31 januari 2014

Gratis download: The Twilight Sad with the Royal Scottish National Orchestra

Ter gelegenheid van Record Store Day (19/4) komt er een re-release van het debuut van The Twilight Sad, Fourteen autumns and fifteen winters, op het Fat Cat label. Nu al kan je de set die ze speelden in Paisley Abbey met The Royal Scottish National Orchestra hier gratis downloaden, en het hele optreden is hieronder te zien:


30 januari 2014

Gelezen (57)

De zomer van de vrolijke stieren - Arto Paasilinna


Voormalig landmeter Taavetti Rytkönen is zijn geheugen kwijt. Hij wordt geholpen door taxichauffeur Seppo Sorjonen. Die komt er stilaan achter dat de man begint te dementeren. Er ontstaat een mooie vrienschap tussen de twee mannen, die de taxichauffeur zijn baan kost maar hen wel bij Heikki Mäkitalo, een oud-strijdgenoot van Taavetti, en zijn vrouw, die hun boerderij beu zijn en die willen opblazen. Wanneer ook nog enkele buitenlandse gasten uit de Balkan en een troep feministische Françaises in het verhaal betrokken geraken, krijgen we grappige taferelen. 
Finse humor blijkt zelden bulderend en uitbundig, zoals ik al wist uit de films van Ari Kaurismäki, en dat is ook in dit boek van Arto Paasilinna het geval. Maar als je eraan gewend raakt, is het best wel fijne, zachte humor vol mededogen. Want al bij al loopt het allemaal nogal genadig af voor de personages.

Dr. Sleep - Stephen King


Stephen King neemt in dit boek de draad van het leven weer op van Danny Torrance (nu Dan), het jongetje uit The shining. Zijn levensverhaal is niet echt een succes te noemen, maar hij hervindt zichzelf in het kleine stadje Frazier. Zijn gaven zorgen ervoor dat hij contact krijgt met Abra Stone, een meisje dat nog veel sterkere gaven blijkt te hebben. Die heeft ze ook heel hard nodig, om met behulp van Dan, te vechten tegen De Ware Knoop, een gezelschap wezens dat schijnbaar onsterfelijk is en zich voedt aan de "stoom" die vrijkomt wanneer mensen sterven en daarbij veel pijn lijden. Die stoom is het sterkst in kinderen die sterke paranormale gaven hebben, vandaar dat ze het op Abra gemunt hebben.
Stephen King heeft allang bewezen dat hij kan schrijven en het boek volgt de klassieke opbouw voor dit soort verhalen, al vond ik de ontknoping (de "Grote Confrontatie") al bij al wat makkelijk verlopen. Toch heb ik wel genoten van dit behoorlijk lijvig boek.

Raven girl - Audrey Niffenegger


Audrey Niffenegger schreef dit nieuw sprookje voor een dans die choreograaf Wayne MacGregor voor het Royal Ballet in Londen wou creëren. Het gaat over een eenzame postbode die verliefd wordt op een raaf waar hij voor gezorgd heeft. Samen krijgen ze een kind, dat raaf is in een mensenlichaam. Het kind, Raven Girl, wil vleugels want het voelt zich meer raaf dan mens, en gaat naar een plastisch chirurg. Een medestudent, geïntrigeerd door haar mysterieuze verschijning en hopeloos verliefd op haar, wil daar echter een stokje voor steken.
Het verhaal leest erg vlot en het is een mooi sprookje. Een leuk tussendoortje!

May day - F. Scott Fitzgerald


In de jaren net na de Eerste Wereldoorlog speelt dit verhaal van F. Scott Fitzgerald in New York, waar de feestdag aanleiding is voor zowel ex-soldaten als studenten als de rijke jongeren om feest te vieren. Klasseverschillen blijken echter voor sommigen het geluk in de weg te staan.
Net als in zijn meer bekende boeken weet de auteur de sfeer waarin alles plaatsvindt, erg mooi op te roepen. Deze novelle geldt als één van zijn meest expliciete aanklachten tegen de barrières tussen de verschillende standen in de Verenigde Staten in de eerste helft van de twintigste eeuw.

Een hologram voor de koning - Dave Eggers


Misschien komt het door enkele gelijkenissen in de setting van het verhaal met die van De man zonder ziekte, maar meermaals betrapte ik me erop dat ik de stijl van Dave Eggers erg lijkend vind op die van Arnon Grunberg. In dit boek volgen we Alan Clay, een man die heel wat problemen heeft in zijn leven (vele ervan hebben met geld te maken) en die dan ook hoopt dat hij een grote deal kan afsluiten in Saoedie-Arabië voor zijn bedrijf, dat technologische toepassingen wil verkopen voor de nieuwe stad die de koning er plant. Paradepaardje van het bedrijf is de mogelijkheid om met hologrammen een soort "video conference" te organiseren. Een ontmoeting krijgen met de koning om je product te presenteren, blijkt allerminst evident en dus zoekt Alan Clay zijn weg in de vreemde en bevreemdende omgeving, sluit hij vriendschap met een taxichauffeur, leert hij een Deense kennen die ook in het project van de nieuwe stad werkt en schrijft hij brieven aan zijn dochter die hij geen van allen verzendt. 
Het verhaal is erg onderhoudend en mooi geschreven, en het maakt nieuwsgierig naar méér werk an Dave Eggers.

27 januari 2014

Peggy Sue


In 2011 stipten nogal wat van onze vrienden Peggy Sue’s tweede album Acrobats aan als een aanrader van formaat. Tweeëneenhalf jaar na de release ervan luisteren we nog steeds met plezier naar die plaat, waarop de Engelse band klinkt als het bastaardkind van Flying Horseman en PJ Harvey. Op het nieuwe Choir of echoes blijven die referenties overeind en worden ze aangevuld met nog een hoop ander goed volk waar we spontaan aan moeten denken.
Daarmee geven we al een beetje de clou weg van deze review. Peggy Sue slaagt erin een breder palet te bestrijken en maakte op die manier een consistentere langspeler. Die klinkt ook volwassener dan de voorganger, al hadden we daar niet veel op aan te merken. In ieder geval is dit een mooie stap voorwaarts in een muzikale evolutie die nog welluidendere toekomstmuziek laat verhopen.
Na enkele nummers doemt de vergelijking met Florence + The Machine op, al lukt het ze beter om de irritatie die Florence bij sommigen opwekt, te omzeilen. De postrock-invloeden zijn ook wat sterker aanwezig op deze plaat, zoals in Figure of eight. Dat de vocalen meer plaats krijgen dan bij de meeste groepen binnen dat genre, hoeft niet te verbazen wanneer we lezen dat ze zelf vinden dat dit album vooral over zingen gaat, over het verliezen van je stem en ze terugvinden, over samenwerkende en in competitie gaande stemmen. Ook al een belangrijke invloed was het zogenaamde tussendoortje dat de band in 2012 maakte. Ze werden uitgenodigd om een live soundtrack te spelen bij de film Scorpio rising van Kenneth Anger en maakten heel nieuwe arrangementen voor de rock-’n-roll en doowopsongs van de originele filmcomponist. De liefde voor melancholische poptunes uit de jaren 50 en 60 sijpelt op Choir of echoes hoorbaar binnen, zoals op Longest day of the year blues.
Hoogtepunt is in onze ogen Idle, in een parallelle, betere wereld een onweerstaanbare hit. Als synthese van meer dan een halve eeuw pop en rock kan dit tellen. Afsluiter The errors of your ways komt ook aardig in de buurt. Tevens raden we je met plezier Substitute aan, dat onopvallend goed is, als een efficiënte knecht die zijn kopman de sprint helpt winnen door hem perfect af te zetten voor de eindmeet.
Ons eindoordeel is dan ook positief: Peggy Sue is verder gegroeid en levert hier een plaat af die hen een ruimer publiek kan opleveren. Bovendien maken ze nieuwsgierig naar hoe ze met zijn drieën deze muziek live weten over te brengen. Binnenkort kan je dat zelf gaan ontdekken.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

26 januari 2014

N9-concert: Chantal Acda (voorprogramma: Leonore)


Nu Chantal Acda na vele samenwerkingen een eigen plaat gemaakt heeft, die ze terecht haar solodebuut noemt, merk je ook tijdens het optreden dat dit, zelfs omringd met fantastische muzikanten, echt hààr ding is. De gelukzalige glimlach die bijna de hele tijd om de mondhoeken van de zangeres speelt, laat zien hoezeer ze er zelf van geniet. En intussen weten frontvrouw en band haar songs nog meer reliëf te geven.


Opener in de N9 in Eeklo was het tot een drietal gereduceerde Leonore. Twee bandleden zitten blijkbaar nog volop in de examens. Zangeres Chloë zingt met een stem die vaak in de buurt komt van Regina Spektor. Haar liedjes gaan bijna allemaal over zoeken. Dat ze nog niet helemaal gevonden heeft waarnaar ze op zoek is, blijkt uit het onaffe dat de meeste nummers kenmerkt. Hoogtepunten zijn Justine, The island en For you, niet toevallig de meest voldragen composities. De rest houdt vooralsnog vooral beloftes in.


Setlist:
  1. Four in the morning
  2. Home
  3. Justine
  4. A place where you were born
  5. The hunter
  6. Wardoll
  7. The island
  8. For you


Het is behoorlijk indrukwekkend wie Chantal Acda rond zich verzamelt nu ze met haar eigen materiaal de hort op gaat: Gaëtan Vandewoude (Isbells), Alan Gevaert (dEUS) en Eric Thielemans (Tape Cuts Tape, The Love Substitutes). Die getalenteerde mannen slagen erin om de diepgang van de liederen die Chantal schreef te verduidelijken. Vooral wat de percussie doet met de songs is haast onvoorstelbaar. Het hele kwartet op het podium slaagt erin zo bezwerend te spelen dat je werkelijk de muziek ingezogen wordt, in een maalstroom meegenomen wordt en dreigt te verdrinken, tot de aangereikte percussie je een reddingsboei toewerpt. In Backdrops gaat de gitaar van Gaëtan in een jazzy dialoog met de drummer, die zich tegelijk op een andere planeet lijkt te bevinden en toch precies aanvoelt wat hier in Eeklo nodig is in dienst van het nummer.
Arms up high, het kippenvelmoment op de plaat, krijgt exact die klemtonen die het geprononceerder maken. In de wetenschap dat dit gaat over de overleden vader van Chantal Acda, treffen tekst en muziek je midscheeps. We kennen slechts een handvol songs die zoveel emotionele zeggingskracht bezitten als deze live-uitvoering. Ook afsluiter Wintercoat, waarin Eric en Gaëtan beiden percussie spelen en alweer een spectaculaire dialoog aangaan, krijgt zoveel reliëf dat het lijkt alsof de Himalaya en de Marianentrog door elkaar lopen. De lange outro is eigenlijk post-rock pur sang.
Een uitstekend album nog boven zichzelf uittillen zoals Chantal Acda en haar band deze avond in de N9 presteerden, is een huzarenstukje dat van een concert een topbeleving maakt. Deze straffe toer zien we nog niet al te veel artiesten dit jaar overtreffen.


Setlist:
  1. Jason
  2. We will, we must
  3. My night
  4. Your own time
  5. Arms up high
  6. Backdrops
  7. Sunflowers (Low cover)
  8. Wintercoat
  9. bis: Lost

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

25 januari 2014

Mijn Bob Dylanjaar (3): The times they are a-changin'


Net als bij het vorige album heb ik meteen ook het gevoel dat de overbekende opener (toen was dat Blowin' in the wind, nu gaat het om de titelsong van The times they are a-changin') niet het beste is wat er te ontdekken valt. Is het doordat die grootste "hits" te vaak gehoord zijn? Dat overkomt me bij heel wat andere artiesten en andere hits niet, dus ik vermoed dat het toch een bewijs is van de stelling dat artiesten niet noodzakelijk met hun beste werk het meest succes in de schoot geworpen krijgen.
Globaal is dit een erg rustig album, waarop Dylan de tijd neemt om zijn verhalen te vertellen en de muzikale omlijsting eerder sober kan genoemd worden. Al is dat in The ballad of Hollis Brown wel met een eenvoudige gitaarriff die een ingetogen Jack White ook had kunnen bedenken. Hoe meer je hiernaar luistert, hoe mooier het wordt...
With God on our side is een mooi voorbeeld van hoe rustig een verhaal ontwikkeld wordt dat tot nadenken moet aanzetten. Helaas blijven de bedenkingen bij het gebruik/misbruik van religie nog steeds brandend actueel. Al even actueel is North country blues, dat vertelt hoe de zoektocht naar goedkopere werkkrachten en dus meer winst inhakt op de arbeidersgezinnen. De locaties zijn dan wel veranderd (tegenwoordig zoeken bedrijven het in China en andere landen waar de lonen laag zijn en de rechten van de arbeiders zo goed als onbestaande; ze maken er zelfs zogenaamde "vrijhandelszones" voor, die buiten de nationale wetgevingen vallen), het verhaal blijft hetzelfde.
De grote kracht van Bob Dylan in het algemeen en op dit album in het bijzonder, is dat hij erin slaagt aan de hand van individuele verhalen (zoals de moord op Medgar Evers in Only a pawn in their game) een abstracter niveau over te brengen. Daarin net ligt de blijvende aantrekkingskracht voor wie in muziek en teksten op zoek gaat naar waar hij vandaag iets mee kan aanvangen. 
Met ook nog The lonesome death of Hattie Carroll lijkt Dylan hier overigens al enkele van zijn eigen "murder ballads" bijeen te brengen, decennia voor Nick Cave dat zal doen.

22 januari 2014

Eraas


Toen Eraas eind november in Gent speelde, viel ons al op dat hun muziek hen en het publiek liet wegzweven van de aardse beslommeringen. Slingerend tussen triphop en post-rock en met zin voor experiment overtuigden ze. Het album dat de groep toen al in de VS had uitgebracht, Initiation, is sinds deze maand ook bij ons verkrijgbaar, en hetzelfde gevoel bekruipt ons bij de beluistering ervan.
De helft van dit duo wordt gevormd door Robert Toher, die al flink zijn sporen verdiende bij Apse. En neen, we zullen de flauwe grapjes die verwijzen naar de Brugse misdaadauteur achterwege laten, wees gerust. Met Eraas vist de man, ditmaal met slechts één kompaan, in dezelfde vijver van ambient, post-rock en experimental. Daar blijken behoorlijk smaakvolle watercreaturen boven te halen, getuige de acht songs die opgediend worden. Above jakkert door donkere steegjes, de avondklok ruim overschrijdend. Op jaren 90-beats weet Guardian/Descent naar de keel te grijpen. Er gaat iets betoverends uit van de hypnotiserende eenvoud van de veraf klinkende stem en het bijna monotone drumpatroon dat zich meer herhaalt dan FC De Kampioenen. Circling is niet meer dan een instrumentaal tussendoortje op papier, doch doet zijn naam alle eer aan en is de verklanking van hoog in de lucht cirkelende gieren die hun aas al gespot hebben maar de laatste ademstoot geduldig afwachten.
De grootste troef van de New Yorkers is dat ze in de korte tijdspanne die hun album omvat en in een beperkt aantal liedjes toch voldoende variatie weten in te bouwen om je mee te nemen op hun muzikale tocht. Valkuilen worden zorgvuldig gemeden en nergens worden we overhaast, en toch is het allemaal al voorbij eer we er erg in hebben. Dit is een behoorlijk straf plaatje dat net onder de radar dreigt te blijven. Dat zou, eerlijk gezegd, onverdiend zijn.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Je kan hieronder dit album beluisteren:


20 januari 2014

Lied van de week: week 4 - 2014

She used to love me a lot - Johnny Cash


Dit jaar verschijnt er, postuum, nieuw werk van Johnny Cash. Ik hou enorm van de muziek van The man in black, zeker zijn later werk. Ik ben erg benieuwd naar wat men in de kluizen terugvond (al vind ik dat hele gedoe van "teruggevonden oud materiaal" vaak een vorm van boerenbedrog om fans geld te blijven aftroggelen). Maar het eerste nummer dat ons al toegestuud wordt, laat in dit geval wel het beste vermoeden.

Lyrics:

I saw her through the window today
She was sittin' in the Silver Spoon cafe
I started to keep going
But something made me stop
She used to love me a lot

She looked lonely and I knew the cure
Old memories would win her heart for sure
I thought I'd walk on in
And I give it my best shot
She used to love me a lot

I sat down beside her and she smiled
She said where have you been it's been awhile
She was glad to see me
I could almost read her thoughts
She used to love me a lot

She used to love me with a love that wouldn't die
Looking at her now I can't believe I said good-bye
It would only take a minute to turn back the clock
She used to love me a lot

I remember how good it was back then
And I said it's not to late to start again
We could spend a night together
Take up where we left off
She used to love me a lot

Then I panicked as she turned to walk away
As she went out the door I heard her say
Yes I'm in need of something
But it's something you ain't got
But I used to love you a lot

I thought she loved me with a love that wouldn't die
Looking at her now I can't believe she said good-bye
She just left me stading in there, I never been so shocked
She used to love me a lot
She used to love me a lot
She used to love me a lot ...

19 januari 2014

Mijn Bob Dylanjaar (2): The Freewheelin' Bob Dylan


Klonk Bob Dylan op zijn debuut al bij al nog jong en bovenal relatief vrolijk, dan is de toon op opvolger The freewheelin' Bob Dylan drastisch anders. Hij klinkt volwassener, ouder en eigenlijk ook tijdlozer. Natuurlijk klinkt opener Blowin' in the wind, één van zijn bekendste songs, in deze uitvoering voor velen wel wat ouderwets, maar tevens is dit een bewijs dat het niet noodzakelijk de beste liedjes zijn die de grootste successen worden. 
Amper een maand nadat het debuutalbum was verschenen, trekt hij de studio in en dit keer neemt hij heel wat zelfgeschreven nummers op. Intussen zitten daar ook echt protestsongs tussen, wat ongetwijfeld resulteerde in de opmars van het imago van Dylan als protestzanger. 
Girl from the north country is, binnen de chronologie van zijn werk, voor mij het eerste wat me ook diep weet te raken, een eerste song waarbij je voelt dat meerdere luisterbeurten noodzakelijk zijn om de diepte ervan te kunnen peilen. Waren de songs, ook die welke Dylan zelf had geschreven, op zijn debuut vooral aangenaam om naar te luisteren, dan is hier voor het eerst sprake van maturiteit die niet verdraagt gereduceerd te worden tot behang. 
De "bekering" tot de protestsong is oorzaak of gevolg van die groeiende maturiteit, daar kan ik als leek in de "dylanologie" geen uitspraak over doen. Feit is wel dat Masters of war striemend klinkt, de muzikale omlijsting ten spijt, en dat de actualiteitswaarde ervan eigenlijk nooit verdween. Het is wellicht een pessimistische gedachte dat oorlog al net zo blijvend is als Dylan (en de geschiedenis bewijst dat oorlog zelfs nog een pak indrukwekkender palmares heeft).
De blues keert terug in Down the highway en Bob Dylan's blues, en mij hoor je daar niet om klagen. Wie zijn nasale stem én zijn mondharmonica niet kan verdragen, is nu al lang weggevlucht, dat dan weer wel... Dat is jammer, onder meer omdat zij dan A hard rain's a-gonna fall missen. Ooit was het Edie Brickell met haar New Bohemians die mij hiermee kennis liet maken (op de soundtrack van Born on the fourth of July), en onwillekeurig hoor ik toch steeds weer hààr stem. Laten we het erop houden dat ze dat héél goed gedaan heeft, die cover.
Aandachtig luisteren is opnieuw vereist voor Don't think twice, it's all right. Ongeveer halfweg dit album begin ik te begrijpen waarom zoveel mensen, ook jonge mensen zoals een collega die mijn dochter had kunnen zijn, niet meer losgelaten worden door 's mans muziek. Dit soort liedjes maken zijn specifieke stemgeluid en je verhouding daartoe irrelevant.
Bob Dylan's dream spreekt me het minst aan. Goed nummer, dat ga ik niet ontkennen, maar het haalt niet het niveau van de voorgaande nummers, althans niet in mijn ogen. Ook Oxford town sprak me op het eerste gehoor wat minder aan, maar dit is een groeiertje. Intussen mag hij in mijn hoofd al naar de lagere school, om te leren lezen en schrijven, maar dat klinkt wellicht als heiligschennis als het gaat over een muzikant die al een hele tijd als kandidaat gezien wordt om de Nobelprijs te winnen voor literatuur...
Met Talkin' world war III blues sluit Dylan aan bij een traditie aan parlando blues (zij het dat hij toch het midden houdt tussen spreken en zingen). Net als in vele van de al eerder gepasseerde nummers op deze plaat, klinkt de muziek bedrieglijk eenvoudig. Corinna, Corrina had ik nog nooit eerder gehoord en is een aangename verrassing, omdat Dylan hier net een tikje anders zingt, de stemming net dat tikkeltje verschilt van de rest van de plaat en omdat ik het arrangement bij elke beluistering mooier en mooier vindt. Het evenwicht zit heel goed, enkel de fade-out op het eind is wat jammer (maar misschien is het eindigen ervan sowieso wat de teleurstelling oproept). 
Met Honey, just allow me one more chance lijkt hij weer aan te pikken bij het geluid van zijn eersteling en dat geldt ook een beetje voor I shall be free. Dat laatste nummer is nochtans duidelijk een protestsong, iets waar Dylan op dat eerdere album niet aan toekwam. Het is vooral qua sfeer dat het aanvankelijk daar lijkt thuis te horen, maar gaandeweg illustreert het eigenlijk nét die verandering die Dylan heeft doorgemaakt.

17 januari 2014

Lied van de week: week 3 - 2014

Arms up high - Chantal Acda featuring Peter Broderick


Deze week heb ik herhaaldelijk het album van Chantal Acda, dat ik hier al besprak, beluisterd. Stilaan is Arms up high uitgegroeid tot wellicht mijn favoriet op die plaat. En ik merkte ook nog eens dat er blijkbaar een clip bijhoort. Méér dan genoeg redenen dus om de song extra in het zonnetje te zetten...

Je kan het album Let your hands be my guide hier kopen.

16 januari 2014

Future Of The Left


We kennen mensen die nog steeds rouwig zijn om de split van Mclusky. Deze Welshe band had met slechts enkele albums behoorlijk naam gemaakt. Uit de as verrees gelukkig Future Of The Left. Eind 2013 brachten zij hun vierde plaat How to stop your brain in an accident uit. Dit schijfje heeft nu al eventjes onze cd-speler bevolkt, en het is er een graag geziene gast geworden.
Vaak wordt hun muziek omschreven als noiserock, doch de ziel van dit viertal is pure punk. Die hele attitude straalt uit de vormgeving van de hoes, de songtitels en de lyrics. In How to spot a record company bijvoorbeeld wordt duchtig tegen schenen geschopt, en niet eens zozeer die van platenmaatschappijen, maar nog meer tegen die van het platen kopend publiek: “guys in bands are disappointed in the fucked up record buying public”. Ook in Singing of the bonesaws wordt een veeg uit de pan uitgedeeld: “the music industry is lying to you”. Het publiek ontspringt de dans evenmin: “you have confused excitement with the fear of missing out”. De pedofilieschandalen van de BBC en reality shows met Kim Kardashian op MTV worden daarbij zowat op dezelfde hoop gegooid. Zoals P.I.L. al eens oreerde: “Anger is an energy”. Energiek is daarenboven wel het minste dat je de Welshmen kan noemen. Veertien keer gemiddeld drie minuten bewijzen ze dat hier. Die flow werkt alvast erg aanstekelijk.
Als je ons vraagt naar favoriete liedjes, stippen we zeker het al vernoemde Singing of the bonesaws aan, alsook het relatief rustige French lessons, het met een hoog rock-’n-rollgehalte gezegende Donny of the decks en het heerlijk sarcastische She gets passed around at parties. Zwakke momenten hebben we niet bespeurd. Zo verdient Future Of The Left alweer een mooi rapport, waarmee het net voor de kerstvakantie fier mocht thuiskomen. Nu ja, in The real meaning of Christmas leerden we intussen dat ook de feestdagen voor hen van alle illusies en zeemzoete dromen ontdaan zijn.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

10 januari 2014

Mijn Bob Dylanjaar (1): Bob Dylan


Wat me het meest verrast bij het beluisteren van het debuutalbum van Bob Dylan, is dat de plaat niet zo oud klinkt als ze eigenlijk wel is. Eind 1961 nam hij deze dertien songs op. Toch klinkt het album eerder als een tijdloos folkalbum, dat ik ten vroegste eind jaren '60 zou situeren als ik had moeten gokken zonder enige voorkennis.
Het zijn vooral traditionals en bluesnummers van andere artiesten die hier vertolkt worden door Dylan. Bekend is natuurlijk House of the rising sun, dat de meeste mensen kennen in de versie van The Animals. Ook Man of constant sorrow kennen we intussen heel goed, uit de film O brother, where art thou? Vooral dat laatste nummer is echter heel anders vertolkt door Dylan dan hoe ik het nummer kende uit die film
Ooit, toen ik Bob Dylan wat meer wou leren kennen, zo'n vijftien jaar geleden, leende ik deze CD al uit in de bib. Toen al was See that my grave is kept clean mijn favoriet nummer, en dat is het nog steeds. Hier verzoent Dylan het beste van folk en blues. Op een heel andere manier dan zwarte zangers dat voor en na hem deden, krijgt het lied een beladenheid die de blues "wit" maakt, en de muzikale uitvoering baadt dan weer helemaal in het folkgevoel.

Lied van de week: week 2 - 2014

Leipzig - Balthazar


Ik dank Vincent Coomans alvast dat hij me via Facebook wees op de nieuwe single van Balthazar, want die is best wel mooi. Het enige wat me verder opviel aan de clip, is dat de "wildere" live-beelden, niet altijd goed bij de muziek passen, maar soit, het is de Kortrijkzanen vergeven...

05 januari 2014

Bob Dylan: The complete album collection volume 1


Op het eind van 2013 kocht ik, na lang aarzelen, toch de box The complete album collection volume 1 van Bob Dylan. De voorbije twee jaar ben ik immers meer en meer verslingerd geraakt aan de muziek van deze man, die mijn vrienden in twee kampen lijkt te verdelen. Er zijn de lovers en de haters, en enkel degenen die hem eigenlijk zo goed als niet kennen, horen niet tot één van beide kampen. 
En meteen ontpopte zich een voornemen voor deze blog. 47 CD's telt de box, verdeeld over 42 albums (er zitten 5 dubbelaars tussen). Week per week ga ik een album beluisteren (misschien gun ik mezelf twee weken voor dubbelalbums...) en erover posten hier: er is zelfs wat speling, gezien er 52 weken zijn in een jaar. 2014 wordt op deze manier ongetwijfeld mijn Dylanjaar!

Alle blogposts in deze reeks zullen terug te vinden zijn onder de tag 'Bob Dylanjaar'.

Lied van de week: week 1 - 2014

Peaches - In The Valley Below


 
We starten dit jaar met een deuntje uit California, genoeg uptempo om je wakker te houden, maar ook niet al te wild zodat je kater niet nog een aanslag te verwerken krijgt. Fijn nummer van In The Valley Below.

De ep kan je hier kopen.

Lyrics:

I’ve been working on my knees baby it’s alright
Everybody got disease maybe it’s alright
You can steal from me baby it’s just fine
You can say its free baby that’s alright
Refrain: Working on a feeling, breaking down the ceiling, digging up a deep end
Freezing on the beaches, reaching for the sweetest, sweetest peaches
We won’t live too long
So let’s love for one song
The lion won’t lay down
When the holy man’s in town
You’ve been drinking all week baby that’s alright
You’ve been stepping on me baby it’s alright
You’ve been tearing me apart in the dead of night
I’ll be raising my hands when the lighting strikes
 

Refrain 2x
 

Working on a feeling, breaking down the ceiling, digging up a deep end
Freezing on the beaches, reaching for the sweetest, sweetest peaches

03 januari 2014

There Will Be Blood


Denk jij bij het horen van “There Will Be Blood” in de eerste plaats aan de magistrale film waarvoor Daniel Day-Lewis een Oscar voor beste acteur won in 2007? Dat hadden wij ook, want de Italianen die in 2010 hun band vermoedelijk naar die prent vernoemden, zijn nog lang niet illuster genoeg om als eerste associatie in ons hoofd op te duiken. Of dat zal gebeuren, is nog zeer de vraag, want bluesrock lijkt een genre dat nogal aan mode onderhevig is.
Als we moeten gaan namedroppen om je een idee te geven, dan komen The Black Keys steevast als eerste referentie in ons op. De vette gitaarriffs zijn immers niet van de lucht op Without, de vierde plaat van het Milanese trio. Het begint al met wat vintage ZZ Top zou kunnen zijn, die eerste gitaarakkoorden van Ain't no places, no matter, tot er een stem overheen gaat die aan Jack White lijkt te behoren, althans de eerste seconden. Het stoomt lekker voort en dat doet het ook in de overige 13 songs. There Will Be Blood serveert van Mississippimodder doordrenkte blues, hoewel de Po een stuk vertrouwder is voor de heren dan die legendarische Amerikaanse stroom.
Kneel to your slave bevat echo’s van zowel Nine Inch Nails als van het Zweedse Clawfinger, wat overigens geslaagder uitvalt dan je misschien zou vermoeden. Ook als het tempo minder hoog ligt, zoals in My face carved in stone, blijft het duo Auerbach-Carney prominent aanwezig als ijkpunt. Truck vinden wij een tikje minder geslaagd, maar het wordt gelukkig gevolgd door Snout waarin wat traditionelere folkblues aangeboord wordt. Het tempo gaat over de veertien nummers gespreid wisselend omhoog en omlaag en die variatie houdt ons bij de les.
There Will Be Blood verdient met deze release een betere kwalificatie dan “gewoon goed”, zoals we albums zonder stinkers doorgaans noemen. Na mode, twee illustere voetbalclubs en de Scala heeft Milaan er een nieuwe parel bij. Het succes van The Black Keys zal dit drietal wellicht niet te beurt vallen, zo zijn nu eenmaal de harde wetten van de muziekindustrie. Onze goedkeuring mogen ze zich alvast op de borst spelden.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

02 januari 2014

Aankondiging: nieuw album T.E. Morris

T.E. Morris was verantwoordelijk voor één van de mooiste albums van het vorig jaar en hoort bij mijn ontdekkingen van het jaar. Hij haalde met And you were the hunter zelfs de 13e plaats in mijn eindejaarslijst.
Naar aanleiding van de tweet met de link naar die eindejaarslijst stuurde hij me een berichtje dat hij binnenkort een ep uit heeft en binnen enkele maanden een album met Her Name Is Calla. En kijk, één nummer van dat album kan je nu al op zijn Bandcamp beluisteren. Voor het hele album is het nog even wachten tot 2 februari, maar je kan het er dus wel al bestellen.