30 juni 2014

Gratis download: Charnia

De Wase band Charnia maakt drone/sludge/doom/ambient. Al die genres naast elkaar zien staan, maakt nieuwsgierig. Wie zijn nieuwsgierigheid evenmin kan bedwingen, krijgt hieronder alvast een (gratis te downloaden) voorproefje. 
Ze treden bovendien ook op tijdens de Gentse Feesten:

29 juni 2014

Twintig parels per maand: juni 2014


In deze nieuwe reeks (Twintig parels per maand) stel ik telkens 20 nummers voor, recent of minder recent, die (vergeten) parels verdienen genoemd te worden.
We trappen af (voetbalmetaforen zijn erg actueel) met deze songs:

  1. Hot hot hot - Buster Poindexter: een vrolijk zomers deuntje om mee te starten, van de man die ik leerde kennen van zijn cover van Hit the road Jack.
  2. Mr Wendal - Arrested Development: toen Speech nog met zijn band muziek maakte, was dit de eerste single waarmee hij me verblijdde. Na al die jaren dit terughoren, is zalig. Dit ruikt echt helemaal naar onbezorgde tijden, al verdraait nostalgie natuurlijk mijn herinnering aan die jaren.
  3. 500 (Shake baby shake) - Lush: op het album Lovelife stonden ook nog Single girl en Ladykillers (twee songs waar ik heel veel plezier aan heb beleefd), maar deze leek een beetje door de mazen van het net geglipt en half vergeten.
  4. Daydreamer - Menswear: Britpop die naadloos aansluit bij het vorige nummer, van de plaat Nuisance. Verder heb ik niets meer vernomen van deze band, maar hey, dit blijft een aangenaam nummertje.
  5. Deep dark truthful mirror - Elvis Costello: met Spike leerde ik Elvis Costello voor het eerst echt kennen. Dat ze Veronica vaak draaiden op MTV, heeft zeker geholpen. Dit is wat rustiger en zeker ook zeer de moeite.
  6. Rugla - Amiina: deze IJslandse dames maakten de prachtplaat Kurr, één van de mooiste van 2007 zelfs. Hier word ik telkens een beetje stil van...
  7. Radiation ruling the nation (Protection) - Massive Attack vs Mad Professor: een jaar nadat Protection uit was, liet Massive Attack de plaat onder handen nemen door Mad Professor, die één van de meest fantastische dubplaten (No protection) als resultaat afleverde.
  8. 9 samurai - Kode9 + The Spaceape: mijn eerste kennismaking met dubstep sloeg in als een bom. De diepe bassen vragen erom extreem luid afgespeeld te worden...
  9. Amped - Freq Nasty: Freq Nasty is een artiest die ik leerde kennen omdat hij ook op het Skint-label zat, waar ook Fatboy Slim zijn deuntjes bij uitbracht. Dit is heerlijk voor deze tijd van het jaar.
  10. Lifetimes - Slam: we gaan een beetje verder in dezelfde trant. Slam zat dan weer op het ongelooflijk coole Soma label, dat in de komende maanden wellicht nog aan bod zal komen. Dit is hun meest bekende lied.
  11. Iron galaxy - Cannibal Ox: wie zijn hiphop graag avontuurlijk heeft, kan ik The cold vein van Cannibal Ox zeker aanbevelen. Zij laten zich niet opmerken met stoerdoenerij over "ho's" en "bitches" en roepen "kijk eens goed wij zijn", maar ze maken intelligente muziek met niet voor de hand liggende samples.
  12. De goeie in 't vloeien - Osdorp Posse: nuance moeten we dan weer niet verwachten van de Amsterdammers van Osdorp Posse, pioniers van de nederhop, maar dit is gewoon magistraal.
  13. Heygana - Ali Farka Touré: Malinese blues, het is iets helemaal anders. Via zijn plaat The river, waarover ik hier al eens schreef, leerde ik deze Afrikaanse grootheid kennen. Doe er nu ook uw voordeel mee...
  14. When the generals talk - Midnight Oil: voor Midnight Oil internationaal doorbrak met Diesel and dust (hun hit Beds are burning bent u vast nog niet vergeten), hadden ze ook al de mooie plaat Red sails in the sunset gemaakt en dit is één van de beste nummers daarop.
  15. Feel the pain - Dinosaur Jr: exact twintig jaar geleden werd deze single uitgebracht als eerste song van Without a sound. Vintage Dinosaur Jr is dit en meer moet dat niet zijn.
  16. Christian woman - Type O Negative: nog een vreemde eend in de bijt van mijn platencollectie is dit erg gothic aandoende Type O Negative. In 1993 had ik echter nog nooit van gothic gehoord (dat zou pas ongeveer een decennium later zijn, schat ik zo). En toch was er iets aan het overdreven dramatische van deze song dat me vanaf de eerste beluistering bekoorde.
  17. Fallin' - Teenage Fanclub and De La Soul: de soundtrack van Judgment Night staat vol goeie tot zeer goeie samenwerkingen tussen (ruim genomen) "metal"bands en hiphoppers. De sample van Tom Petty maakt het hier helemaal af.
  18. The Siamese cat song - Bobby McFerrin: wie deze man enkel kent van Don't worry, be happy, mist wat een fantastisch talent hij bezit. Op een soort tribute-album voor Disney (Simply mad about the mouse) geeft hij zijn eigen draai aan dit liedje uit The aristocats.
  19. Chomp samba - Amon Tobin: deze Braziliaan brengt ons stilaan terug bij waar het deze maand (en nog een deel van juli) vooral om draait: het WK voetbal in Brazilië. Amon Tobin zag ik ooit op 10 Days Of Techno (dat toen nog zo heette) staan, uren voor hij er zelf een set zou spelen/draaien. Zijn optreden was veel te laat die nacht en heb ik dus gemist en daar heb ik achteraf wel spijt van. Gelukkig kan je zijn met heel veel couleur locale gekruide drum 'n bass wel nog steeds beluisteren wanneer je maar wil.
  20. Umbabarauma - Soulfly: en met deze song van Brazilianen over voetbal zijn we dus helemaal waar we moeten zijn. Soulfly startte als een nieuw project van Max Cavalera van Sepultura toen hij de band verliet in 1997. De song is eigenlijk een cover van Jorge Ben.

25 juni 2014

Lied van de week: week 26 - 2014

Goshen '97 - Strand Of Oaks


Vreemd hoe ik in het begin van deze single van Strand Of Oaks vooral moest denken aan Dinosaur Jr, hoewel hun muziek vaak sobere folk genoemd wordt. Het gruizelige geluid hebben beide bands alvast gemeen. Ik ben erg benieuwd naar het hele album, waarover ik hier lees dat het erg de moeite zou zijn. En meteen wordt veel duidelijk: J. Mascis speelt mee op de openingstrack van de plaat.

Je kan het album Heal hier kopen.

Lyrics:

I was riding in the basement
Buying Cassios with my friend
Then I found my dad's old tape-machine
That's when the magic began


I was lonely, I was havin' fun
I was lonely, but I was having fun


I don't wanna start all over again
I don't wanna start all over again


Singin' pumpkins in the mirror
Pointin' mitfalls under my bed
Before I was fat, a truncheon leaf
Everything still had a head


I was lonely, I was havin' fun
I was lonely, but I was having fun


I don't wanna start all over again
I don't wanna start all over again

23 juni 2014

Gratis download: sampler Her Name Is Calla

Over Her Name Is Calla schreef ik al kort hier. Zanger van die fijne band is T.E. Morris, wiens album And you were the hunter ik al besprak vorig jaar. De band heeft nu een sampler op haar Bandcamppagina, die je gratis (of voor een zelf gekozen bijdrage) kan downloaden:

22 juni 2014

Het kost teveel?

(foto: www.de-vlinder.nl)

Deze voormiddag hoorde ik een zoveelste voorbeeld op de radio van hoe overheden (in dit geval een gemeente) besparen op openbare diensten omdat ze "teveel kosten". De gemeente Asse heeft immers beslist dat een schooldag een half uur vroeger zal stoppen, door de middagpauze in te korten, want het middagtoezicht kost de gemeente en als ze de leerkrachten middagtoezicht laten doen (als ik me het goed herinner, kan dat maximaal een half uur) en de avondopvang inkorten, wordt algauw een besparing van 300.000 euro gerealiseerd.
Misschien moeten we meteen maar ook het onderwijs afschaffen en vervangen door kinderarbeid: in plaats van dat het ons kost, zal het nog opbrengen ook... Wellicht vind je dat ik overdrijf, maar de essentie van het hele verhaal wordt er wel pijnlijk duidelijk mee. Als openbare dienstverlening kost (en dat doet ze per definitie), wordt dat volgens de wetten van het marktdenken gezien als verlies en verlies moet gemeden worden. Winst immers is wat we nastreven. 
In tijden waarin winstbejag en winst nastreven het mantra is, het alfa en omega van alle levensdomeinen, wordt amper nog geluisterd naar tegenstemmen als deze die beargumenteren dat een "grote" overheid juist economisch goed is (zie dit artikel). 
En wat betekent deze beslissing nu concreet voor sommigen in Asse (waar ook nogal wat arme gezinnen wonen, zoals ik ooit door mijn job mocht aanschouwen). De school is al gedaan om 15u. Ouders (en dus ook alleenstaande moeders) hebben dan de keuze: al om 15u hun kind afhalen van school of méér opvang betalen (want de prijs gaat ook enigszins omhoog), hoewel de avondopvang dus ook gewoon een half uur vroeger stopt. Wie dan geen netwerk heeft dat mee de zorg voor de kinderen kan opnemen, moet dus een half uur vroeger thuis zijn (en stoppen met werken). Wat doet zoiets met de arbeidskansen van een al kwetsbare groep werkzoekenden, denkt u? En wordt het dan duidelijk hoe asociaal het besparingsdenken in feite wordt?
Het wordt hoog tijd dat we de maatschappelijke discussie ten gronde voeren of we vinden dat openbare dienstverlening iets is wat moet opbrengen (of hooguit zo weinig mogelijk mag kosten, enkel een kleine "verliespost" mag zijn) dan wel of het een maatschappelijke investering is gericht op het welzijn van iedereen. Maar ja, solidariteit is ook al zo'n ouderwets woord zeker?

21 juni 2014

Gelezen (61)

Massa - Joost Vandecasteele


In deze roman van Joost Vandecasteele komen thema's als eenzaamheid, informatie, de onoverzichtelijkheid van de hoeveelheid mensen op aarde en het internet ruim aan bod. Margot is een jonge vrouw die alle liefde en passie achter zich laat en zich van de andere mensen distantieert. Haar gave om informatie te ordenen en weer te geven levert haar een job op met veel rijkdom en het toetreden tot een zeer geheime en geheimzinnige wereld.
Vandecasteele slaagt er goed in het verhaal interessant te houden met plotwendingen maar ook door een goede uitwerking van het hoofdpersonage. Dit boek is een interessant experiment met een tijdperk dat ergens tussen het recente verleden en een mogelijke nabije toekomst ligt.

Jane Eyre - Charlotte Brontë


Deze klassieker van Charlotte Brontë leest als een erg modern verhaal en bevat denkbeelden die je niet verwacht halfweg de 19e eeuw. De schrijfster toont zich een progressieve feministe met de woorden die ze het hoofdpersonage bijwijlen in de mond legt. Voor liefhebbers van Jane Austen en de andere Brontë-zussen is ook dit boek om duimen en vingers van af te likken. Het liefdesverhaal is haast een Griekse tragedie, al vallen er gelukkig een pak minder doden. De 559 bladzijden vlogen erdoor, altijd een goed teken natuurlijk.

20 juni 2014

Lied van de week: week 25 - 2014

The refractory - Wovenhand


Hoewel het WK in Brazilië zowat al mijn aandacht opeist buiten de werkuren, luister ik toch ook nog af en toe naar muziek. Wovenhand heeft een nieuw album uit, Refractory obdurate, dat ik jammer genoeg nog niet kon beluisteren, maar ze komen in september naar Leffingeleuren en dat op zich was genoeg reden voor me om alvast naar dit nummer meermaals te luisteren deze week.

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

(Verse)
Any ground will do to bury
One the earth does not anticipate
Drinking in the spirit wide shouldered
Wide mouth perfect mason
The no good thing in me
The seller of the Sun
The cast douve mosabe
The lawless one
The shakers a shamble

 

A standing fire ever doth intercede
Rip the roof off and lower me down
Forever in my time of need

 

Son of the foaming see
Her kiss just three days away
From me
Nevertheless

 

(Verse)
We are not His witness
Nevertheless
This thing I have known
He likes it cedar wood made
Sealed with pitch
The many rooms inside
Come on soothsayer
One ball remains
He sees red six He has hated
Yeah even seven
Lying in wait
In the shadow dim lit
Ascended on high
Taking captivity captive my audience
Do you hear what I hear?
Way up in the sky, little lamb?
I stand corrected
The refractory may rest
In the shadow dim lit
We remember one bull remains
Way up in the sky little lamb
You even seven

 

Forever my time of need come

19 juni 2014

Owen Pallett


Onlangs nog werd Owen Pallett met Arcade Fire genomineerd voor een Oscar voor beste soundtrack. Samen verzorgden ze de muziek voor Her van regisseur Spike Jonze. Wanneer we nu zijn nieuwe plaat, In conflict beluisteren, kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de Canadees beelden voor ogen had tijdens het componeren.
Al sinds hij albums maakte als Final Fantasy en zeker vanaf het moment dat we de fantastische single Lewis takes action hoorden uit Heartland, de voorganger die al werd uitgebracht onder zijn eigen naam, zijn we fan. Wat Pallett uitricht met instrumenten zoals de viool die je in een symfonie-orkest verwacht, is soms onvoorstelbaar mooi en vrijwel altijd bijzonder. In zijn cv vallen dan ook heel wat elementen terug te vinden die verwijzen naar een klassieke opleiding. Hij componeerde reeds opera’s. Filmmuziek prijkt ook prominent op zijn erelijst. Geen wonder dus dat we al die referenties ook terughoren in opener I am not afraid. En meteen erna bewijst hij niet vies te zijn van wat electronica, die in dit geval erg eighties klinkt (In conflict). De man heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij zijn muziek ziet als beïnvloed door zijn homoseksuele geaardheid en dat de liefde een rode draad vormt doorheen zijn werk. Ook voor dit werkstuk wordt deze als thema centraal gesteld, al verkent de muzikant veeleer bizarre vormen van liefde, als expressievormen binnen krankzinnigheid waarin het gevoel voorbij de normale grenzen gevoerd wordt. Dat resulteert in songs over zowel depressie als verslaving, die blijkbaar beschouwd worden als alternatieve manieren om “graag te zien”. Zelf kiezen we ervoor die hele uitleg te laten voor wat hij waard is en vooral de muziek te laten spreken.
Brian Eno en het Tsjechisch filharmonisch orkest dragen aan deze plaat bij en het palet dat ons geschilderd wordt, vertoeft dan ook voortdurend in de buurt van traditionele soundtracks en van klassieke muziek, al wordt het avontuur niet geschuwd. Zo roepen The sky behind the flag en Song for five & six vooral visuele associaties op. Deze cd vormt een buitenbeentje in onze collectie. Infernal fantasy benadert pop via een omweg en Chorale groeit uit tot een symbiose tussen ambient en symfonieën, met de blazerssectie van het orkest in een hoofdrol.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het album:

14 juni 2014

Aankondiging: live-album van Kitchen Of Insanity

Kitchen Of Insanity is zo'n Belgische band die slechts bij enkelen nog bekend is. Tussen de plooien der tijd gevallen en door velen vergeten, is de tijd gekomen om hen terug op de kaart te zetten. Op 23 juni wordt immers een live-album van de band uitgebracht: Live in Ghent 1991.
Hun sound vertoont gelijkenissen met The Doors, Nick Drake, Scott Walker en John Cale. Ooit speelden ze de finale van Humo's Rock Rally (in 1990). Op 21 juni stellen ze de nieuwe release voor in Cartoon's Café in Antwerpen (samen met de release van Lies and logic van Asmodaeus). 

Hieronder alvast een clip van één van de songs van Kitchen Of Insanity:


Facebookpagina van Kitchen Of Insanity
Meer info via Starman Records en Walhalla

10 juni 2014

Nieuwe single Spoon

Onlangs vond ik het album Gimme fiction van Spoon op de rommelmarkt in de straten rond mijn huis. Het was een plaat waar ik met plezier aan terugdacht, dus aarzelde ik geen moment. Toen ik enkele jaren geleden begon muziekblogs te lezen, was Spoon één van de eerste groepen die ik langs die weg leerde kennen. Ik was helemaal weg van de song I turn my camera on en de hele plaat kon me bekoren. Ook opvolger Ga ga ga ga ga en de plaat die Gimme fiction voorafging (Kill the moonlight) liet ik meermaals door mijn woonkamer schallen. Hun vorige plaat Transference echter viel tussen de plooien in de vergetelheid, maar via Blackpool werd ik attent gemaakt op de nieuwe single, Rent I pay. Dat is de voorloper van They want my soul, de langspeler die op 5 augustus in de winkels ligt. Je kan die plaat hier trouwens al bestellen.

Er is nog geen officiële video, maar geniet hieronder alvast van de muziek met dit clipje erbij:

 

En nu we toch bezig zijn, voegen we er met plezier onderstaande Spotify-lijst aan toe, om je helemaal kennis te laten maken met de Amerikanen.

Gespot voor u: Watermät

Een beetje rondzoeken nadat de artiest Watermät verscheen op mijn FB-timeline, bracht me bij deze geweldige deep house track, die erg zomers klinkt:


09 juni 2014

Lied van de week: week 24 - 2014

Reservoir - Metronomy


Een fantastisch naïef nummer van Metronomy, dat vergezeld is van een kinderlijke naïeve clip, dat is een uitstekende keuze voor "lied van de week". Eigenlijk hoort daar amper meer uitleg mee...
Ik had overigens nog nooit eerder van deze Britten gehoord, hoewel de groep al opgericht werd in 1999 en hun nieuwste plaat, Love letters, al hun vierde werkstuk is. Hun debuut verscheen in 2006. Ze remixten ook al duchtig, voor onder meer Air, Charlotte Gainsbourg, CSS, Franz Ferdinand, Goldfrapp, Gorillaz, Kate Nash, Klaxons, Lady Gaga, Lykke Li, Roots Manuva en Sébastien Tellier.

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

I heard you made the hull of a boat downtown
I heard you got a job at the builders yard
But we should never say that we drifted far
Yeah we should never say that we drifted far


And I could never take good care of you
Because we had so much to lose
But we should never say that we drifted far
Yeah we should take a trip to the reservoir
Yeah we should take a trip to the reservoir


Heartbeats drifting together
Heartbeats aaaaah
Walk in the wood
wet under foot
Up to no good
ah-ah-ah-ah


I heard you cast off and she sailed real fine
I heard you met her bow with a bottle of wine
Well you should let me know when you're home and dry
Well you should let me know when you're home and dry


I heard you took an old school friend with you
The one you always said you would
Well we can never say that we drifted far


Yeah we should take a trip to the reservoir
Yeah we should take a trip to the reservoir


Heartbeats drifting together
Heartbeats aaaaah
Walk in the wood
wet under foot
Up to no good
ah-ah-ah-ah

08 juni 2014

Sixth Minor


De Italianen van Sixth Minor steken hun liefde voor postrock en dubstep, twee genres die zelden dezelfde fans aanspreken, niet onder stoelen of banken. Hun acht nummers tellende album probeert beiden met elkaar te verzoenen en bij zulke gedurfde pogingen houden wij al eens ons hart vast. Onterecht, zo blijkt, want al bij al brengt het duo het er goed vanaf.
In openingssong Eser wordt drum-’n-bass als een spervuur van mitrailleurschoten gelost op een voor de rest niet erg originele postrock soundscape. Daarmee begint hun poging ons te overtuigen met deze debuutplaat nog niet meteen schitterend. Gelukkig blijkt Blackwood, dat stevige gitaarpartijen meekrijgt, wel uit het goede hout gesneden. De opbouw is slim, de drums worden met precisie ingezet en de bassen domineren niet maar onderwerpen zich aan wat het geheel vraagt. Frozen neemt niet alleen meer tijd om tot een conclusie te komen, ook wij hadden wat langer nodig om ons te laten innemen. Opnieuw getuigt de compositie van verstandige keuzes waarbij de elementen vakkundig gemetst werden en het resultaat meer is dan de som der afzonderlijke delen. Etif zet zwaar in op gitaren die niet zouden misstaan in een nu-metalomgeving en het erg korte Last day on earth is vooral bedoeld als inleiding, zij het nogal contrasterend, voor Hexagone. Het laatstgenoemde lied beschouwen we hier stilaan als het hoogtepunt van wat de Napolitanen ons voorschotelen. Kracht wordt gepuurd uit agressieve dubstep en de sample van de Amerikaanse vrouwenstem roept grootsteedse chaos op. Het abrupte einde verrast. Over Greyhues weten we niet goed wat te denken: het is een erg ongelijkmatig nummer met echt wel goede ideeën maar het duurt te lang en de pudding dreigt soms in te zakken. Drieënhalve minuut voor Outro dat inderdaad niet veel meer is dan de titel laat uitschijnen, is veel te lang.
Renato Longobardi en Andrea Gallo laten ons zo achter met het gevoel dat ze over het algemeen een mooie mix hebben weten te breien van genres die we niet meteen in elkaars armen zagen vallen. Hier en daar lost een steek wat makkelijk doch de trui die gepresenteerd wordt, zal ons als het frisser wordt na een lange zomernacht voldoende warmte bieden.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.
Beluister hieronder het album:

Lied van de week: week 23 - 2014

Lazaretto - Jack White


Jack White heeft een nieuw album klaarliggen voor ons, dat de komende week uitgebracht wordt. De titelsong is alvast de eerste single en het is weer smullen geblazen, duimen en vingers aflikken en meermaals op "repeat" klikken.

Je kan het album hier bestellen.

Lyrics:

My veins are blue and connected
And every single bone in my brain is electric


But I dig ditches like the best of 'em
Yo trabajo duro
Como en madera y yeso
Como en madera y yeso


And even God herself
Has fewer plans than me
But she never helps me out with my scams for free,
though she grabs a stick and then she points it at me
When I say nothing, I say everything
Yeah when I say nothing, I say everything


They threw me down in the lazaretto
Born rottin', bored rotten
Makin' models of people I used to know
Out of coffee and cotton


And all of my illegitimate kids have begotten
Thrown down to the wolves, made feral for nothin'
Quarantine on the Isle of Man and I'm trying to escape any way that I can, oh
Any way that I can, oh


I have no time left
Time is lost, no time at all, throw it in a garbage can
And I shake God's hand
I jump up and let her know when I can
This is how I'm gonna do it


They wanna blow down in prison
They're lighting fires with the cast of the masses


And like the dough I don't fall down
I'm so Detroit, I make it rise from the ashes

05 juni 2014

Le Grand Mix concert: Midlake (voorprogramma: Caveman)


Vorig jaar wist Midlake ons alweer te bekoren met hun vierde album. Antiphon scherpte de verwachtingen voor hun optredens nog wat meer aan. In Le Grand Mix in Tourcoing waren we er getuige van hoe de heren moeiteloos die horde namen.


Caveman, ook al uit de VS, opent de avond met indierock zoals we er wel vaker horen. De band is lang niet slecht maar mist uitschieters die hen van de vergetelheid kunnen redden. Hun vreugde om te mogen toeren met Midlake maakt het gezelschap meermaals kenbaar. Aan het enthousiasme van het vijftal ligt het zeker niet dat we ons hen over een maand amper nog herinneren.


Het levert een fel contrast op met de hoofdact die we niet gauw zullen vergeten. Midlake heeft intussen al een mooi repertoire bij elkaar geschreven, al grossieren de Amerikanen vooral rijkelijk uit hun nieuwste album, waarvan letterlijk elk nummer gespeeld wordt. Hun indierock heeft een flinke scheut psychedelica toegediend gekregen, zonder de neiging aan te leunen bij folk te verloochenen. Dat het zestal kiest om voornamelijk recent werk te spelen, heeft wellicht alles te maken met het vertrek van de vroegere frontman, waarna de groep zichzelf moest heruitvinden. De oudere nummers zijn in die zin minder van het Midlake dat we vandaag op het podium zien verschijnen dan van Tim Smith, die andere muzikale oorden opzocht.


Hoogtepunten zijn er meer dan genoeg: This weight etaleert het zuivere gitaarspel van Joey McClellan, Provider loopt naadloos over in het oudere Rulersn ruling all things, Antiphon blijft de dichtste benadering van Tame Impala die deze jongens ooit kunnen bereiken, Aurora gone onthult meer dan op plaat zijn schoonheid en klassieker Roscoe en recentste single The old and the young wekken herkenning op bij alle aanwezigen. Zelfs het instrumentale Vale mag gerust aan dit rijtje toegevoegd worden.
Omdat het podium verlaten en betreden een hachelijke zaak is, zo legt de zanger uit, blijft Midlake gewoon on stage om de bisnummers te spelen. Met de nodige zelfrelativering en kwinkslagen oogsten de mannen daar heel wat sympathie mee. En dan wordt een erg mooie, aan het origineel trouwe cover ingezet van I shall be released dat je ongetwijfeld kent van Bob Dylan of van The Band. Door de oorspronkelijke versie in ere te houden, vormt dit meteen een buitenbeentje in de set van het zestal, want de stijl die de andere songs zo kenmerkte, wordt hier niet klakkeloos getransplanteerd. Het erg toepasselijke Head home vormt de climax, waarna de gitarist handen schudt met de mensen op de voorste rij.


Setlist:


  1. Ages
  2. This Weight
  3. Provider
  4. Rulers, Ruling All ThingsYoung Bride
  5. We Gathered In Spring
  6. Antiphon
  7. Vale
  8. It’s Going Down
  9. Children Of The Grounds
  10. Corruption
  11. Aurora Gone
  12. Roscoe
  13. The Old And The Young
  14. Provider (Reprise)
———————————————
  1. I Shall Be Released (Bob Dylan cover)
  2. Head Home


Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

03 juni 2014

The Afghan Whigs


Wat een geweldige plaat was Gentlemen toch! In 1993 wonnen The Afghan Whigs me voor altijd voor zich met nummers als What jail is like, Debonair en Gentlemen. Ook de rest van dat album was trouwens meer dan de moeite waard. Greg Dulli, die bovendien heel wat vrouwenharten (waaronder dat van mijn favoriete Stubru-presentatrices) sneller deed slaan, leek een jonge god die ik bovendien live mocht aanschouwen op (naar ik vermoed) Pukkelpop.
Eénentwintig jaar later (en 16 jaar na hun laatste wapenfeit) staat de band er terug met nieuw materiaal. Do do the beast heet hun zevende plaat. En al heb ik nog niets gehoord dat de status van de drie eerder vermelde songs kan evenaren, toch is dit een erg potent en relevant album geworden. De Amerikanen verkeren duidelijk in bloedvorm. Het begint alvast super met Parked outside, rock waar de vonken af spatten. Ook Matamoros gaat verder op de ingeslagen weg, maar voegt er modernere toetsen aan toe. Hoewel dit nog geen single is, zou deze song niet misstaan in de playlist van elke zichzelf respecterende radiozender met oog voor kwaliteit. 
It kills lijkt me iets te veel op Snow Patrol om wild van te worden, doch Algiers, de single die vooruitgestuurd werd, kan me dan weer wel bekoren. De onstuimige gitaren worden verruild voor beheersing en zo komt de melodie beter tot zijn recht. Dulli, die natuurlijk met The Gutter Twins en The Twilight Singers de voorbije jaren bewees wat hij nog in zijn mars heeft, levert nog maar eens een staalkaartje af van zijn vocaal kunnen. Zoiets heet op indrukwekkende wijze volwassen worden.
Tussen de rechttoe-rechtaan rock van The lottery en de ingehouden implosie van Can rova ligt een spectrum dat deze band met succes bestrijkt. Waar ze in de vergetelheid dreigden te raken en enkel nog voer waren voor nostalgici, ontwaakt The Afghan Whigs uit een langgerekte winterslaap met bakken energie en meer dan genoeg muzikaal vernuft. Ook in 2014 doen ze ertoe!

Beluister hieronder het album:


02 juni 2014

Mijn Bob Dylanjaar (9): Nashville skyline


Intussen is het wel duidelijk dat alle drukke bezigheden van de afgelopen maanden (waaronder het afwerken van het afstudeerproject voor de banaba-opleiding die ik volg) mijn tempo om het volledige werk van Bob Dylan te verkennen, ernstig vertraagd hebben. En ik koester niet langer de illusie dat ik aan één jaar voldoende zal hebben om alle albums tot mij te nemen. Dan duurt het maar langer, maar ik ga in ieder geval niet proberen om alles nu sneller af te haspelen. Al zal het tempo normaliter terug wat de hoogte ingaan de komende maanden.
I'll be your baby tonight, de afsluiter van het vorige album (John Wesley Harding), gaf al een hint van wat te verwachten viel en met Nashville skyline gaat Bob Dylan helemaal de weg op van de country. In opener Girl from the north country is het onder meer Johnny Cash die een handje komt toesteken. En meteen is de (lichte) teleurstelling na de vorige plaat weggespoeld, want wat is dit een heerlijke song!
Het vat country wordt nog meer opengetrokken met Nashville skyline rag, waarin ook wat swingjazz te revue passeert en zo een heerlijk instrumentaal nummer oplevert. To be alone with you duurt weliswaar slechts 2 minuten, maar die vliegen nog veel sneller voorbij omdat de vaart er goed in zit. I threw it all away laat het tempo dan weer zakken en vind ik wat minder geslaagd. Een slechte song is het zeker niet, maar het klinkt toch iets teveel als dertien in een dozijn. Gelukkig is er het opgewektere Peggy Day, dat muzikaal nog steeds niet veel om het lijf lijkt te hebben maar vrolijk genoeg klinkt om ons humeur instant te verbeteren.
Wat totnogtoe het meest is opgevallen aan deze plaat is dat de typische nasale zangstem van Dylan plaatsgemaakt heeft voor een heel andere klank. Lay, lady, lay is een dipje vooraleer we alweer een enthousiaste Dylan horen in One more night. Het is misschien wat voorbarig maar de uptempo nummers lijken voorlopig de hoogtepunten te vormen (op de albumopener na dan). 
Tell me that it isn't true is me bekend, al kan ik niet zo gauw bedenken wiens cover ik dan wel al voorheen hoorde. Hoewel behoorlijk lichtvoetig is het voor mij één van de hoogtepunten van deze plaat. Ook Country pie doet niet moeilijk.Vreemd genoeg wordt het al snel afgebroken door een onverwachte fade out. Tonight I'll be staying here with you tot slot klinkt weer een pak serieuzer en herinnert me aan de songs van Rodriguez zoals ik die leerde kennen uit de documentaire Searching for sugar man.

Beluister hieronder het volledige album:

tUnE-yArDs


De kans dat je dit jaar nog een plaat zal horen zoals Nikki nack van tUnE-yArDs is volgens ons bijzonder klein. De uitdrukking “het beste van twee werelden” doet haar waarschijnlijk nog tekort. Niet alleen lijkt de Amerikaanse meerdere werelden met elkaar te verzoenen op haar nieuwste werkstuk, en passant wordt er nog zeker één nieuwe uitgevonden.
De opvolger van W H O K I L L opent alvast ijzersterk met het zowel aan Bachs klavecimbelmuziek, Afrikaanse pop en hypermoderne dance schatplichtige Find a new way en de single Water fountain. Behalve voor de hand liggende referenties als Talking Heads beschikt deze song over de vrolijke zang die Feist ons brengt in 1 2 3 4 of Lilly Allen in LDN. In tijden waarin het WK voetbal onze blik voornamelijk richt op Brazilië bewijst Merrill Garbus dat het ook zomert op andere continenten en dat samba niet het enige of zelfs maar noodzakelijke ingrediënt hoeft te zijn om de muzikale zon te laten branden. Time of dark klinkt als een gepast eerbetoon aan Miriam Makeba.
Net als bij een soufflé bestaat de kunst erin na een veelbelovende start niet alles te laten inzakken. Bij de eerste beluisteringen hadden we het gevoel dat de zangeres er niet echt in slaagt die valkuil te vermijden, maar na een tijd hadden we door dat het sterke openingstrio onze verwachtingen zo hoog had gespannen dat wat erna komt aanvankelijk van wat mindere kwaliteit lijkt. Sink-O ontpopt zich echter als op steroïden grootgebrachte breakbeats die in Las Vegas dronken trouwden met de stem van een teer meisje dat de puberteit net ontgroeid is. De tribale ritmes die invallen in de tweede helft zijn de kers op de bruidstaart. Why do we dine on the tots? is een uit Alice in Wonderland weggelopen spielerei die gedeclameerd schijnt te worden door The Mad Hatter. De claps waarmee Stop that man aanvatten, brengen ons weer met beide dansvoeten op de grond. Wij voelen een nieuwe single aankomen. Wie ooit een opname voor het Smithsonian Institution hoorde van primitieve stammen die zingen rond een open plek midden in hun huttendorpen, waant zich naar die verzamelaars teruggeworpen met Rocking chair. En dan vallen ineens strijkers in, om maar te zeggen dat deze artieste werkelijk àlle muziekjes met plezier verenigt in amper meer dan twee minuten.
Niet elke song staat even sterk op eigen benen, doch het geheel is het vreemdste dat we sinds de voorganger hebben gehoord. Elke keer dat we de dertien nummers door onze stereo jagen, vallen ons weer andere details en accenten op, raken we verknocht aan andere liedjes, zoals tijdens het schrijven van deze review aan Manchild, en zijn we drie kwartier lang weg van deze wereld.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Beluister hieronder het volledige album:

01 juni 2014

Bombardon concert: Boer Stef & The Preacher Men


Ter gelegenheid van de dekenijfeesten in Gentbrugge trad gisterenavond in de Bombardon Boer Stef and The Preacher Men op, een Antwerps-Nederlands bluegrassvijftal dat al eens eerder in het gezellige café optrad. Toen had ik hun show echter moeten missen, dus haastte ik me deze keer om er wel tijdig te geraken en bovendien een mooi zitje in de krappe ruimte op de "mansarde" te bemachtigen.
Gezelligheid is troef bij deze mannen, die merendeels eigen composities brachten en daar af en toe eens een covertje tussen zwierden. Hoogtepunten in de set waren Help yourself, Do wrong right, een erg overtuigend Jesse James, Hell, Way down in Deadwood (dat de duivel terugstuurt naar waar hij vandaan komt) en Driving nails in my coffin. Oh girl kan op heel wat goedkeurend geknik van de mannen in de zaal rekenen en we worden getrakteerd op een verrassende cover van Love and pride (van King). Eerder al werden Hackensaw Boys al passend geëerd met een versie van Sun's work undone. Enkel wanneer de gitarist de zang overneemt in Best of all possible worlds verdrinkt het geluid van de vocals en blijkt het nummer ook het minst sterke uit hun oeuvre.



Nog eenmaal komen de bandleden terug voor een bisnummer in het intussen stomend warme cafézaaltje en geven ze nog eens van katoen met Pistol packin' mama.

Setlist:
  1. Coo-coo bird
  2. Lonesome wind blues
  3. Re-union
  4. Help yourself
  5. On the lonesome wind
  6. Do wrong right
  7. Jesse James
  8. Sun's work undone (Hackensaw Boys cover)
  9. I ain't broke
  10. Hell
  11. Way down in Deadwood
  12. Love and pride (King cover)
  13. Best of all possible worlds
  14. Driving nails in my coffin
  15. Oh girl
  16. They call that religion
Bis:
  1. Pistol packin' mama

Timber Timbre


De “timbre” in de groepsnaam verwijst ongetwijfeld naar het aparte en herkenbare stemgeluid van frontman Taylor Kirk. Dat dachten we tenminste tot wat rondstruinen op het wereldwijde web ons leerde dat Timber Timbre (die we overigens ooit live zagen optreden in een kerk) refereert naar het geluid van de eerste plaats waar de Canadezen muziek opnamen: een houten hutje in de bossen van Ontario. Sinds hun ontstaan bracht het hiernaar vernoemde vijftal al vijf albums uit met Hot dreams als meest recente wapenfeit.
Niet alleen de vocalen zijn erg typisch, ook de muziek die gemaakt wordt bekleedt een aparte plaats in een toch al erg rijk en gevarieerd landschap. De folk waarom Timber Timbre bekend is, spant een koord tussen moerassige blues en spookachtige soundscapes waar Danny Elfman, de huiscomponist van Tim Burton, een hand in lijkt te hebben. Op deze nieuwe plaat doen ze dat bovendien met toevoeging van Mexicaanse invloeden zoals je die kent van de soundtrack van From dusk till dawn of van Los Lobos. Het mooiste voorbeeld daarvan is Grand Canyon, een song waarop de Canadezen nieuwe paden betreden. Voorbeeldig wordt daarin ook de loper uitgerold voor het volgende nummer. This low commotion is uiterst geschikt materiaal om te gebruiken in tv-series of commercials. Bovendien speelt Taylor Kirk in zijn frasering prachtig met de auditieve verwarring die kan ontstaan tussen “this low commotion” en “this locomotion”.
Timber Timbre is voer voor wie zijn folk graag ziet vreemdgaan. Net als bij hun vorige platen nemen ze je mee in een universum waarin altijd wel iets te ontdekken valt. The new tomorrow schraagt op schijnbare rust waaronder toch iets lijkt te gaan broeden, de titelsong hoort thuis op elke plaat van Tindersticks en de vooruitgestuurde single Curtains?! is de missing link tussen het genoemde Tindersticks en Arcade Fire. The three sisters is een waardige afsluiter waarin een jazzy saxofoon ons in slaap wiegt terwijl de nacht valt.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Beluister hieronder het album: