like he set the sh*t straight again
Bombs from the drop and he ain’t even close to sayin’ when
Nothin’ ever stolen
Was given as a blessin’, think the universe owe him
Got faked in the vessel but know when to keep rowin’
Yeah and get up out your own way when deliverin’ a poem

Those who think they do, don’t know him
No different than a squad of birds ready to blow him
Sorry Charlie, get back up on your Harley
Win, lose or draw, plus beat you at Atari
Drop they ass deep in some far-off Safari
And prob’ly even got the answer to,
Who the hell are we
Metal face squad drone, tell the real ones, Shalom
In a calm tone, bomb thrown...

24 maart 2018

B


B, hoeveel eenvoudiger kan je een project noemen? Dat moet Bert Libeert, drummer bij Goose, gedacht hebben en meteen voegde hij de daad bij het woord. Nu is er ook een eerste EP, Black atlas, uitgebracht bij Circuits, een label onder de hoede van Consouling dat zelfs een beetje op aanstichten van Libeert ontstond. Om de cirkel helemaal rond te maken, vermelden we ook nog even dat de illustratie die de hoes siert, gemaakt werd door Philippe Lantoine, die het logo van Circuits ontwierp.
Maar wat mij natuurlijk interesseert is de muziek. Vier songs telt deze EP en het is voor elk ervan smullen, duimen en vingers aflikken en zelfs dorsten naar meer. De titelsong komt in de buurt van de electronische basis van menig Goose-nummer en daar zal mijn lief (om maar één Goose-fan te noemen) bijzonder blij mee zijn. Dark waltz schurkt zich dan weer aan tegen het beste uit de new beat en dankzij de hernieuwde aandacht voor dat genre werden we er nog maar pas aan herinnerd dat, naast hopen brol, dat ook interessante songs voortbracht. Halvelings zou Dark waltz niet misstaan op zo'n verzamelaar.
Disconnected sluit weer aan bij het meest dansbare van Goose en is zes en een halve minuut puur dansvloermateriaal. Buitenbeentje op deze EP is My mind, niet enkel omdat daarin gezongen wordt. Ditmaal bevat het lied flarden Industrial die nadrukkelijk de toon bepalen. My mind klinkt daardoor even dwingend als pakweg Ministry
Soms moet een artiest, zelfs al werkt hij als producer al vaak samen met anderen en maakt hij deel uit van een bejubelde band, een eigen ei kwijt dat enkel via een zogenaamd nevenproject het licht kan zien. We mogen blij zijn dat Bert Libeert die aandrang, toen hij hem voelde, niet heeft weerstaan.

Je kan de EP hier kopen bij Consouling. Beluister hem alvast hieronder volledig:

20 maart 2018

Meshell Ndegeocello


Al in 1993 leerde ik Meshell Ndegeocello kennen nadat ze het fantastische debuut Plantation lullabies had uitgebracht. De Amerikaanse (echte naam: Michelle Lynn Johnson) mengt in haar muziek diverse genres (funk, soul, reggae, jazz, hiphop, rock) en wordt gezien als één van de inspiratoren voor de neo-soul. Ventriloquism is al haar twaalfde studioplaat.
Op dit album kiest ze alvast resoluut de kaart van de covers. Ze grasduint in liedjes uit de jaren tachtig en negentig, de liedjes dus uit haar eigen jeugd. Daar doet ze haar eigen ding mee, zoals met Nite and day (bekend van Al B. Sure!) dat hier ook wel in de buurt komt van wat Solange met zo'n song had uitgespookt. Of neem het bij Wendy and Lisa geleende Waterfalls, dat hier zachter en lieftalliger klinkt dan bij de twee voormalige Prince-vriendinnen. Funkklassieker Atomic dog (van George Clinton) mag terugvallen op een gestripte versie die door de vele details ook wat psychedelisch gaat klinken. Tina Turner zou haar Private dancer amper herkennen: zonder de rauwe stem van tante Tina wordt deze song een smachtende, gecroonde versie, gezongen in een bar die vol rookt hangt, vlak voor sluitingstijd. 
De collectie waar Meshell voor kiest, getuigt niet enkel van goede smaak, het laat ook een zangeres zijn die haar invloeden niet in één genre heeft gehaald. De coverversies doen het origineel eer aan, door noch gewoon een platte herhaling te worden, noch sterk afwijkend te zijn. Ze houden de essentie van de songs goed vast en dat levert een mooi album op.


Beluister hieronder het volledige album:

19 maart 2018

Peter Kernel


Het Zwitserse duo Peter Kernel kiest voor een schattige hond op de cover van hun nieuwste album, The size of the night, en dat is enigszins misleidend want zo lieflijk is hun muziek feitelijk niet. Hun post-pop klinkt als de geschifte liefdesbaby van Katy Perry en een wel heel erg Britse Sonic Youth
Zo klinken de gitaren op This storm will last alsof ze gegeseld worden door Thurston Moore en Kim Gordon, terwijl de zangeres van Chumbawamba haar teksten half zingt, half roept. In vrijwel elke song voel je een gevoel voor de pop-vibe dat telkens gecounterd wordt door experiment, gekke-bekkentrekkerij en frivoliteit die grenst aan waanzin. Zelfs de rustige afsluiter The fatigue of passing the night weet nauwelijks te verhullen dat binnen de lijntjes kleuren méér moeite kost aan Barbara Lehnhoff en Aris Bassetti. Het duo, dat zal je niet na het beluisteren amper verbazen, begon met haat voor elkaar tot ze elkaars werk (respectievelijk experimentele filminstallaties en muziek) ontdekten. Dit vierde album brengen ze uit op hun eigen label, On The Camper Records. 
Onnozel doen (zoals in There's nothing like you) wisselen ze met gemak af met ernst (het parlando in The secret of happiness) en die combinatie maakt hun muziek tegelijk erg mysterieus en intrigerend en toch ook popgevoelig.

Je kan de band live aan het werk zien in de AB in Brussel morgenavond.
Beluister hieronder het volledige album, dat je hier kan kopen via hun Bandcamp-pagina:

Project 2018: een compilatiecassette voor Elke (3)


Het is al tijd voor de derde aflevering in dit project, waarin ik een compilatie maak voor mijn lief. Ik hoop dat ze ook de selectie van deze maand leuk vindt:
  1. No rain - Blind Melon: een song waarvan ze in ieder geval telkens weer vrolijk wordt, is deze uit 1992
  2. The official ironmen rally song - Guided By Voices: ik heb me altijd afgevraagd of dit liedje iets te maken heeft met de beroemde Iron Man triatlon, maar ze zal het zeker wel eens opzoeken op Google voor me
  3. Gold soundz - Pavement: "and they're coming to the chorus now"... is één van mijn favoriete quotes uit een song. Dit nummer staat op het album van Pavement dat ik nog steeds het liefst terughoor (en dat ik op vinyl heb), Crooked rain crooked rain. Het blijft een absolute aanrader
  4. Lithium - Nirvana: ik twijfel of dit dan wel In bloom het favoriete nummer is van Nirvana voor Elke, dus ik heb de gok gewaagd
  5. Outshined - Soundgarden: een andere grungeband die ze graag hoort, is Soundgarden. Ik heb ditmaal gekozen voor een minder bekende song, van het album Badmotorfinger, van net voor ze bekend raakten bij het grote publiek
  6. Start choppin' - Dinosaur Jr.: in 1983 werd ikzelf van mijn sokken geblazen door de mij toen onbekende band Dinosaur Jr. (die ik intussen al één of twee keer live zag), met deze fantastische single
  7. Birth, school, work, death - The Godfathers: wie een bondige samenvatting wil van het leven, kan bij The Godfathers terecht
  8. How soon is now - Love Spit Love: Richard Butler maakte van de pauze in de carrière van The Psychedelic Furs gebruik om deze band op te richten. Ik probeer mijn lief af en toe iets te leren kennen waarvan ik denk dat ze het graag zal horen en soms probeer ik zelfs een cover van een song van een band die ze niet graag hoort. Zo heeft ze heel veel moeite met de stem van Morrissey (van The Smiths), maar ik ben ervan overtuigd dat ze How soon is now op zich wel zal weten te waarderen, dus laat ik het hier gewoon zingen door een andere band...
  9. Paradise - Coldplay: de clip met de olifant die bij dit lied hoort, ziet ze graag, vandaar mijn keuze
  10. Evil - Interpol: omdat zij deze band heel graag hoort (ik ook wel, maar dan vooral hun vroeger werk en vooral het album Antics), ben ik met Elke ooit naar hun concert in Vorst Nationaal geweest
  11. Light it up - Blood Red Shoes: ook deze band zagen we ooit samen, in Leffinge
  12. Golden skans - Klaxons: dit is een song die wel een beetje in het rijtje bij de voorgaande thuishoort
  13. A.G.N.E.S. - 1000 Ohm: we keren even terug naar de eighties, voor deze post-new wave
  14. Pop song - Lio: en als we toch terugkeren in de tijd, moet het ook wel lukken om er een grappig en pretentieloos nummertje tussen te smokkelen
  15. Slave to the beat - Plastic Bertrand: ik weet wel zeker dat new beat niet meteen de beste herinneringen oproept bij mijn lief en dus kies ik hier voor een song die eigenlijk al een beetje lacht met het genre (al is Plastic Bertrand natuurlijk vooral een commerciële vos die op de trein van het succes sprong om ook zijn graantje mee te pikken). Maar het is wel grappig hoe hij dé kreet uit vele new beat-songs ("acid!") vervangt door "Plastic!"
  16. Every little thing (he) does is magic - Shawn Colvin: een beetje rust is nu wel op zijn plaats en die brengt Shawn Colvin met een Police-cover die ze helemaal naar haar hand zet
  17. Heart and shoulder - Heather Nova: nog een vrouw die stug haar eigen weg gaat en onderweg de ene mooie plaat na de andere uitbrengt, ongeacht of iemand er nog op let of niet, is Heather Nova. Uit Siren komt dit liedje
  18. Strong enough - Sheryl Crow: ik hou van de ingetogen manier waarop Sheryl Crow hier zingt "are you strong enough to be my man" en ik hoop van harte dat ik het ben om die van Elke te zijn en te blijven
  19. Phantom limb - The Shins: in 2007 was dit één van mijn favoriete singles en ik was erg blij de band live te zien en horen op Pukkelpop en nu wil ik dit zeker ook delen met mijn lief
  20. The funeral - Band Of Horses: eindigen doe ik deze maand met nog zo'n song waar ik haar absoluut wil mee laten kennismaken. Ik vermoed dat ze zelf in 2006 amper iets oppikte van wat toen op de radio gespeeld werd en het was voor mij de periode waarin ik het Nederlandse online radiostation leerde kennen dat tegenwoordig als Pinguïnradio verder bestaat en dit leerde ik daar zelf toen kennen, in het jaar dat mijn zoon geboren werd
Beluister hieronder het 3e deel van de compilatie:

18 maart 2018

PJDS


Pieter-Jan De Smet werd als jonge gast binnengehaald als dé toekomst van de Belgische alternatieve scène en kreeg zelfs vrijwel meteen steun van bluesgrootheid Roland die hem onder zijn vleugels nam. Samen met Geoffrey Burton richtte hij PJDS op, een band waarmee hij nu zijn vijfde album (als we de compilatieplaat Away from God and far away from the action niet meerekenen) uitbrengt. Dat gebeurt overigens meer dan 10 jaar na de vorige. In de tussentijd heeft Pieter-Jan De Smet vooral als acteur gewerkt (wat hij ook voorheen al deed, tot zelfs in het VTM-programma De kotmadam toe) en voor theater muziek geschreven.
Siren, die nieuwe plaat, begint met het lichtjes aan Talking Heads refererende Imitation of a planet (Mishima), een song die je meteen weer voor PJDS wint. Het zal ook één van de hoogtepunten van het album blijken. Verder gaat de band op zoek naar diversiteit in de muziek, variatie door het gebruik van vaak subtiele details die de klankkleur verrijken (zoals de toetsen die enkele instrumenten aan het zich herhalend percussiepatroon toevoegen in Separate ways) en een solide sound om op terug te vallen. Dat levert af en toe rustige, schitterende pareltjes af die nauwelijks iets missen (tenzij misschien de hitpotentie die August wél had), zoals Seasons. Op andere momenten zit het tempo er wat meer in: Midnight of the mind hanteert daarbij jazzelementen en klinkt springerig, Clean clothes is een popkleinood waarin de bas de hoofdrol speelt vanaf een plekje achteraan het podium.
PJDS klinkt niet opdringerig, maakt in se rustige muziek, etaleert wel grote muzikale beheersing maar weet helaas aan iets te weinig songs dat ene sprankeltje toe te voegen waardoor je onweerstaanbaar valt voor hun muziek.

Beluister hieronder het volledige album:

17 maart 2018

Gelezen (112)

Het puberende brein - Eveline Crone


In dit boek brengt Eveline Crone op niet al te ingewikkelde manier de kennis bij elkaar die er was (in 2008) over de invloed van de ontwikkeling van de hersenen op pubergedrag. Het is een interessant boek dat inzicht verschaft in een aantal typische problemen maar ook kansen van de puberteit/adolescentie, verklaard door hun hersenontwikkeling. Ik heb alvast enkele nieuwe dingen bijgeleerd die me zeker kunnen helpen in mijn werk met jongeren. 

De consequenties -Niña Weijers



Niña Weijers weet in De consequenties de verschillende verhaallijnen mooi uit te werken. Die zijn betoverend, meeslepend en erg fascinerend. Alleen vind ik het jammer dat op het einde het samenbrengen toch niet is wat ik na zo'n heerlijk boek had verwacht. Het einde valt me dus wat tegen, maar de schrijfstijl, de opbouw van bijna het hele boek en de interessante personages maken dit boek het lezen meer dan de moeite waard.

Negroland. Een autobiografie - Margo Jefferson


Margo Jefferson kijkt in deze autobiografie terug op haar leven als bevoorrechte zwarte vrouw. Ze maakte deel uit van de zwarte elite toen ze in Chicago opgroeide in de jaren vijftig en zestig, gewrongen tussen het onrecht dat haar ras (zeker toen) werd aangedaan en de privileges van de gegoede burgerij waartoe haar gezin behoorde. Ze beschrijft hoe ze zich ondanks haar luxeleven toch telkens geconfronteerd voelde met de raciale vooroordelen en scheidingen die bestonden (en nog steeds bestaan) in de VS en hoe ze opgelegd kreeg om haar best te doen, enerzijds om dichter bij de blanken te komen in aanzien en in rechten en anderzijds om een voorbeeldfunctie voor haar eigen ras op te nemen. Die onmogelijke spreidstand wordt grondig geanalyseerd in dit boek en daarbovenop komt ook nog de strijd voor vrouwenrechten en het opkomend feminisme. De schrijfster weet heel mooi gestalte te geven aan haar eigen worsteling, maar trekt het ook breder naar familie, kennissen en uiteindelijk het hele ras. Ze maakt een goed onderbouwde, gedegen historische en politieke analyse die nooit de verbinding met het persoonlijke verliest.

15 maart 2018

U.S. Girls


U.S. Girls is geen band maar de naam waaronder de in Chicago geboren maar in Toronto wonende Meghan Remy al sinds 2008 platen op de wereld loslaat. Ik las over haar nieuwste album, In a poem unlimited, in het tijdschrift The New Yorker en was geïntrigeerd. De auteur van het tijdschriftartikel slaagde erin mij vooral warm te maken om haar teksten toch zo goed mogelijk te beluisteren. 
Weinigen slagen er zo goed in als U.S. Girls om verhalen te vertellen vanuit verschillende perspectieven als het betrof het een persoonlijk verhaal. Bruce Springsteen slaagt daar uitstekend in, wanneer hij de gewone, hardwerkende Amerikaan "speelt" in zijn liedteksten en natuurlijk is Bob Dylan hierin een meester. In het huidig tijdsgewricht is Meghan Remy een even uitzonderlijk talent en als vrouw brengt zij verhalen die Bob noch Bruce zo makkelijk verkocht zouden krijgen. Of ze nu zingt over een vrouw die de mannen die haar ooit terroriseerden, stalkt (Poem) of Sint-Pieter afschildert als een perverte bewaker van de hemelpoort die seks eist in ruil voor toegang, exact het soort misbruik dat #MeToo aanklaagt (Pearly gates), haar verhalen zijn kleinoden die bovendien lieflijk klinken. De hang naar disco in de melodieën is daar niet vreemd aan, noch de mooie zangstem van de Amerikaans-Canadese.
De vocale toeren die ze uithaalt, moeten niet onderdoen voor de dartele, verleidelijke Madonna van de beginjaren (M.A.H. klinkt zo smachtend als Material girl maar herbergt eigenlijk een aanklacht tegen een teleurstellend presidentschap van de eerste zwarte president). Doorheen de songs suggereert ze een verband in de bezongen levens en eigenlijk is die rode draad niet zo flaterend voor mannen, al hekelt ze evenzeer een aangeleerde hulpeloosheid bij sommige vrouwen en zijn de hoofdpersonages niet zelden vrouwen die macht opeisen of fantaseren over macht (en onmacht, want beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden). 
U.S. Girls heeft de potentie heel wat luisteraars te beroeren, zeker zij die het Engels als moedertaal hebben. De muziek waarvoor ze kiest, is zo toegankelijk en laagdrempelig, zonder toe te geven aan commerciële succesformules, dat meteen ook de boodschappen die ze zingt, erin gaan als zoete broodjes. Mij heeft ze alvast overtuigd om haar hele oeuvre eens wat nader te beluisteren want na deze eerste kennismaking kan ik me niet van de indruk ontdoen een mogelijk invloedrijke stem te horen die net als de eerder genoemde Springsteen en Dylan een steeds klaarder beeld van de haar omringende wereld weet te projecteren.

Beluister hieronder het volledige album:

14 maart 2018

Lied van de week: week 11 - 2018

Window - GoGo Penguin



Net als vorige week koos ik ook nu weer voor een instrumentaal nummer, van zo'n buitenaardse schoonheid dat de visueel erg aantrekkelijk clip zeer passend genoemd mag worden. GoGo Penguin is een band uit Manchester die jazz brengt die wel erg dicht aanleunt bij Aphex Twin, Squarepusher, Massive Attack, Brian Eno, Shostakovich en Debussy. Dit is dus jazz die niet eens klinkt als jazz, althans niet voor mijn jazz-onwillige oren.

Je vindt het nummer op het album A humdrum star dat je hier kan kopen.

13 maart 2018

Retro review: Guns N' Roses


Zestien zou ik worden, in 1987, het jaar waarop Guns N' Roses erin slaagde grote successen te halen met Appetite for destruction, hun debuutalbum. Tot dan had ik me ver gehouden van alles wat maar enigszins naar metal rook, maar je weet hoe dat gaat op die leeftijd: de groepsdruk is altijd groot genoeg om je toch overstag te doen gaan. Want zowat de hele klas was dol op Paradise city, de grootste hit uit deze plaat.
Ik kocht op het einde van dat jaar, toen ik al mijn zestiende verjaardag had gevierd, de cassette van dit album. Ik luisterde er toen veel naar en wellicht is het van toen geleden dat ik de hele plaat nog eens beluisterd heb. Ik was dan ook benieuwd hoe het allemaal zou klinken, zo'n goeie dertig jaar later.
Singles Welcome to the jungle, Sweet child o' mine en Paradise city staan nog steeds als een huis, al zal de nostalgie ook een rol spelen. Een song als Out to get me is tomeloze rock zoals de band ons later nog beter zou schenken met You could be mine, uit de soundtrack van Terminator 2 (overigens nog steeds mijn lievelingssong van deze Amerikanen).
Onderling inwisselbare nummers als Anything goes en Think about you worden dan weer afgewisseld met potente rockers als My Michelle en Rocket queen. Al bij al hebben de meeste liedjes de tand des tijds enigszins doorstaan: natuurlijk klinken ze als amper nog een band vandaag wil klinken, maar toch horen we hier een groep op het toppunt van zijn kunnen, met soms erg goeie songs, meestal gewoon goeie nummers en af ten toe eens iets matigs.


Beluister hieronder het volledige album:

12 maart 2018

Stikstof


Enkele weken geleden vroeg ik hier al uw aandacht voor Gele blokken, de single die het album Overlast voorafging. Dat album van Stikstof, het bekendste Brusselse hiphopcollectief, is nu uit en -ik zeg het maar al meteen- is indrukwekkend, doorleefd, essentieel en muzikaal beter dan het gros van de hiphop, een genre dat nochtans weinig te klagen heeft van bloedarmoede met al die artiesten die de laatste jaren nieuwe impulsen gaven én de definitieve doorbraak naar de hitlijsten forceerden.
Waar Stikstof verschilt van anderen, is dat ze niet alleen heel donker en stedelijk klinken maar ook uitdrukkelijk kiezen voor heel verstaanbare lyrics, ondanks de duidelijke Brusselse tongval. De teksten laten onze hoofdstad zien zoals ze enerzijds niet graag gezien wordt (en Donald Trump zou, mocht hij hiernaar luisteren, zijn "hellhole"-uitspraak bevestigd zien) maar anderzijds toch met liefde benaderd wordt. Want zoals niets wit of zwart is, is ook Brussel, zo leren we hier nog eens te meer, een stad met heel veel tinten, en die zijn lang niet allemaal grijs.
Er zijn samenwerkingen, met WWWater (Nat) en Brihang (1000 milligram). Die eerste, een band rond Charlotte Adigéry en met Kamagurka's zoon Boris Zeebroek, brengt een zachtheid in de song die wat vreemd aandoet voor de Brusselaars. De Westvlaming Brihang zorgt voor een clash tussen twee dialecten, maar voegt zich wel duidelijk in in de sound van Stikstof. 
De diepe bassen die ook al in Gele blokken te horen waren, komen ook terug in songs als Frontal en het zijn net die geluiden die deze hoofdstedelingen boven hun genregenoten laten uitstijgen. Dit, dames en heren, is een sterk album en mag, moet je koesteren. Al te vaak wordt Brussel gezien als een vloek voor Vlaanderen, erbij horend om politieke redenen maar te weinig geliefd door de meesten om echt aan het hart gedrukt te worden. Stikstof laat zien hoe onterecht dit is en DIT is de muziek die ik, toen ik ooit in Laken woonde, miste als toenmalige soundtrack. Maar weet je wat: deze plaat maakt het alsnog goed.

Beluister hieronder het volledige album:

10 maart 2018

The Me In You


The Me In You is een Belgische band uit het Hageland die voor hun derde album een Schotse dichter-muzikant verzonnen, Stuart Conroy. Op Stuart Conroy 1974-1978 dient hij als excuus voor heel uiteenlopende muziekjes. 
Vaak bedient de band zich van instrumentale nummers (zoals 19:56), soms zijn er gesamplede stemmen te horen (A well cast heroin). In songs als East Kilbride en Shirley's dream horen we de stem van zanger Stijn Claes, al is dat in laatstgenoemde song vervormd. 
De plaat kabbelt rustig weg, al vermijdt ze net voldoende het risico slaapverwekkend te worden door slimme details, mooie arrangementen en vooral de bijzonder geslaagde songs zelf. Af en toe gaat het tempo een klein beetje omhoog, zoals in Mixing the beats of love. De plaat staat er als geheel, zo kunnen we concluderen na nog geen veertig minuten, wanneer de laatste noot dooft.

Beluister hieronder het volledige album:

09 maart 2018

Suuns


Ik geloof niet dat Suuns al een "gewone" plaat heeft uitgebracht: telkens opnieuw maken ze verrassende muziek, met een twist die je amper elders vindt en met invloeden die buiten het rijtje van doorgaans geciteerde voorbeelden vallen. Dat is niet anders op Felt, hun vierde album (als we hun samenwerking met Jerusalem In My Heart niet meetellen).
Er zit een vleugje Midden-Oosten in Look no further, een saxofoon botst tegen een post-new wave ritmepatroon in X-ALT, Make it real is Morphine zonder hun vertrouwde instrumentarium en Peace and love klinkt een beetje als One day van Asaf Avidan, maar dan wel als die drugs genomen heeft en hij tijdens de song steeds meer in trance geraakt. 
Felt is een plaat zoals je er maar weinig zult horen dit jaar. Waar After the fall elementen uit dance-genres vertraagt om een bevreemdende sfeer te creëren, is Moonbeams een aanslag op de oren, zoveel ruis dat je als luisteraar moeite moet doen om de melodie te ontwaren. Het repetitieve van Daydream kan al eens iemand op de zenuwen beginnen werken, en net dan verzacht de song (een beetje). Suuns lijkt niet te kunnen kiezen tussen alle genres, of beter nog: ze WILLEN niet kiezen. En dus maakten ze alweer een plaat die in zijn geheel amper ergens mee te vergelijken valt maar wel een gooi doet (nu al, we zijn pas maart!) naar allerhande toonaangevende eindejaarslijstjes.

Beluister hieronder het volledige album:

08 maart 2018

Lied van de week: week 10 - 2018

Come on momentum - Go March



Je hoeft niet te zingen om een indrukwekkende song te maken, dat is allang geen geheim meer. Go March bewijst deze stelling voor alle zekerheid toch nog maar eens met Come on momentum, een mokerslag die de genres mathrock, krautrock en post-rock (waarmee de band bij hun debuutalbum vaak geassocieerd werden) ver overstijgt.

05 maart 2018

Jonathan Wilson


Achter een spuuglelijke, in overdadige kleuren gehulde hoes gaat soms een mooi of interessant album schuil, denk maar aan de titelloze plaat van Morgan Delt. Met die hoop luisterde ik de eerste keer naar Rare birds van Jonathan Wilson.
Bij opener Trafalgar square waan je je eind jaren zestig, zelfs in het universum van The Beatles of de vroege Pink Floyd. De artiest uit Los Angeles tapt wel vaker uit het psychedelisch vaatje, maar als er één band is waar hij me (nog versterkt door de lengte van de songs) vooral aan doet denken, is het wel The War On Drugs. Over the midnight is een uitstekend voorbeeld van zo'n lied. Opvallend daarbij is ook wel dat Jonathan Wilson, overigens de hele plaat lang, behoorlijk braaf klinkt. 
Zo lelijk als de hoes is deze plaat zeker niet. Wie echter hoopte op een verborgen meesterwerk, komt bedrogen uit. Daarvoor mag Wilson iets meer zijn comfort zone verlaten...

Beluister hieronder het volledige album:

04 maart 2018

Buffalo Tom


Buffalo Tom was één van die groepen die de muziek mee definieerden van mijn jeugd. Vooral met Taillights fade voegden ze een nieuwe schakering toe aan het palet muziek dat ik begin jaren negentig leerde kennen en dat helemaal ontplofte na Nirvana's Smells like teen spirit. Wanneer je dan als band zoveel jaren later moet optornen tegen die erfenis die je zelf naliet, is het een oneerlijke strijd bij elke nieuwe plaat die je uitbrengt. Enkel zulke uitzonderlijke groepen als Radiohead, die zichzelf heruitvinden, of artiesten zoals Bob Dylan, die een nieuwe ader van écht goeie songs weet aan te boren, slagen erin om het verleden van zich af te schudden en de luisteraar te dwingen hen te beoordelen zonder al te veel achterom te kijken.
Voor Quiet and peace stonden de Amerikanen dus voor een schier onmogelijke opgave. Zeven jaar na hun vorige plaat en maar liefst zesentwintig jaar na hun grootste succes, Let me come over, moeten ze de hedendaagse muziekconsument overtuigen van hun relevantie. En dat doen ze niet tevergeefs.
Opvallend is dat de band uit Boston slechts af en toe overduidelijk teruggrijpt naar de sound van vroeger, zoals in Lonely fast and deep. De typische stem van zanger Bill Janovitz roept zoveel herinneringen op... Maar dat de band soms verrast mag onder meer blijken uit CatVMouse dat zou uit een "best of" van Crowded House had kunnen komen. Ook Only living boy in New York is -behalve van een haast onaardse schoonheid- van een geluid voorzien dat we nog niet al te vaak bij Buffalo Tom hoorden.
Waardig oud worden, zo heet wat Buffalo Tom hier doet. Deze plaat is geen totale ommezwaai maar is evenmin het recycleren van hun bekendste kenmerken. Quiet and peace is een zeer evenwichtige én best wel goeie plaat geworden.

Beluister hieronder het volledige album:

03 maart 2018

Detboi


Drum 'n bass, ooit was ik er verslingerd aan, maar helaas moet ik bekennen dat het genre op mijn blog onderbelicht blijft. Heel soms spot ik via sociale media of zelfs Spotify nog eens iets goeds. Niet dat er geen goeie drum 'n bass meer verschijnt, ik volg het alleen niet meer en het blijft tegenwoordig nog meer dan vroeger onder de radar.
Dus ben ik wel verheugd vandaag Detboi te mogen voorstellen, ter gelegenheid van zijn nieuwe EP Ice cold. De man brengt al sinds 2008 materiaal uit en nu tien jaar later mag hij terecht resideren op het bekende Metalheadz-label. Daar past zijn muziek heel goed. Het is behoorlijk old school drum 'n bass die hij brengt. Blood drops doet me denken aan het betere werk van Ed Rush en Optical. Dat geldt nog meer voor de zeer diepe bassen in Ice cold - blood on the drums. Na het wat gelijkaardige Welcome to the darkness is Groovedigger wat soulvoller en herbergt zo kleine vingerwijzingen naar Roni Size's Reprazent. Beast is tenslotte een floorfiller voor menig drum 'n bass-feestje.
Vaak luister ik niet meer dit genre, maar als een release als deze me bereikt, dan spring ik toch weer een gat in de lucht.

Beluister hieronder de volledige EP:

01 maart 2018

Gelezen (111)

Absalom, absalom! - William Faulkner


William Faulkner is één van die Amerikaanse schrijvers die zo treffend het Zuiden van de VS beschreef, alsook de psychologie van de mensen die er woonden. Het leverde hem in 1949 dan ook de Nobelprijs Literatuur op. 
In dit boek, zijn beroemdste, vertelt hij een familiegeschiedenis tegen de achtergrond van de Amerikaanse burgeroorlog en de heersende ideeën over rassen. Het levert een boeiende inkijk op in hoe men in het Zuiden aankeek tegen de noorderlingen die de slavernij willen afschaffen en tegenover moderne ideeën over rassengelijkheid (al zijn die hier nog maar heel erg in de kiem aanwezig natuurlijk). Het is een groots opgezette roman die niet altijd even makkelijk leest maar die moeite meer dan waard is.

Saturdays kinderen - Ayesha Harruna Attah

 
Ayesha Harruna Attah schreef een heel onderhoudend boek waarin enkele verhaallijnen, telkens verteld vanuit het perspectief van een ander personage, mooi samenkomen. Het leest ook voor niet-Afrikanen lekker herkenbaar ondanks de duidelijke couleur locale. Al bij al komen vrij universele thema's aan bod (opgroeien, liefde, het huwelijk,...) naast thema's die te maken hebben met leven in een (voormalige) dictatuur. Dit was best een interessant en leuk boek.

Het sprongbeen - Albertine Sarrazin



Albertine Sarrazin beschrijft in dit boek de vlucht van een minderjarig (volgens de toenmalige wet toch) meisje uit de jeugdgevangenis. Ze ontmoet een man die als een rode draad door haar leven, op diverse onderduikadressen, blijft opduiken. We lezen vooral het verhaal van een meisje op de vlucht voor zichzelf.


Brick lane - Monica Ali




In dit boek beschrijft Monica Ali het leven van een in Bangladesh geboren vrouw die uitgehuwelijkt wordt aan een man in Londen. Vooral in het eerste boek valt op hoe goed ze erin slaagt de vrouw neer te zetten als heel erg gelijkend op elke jonge vrouw met ambities in het leven, verwachtingen, wensen en verlangens, ondanks de verschillende culturele achtergrond. Dat is lang niet evident (meer) in een maatschappij die toen al en nu nog steeds polariseert. Monica Ali slaagt erin een zeer menselijk portret neer te zetten en het boek was dan ook een bijzonder mooie leeservaring.