21 mei 2015

Blur


Damon Albarn van Blur hoort zeker tot mijn muzikale helden. In het hele gedoe van Blur versus Oasis bewees hij met zijn groep dat zij een diverser palet konden aanboren en hij schuwde toen, en al zeker nadien, het experiment niet, het inslaan van nieuwe wegen. Gorillaz bleek een schot in de roos, maar meer nog kreeg ik bewondering voor de man door de manier waarop hij een soort opera maakte (Monkey: journey to the west) en uiteindelijk ook solo de stap durfde te zetten (Everyday robots werd daarbij voorafgegaan door het hier besproken Dr Dee). 
Wanneer dan na zovele jaren Blur opnieuw een plaat uitbrengt, is dat reden tot verwachtingsvol reikhalzen. En ja, ik weet dat dat eigenlijk een pleonasme is. In deze context lijkt me dat gewettigd. Immers, Blur heeft de lat zelf hoog gelegd en Albarn en Graham Coxon (wiens carrière ik evenwel minder gevolgd heb) deden daar intussen zelfs nog een schepje bovenop.
Het begon al goed met de vooruitgestuurde single Go out, een heerlijke popdeun, en ook de nieuwe single Lonesome street drijft op een heerlijk meezingbaar refrein met een hook die je hoofd niet meer verlaat. Die laatste song is de opener van het album. New world towers mag dan rustiger zijn, het doet ook niet onder qua kwaliteit. Alle details zitten goed. Bij Ice cream man doet de titel alleen al me denken aan Jonathan Richman, maar waar die ook een haast perfecte popsong uit zijn mouw schudde, slaagt Blur er in om net wat weg te blijven van de pure pop en de song wat meer diepgang te geven. 

Het meer dan zes minuten lange Thought I was a spaceman weet me ook na meerdere luisterbeurten niet echt te bekoren. Ik hoor goeie ideeën maar geen overtuigend coherent geheel. I broadcast loodst Blur dan wel de hedendaagse muziekscène binnen, maar lijdt aan net hetzelfde euvel als het vorige nummer. Wanneer onze aandacht dan ook dreigde te verslappen, is er My terracotta heart dat weliswaar niet tot het beste behoort wat de Britten al voortbrachten, maar toch voldoende in de lijn ligt van hun vroeger werk om onze oren opnieuw te laten spitsen.
Eerst vond ik There are too many of us wat drammerig klinken, maar tegelijk moet ik intussen bekennen dat het ook wel een geweldige oorwurm betreft. Het is dus met gemengde gevoelens dat ik dit liedje beluister. Ghost ship valt me wat tegen maar Pyongyang en het nog iets poppier Ong ong krijgen dan weer like-duimpjes mee. Mirrorball verzamelt muzikale invloeden en vormt een perfecte synthese van dit album. Al bij al moeten we toegeven dat de koningen van de Britpop er niet in geslaagd zijn de hoge verwachtingen in te lossen (wat ook erg moeilijk was natuurlijk), meer nog: bij momenten stellen ze wat teleur omdat enkele songs niet veel meer dan matig zijn of nog niet goed uitgewerkte ideeën bevatten die met wat meer zorg tot betere muziek hadden kunnen leiden. Anderzijds zijn er ook weer enkele semi-klassieke popsongs te bespeuren.

Je kan het album hieronder volledig beluisteren:

Geen opmerkingen: