03 juni 2013

Iron And Wine


Mannen met baarden zijn sinds Fleet Foxes helemaal in, en al zeker als ze folk maken. Natuurlijk hebben we het genre dan het liefst met een hoek af. Ook Samuel Beam, de frontman van Iron And Wine, aanschouwt de wereld vanachter een gigantische baard, én hij voldoet ook qua muzikale output aan het geschetste plaatje.
Opvallend is het erg poppy geluid dat ons op het nieuwe album (Ghost on ghost) komt toegewaaid. Opener Caught in the briars transformeert na een (be)vreemde(nde) intro in een hapklare brok waar we Counting Crows zo mee zien wegkomen. En The desert babbler is met zijn strijkers en zeemzoet achtergrondkoor eerder schatplichtig aan The Carpenters en Boz Scaggs dan aan The Band of Richard Thompson. Joy had een kerstsingle kunnen worden mits bij het winterseizoen passende lyrics. Grass widows lijkt even The Beatles achterna te huppelen, tot de Amerikaanse bard een ballade inzet waar enkel Jens Lekman nog meer suiker kan aan toevoegen zonder weggejouwd te worden. Singers and the endless song, het zevende (!) liedje op deze plaat, komt als eerste een beetje in de buurt van folk. Lovers' revolution bezit een jazzy toets dankzij het diepwarme geluid van de saxofoon. Afsluiter Baby center stage neemt rustig de tijd om via een pad bezaaid met americana een verloren en gedoemde liefde te bezingen.
Zoetekauwen kunnen hun hart ophalen aan dit album. Toch hoeven anderen hier niet met een grote boog omheen te lopen, want Iron And Wine overschrijdt nergens de grens tussen kunst en kitsch. We zijn ervan overtuigd dat een concert met deze songs een belevenis wordt die nog lang zou kunnen heugen.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: