31 oktober 2012

Lied van de week : week 44 - 2012

Lightning bolt - Jake Bugg


 

Af en toe eens luisteren naar Pinguinradio.nl (de opvolger van Kink FM) leidt soms tot mooie verrassingen. Zo ontdekte ik er deze Jake Bugg, die een beetje klinkt als een Engelse Daniel Johnston, én als de vroege Beatles. Dit singletje is erg aanstekelijk, en verdient ook bij ons grijsgedraaid te worden...

Dit nummer staat op zijn titelloze debuutplaat, die je hier kan kopen. Je kan er ook het nummer Saffron (mp3) gratis downloaden.

Lyrics:

Morning, it’s another pure grey morning
Don’t know what the day is holding
When I get uptight
And I walk right into the path of a lightning bolt

Sirens of an ambulance comes howling

Right through the centre of town and
No one blinks an eye
And I look up to the sky in the path of a lighting bolt

Met her as the angels parted for her

But she only brought me touture
But that’s what happens
When it’s you who’s standing in the path of a ligthning bolt

Everyone I see just wants to walk with gritted teeth

But I just stand by and I wait my time
They say you gotta tow the line they want the water not the wine
But when I see the signs I jump on that lightning bolt

Chances, people tell you not to take chances

When they tell you there aren’t any answers
And I was starting to agree
But I awoke suddenly in the path of a lightning bolt

Fortune, people talking all about fortune

Do you make it or does it just call you.
In the blinking of an eye
Just another passerby in the path of a lightning bolt

Everyone I see just wants to walk with gritted teeth

But I just stand by and I wait my time
They say you gotta tow the line they want the water not the wine
But when I see the signs I jump on that lightning bolt

It was silent, I was lying back gazing skyward

When the moment got shattered
I remembered what she said
And then she fled in the path of a lightning bolt

30 oktober 2012

Wedstrijd: win een 8tracks-mix

Deze blog bestaat bijna 6 jaar. Op 25 november 2006 verscheen een eerste, bescheiden post. Intussen ziet het er naar uit dat we dit jaar vlot de kaap van de 250 posts zullen passeren.


En hier is dus een wedstrijd, om de blogverjaardag te vieren.

Wat valt er te winnen?

 Ik maak speciaal voor de winnaar een gepersonaliseerde 8tracks-mix van 10 liedjes, op basis van het door de winnaar gekozen thema. Die 8tracks-mix post ik in de dagen na de zesde verjaardag hier op deze blog, met vermelding van de winnaar en diens gekozen thema. Misschien/wellicht leer je zo nieuwe songs kennen, die aansluiten bij je favoriet thema...

Hoe kan je meedoen?

Bedoeling is dat je zoveel mogelijk mensen ertoe aanzet om fan te worden van onze Facebook-pagina of volger te worden van onze blog of ons aan te bevelen op Google+ (buttons in rechterkolom).
Doe dat door onze Facebook-pagina te delen op FB, door ons op Google+ aan te bevelen, door te mailen met de link naar deze blog, door Volger te worden, door onze blog via Twitter bekend te maken (vermeld dan zeker ook @ong_wanhoop, dan zien we meteen ook al je bericht),...
Stuur daarna een mail met je naam, hoe je promotie hebt gemaakt voor deze blog en welk jouw thema is indien je de winnaar bent, naar svenvolckerijck (apestaart) hotmail (punt) com

Tips voor de thema's: kies een thema dat niet te abstract is (zoals melancholie), maar ook niet te eng (zoals één bepaalde schrijver, één bepaald dier,...). Het beste resultaat verkrijg je door een thema te kiezen dat een concrete "groep" vormt (b.v. "Europese landen", "neerhofdieren", "kleuren", "blaasinstrumenten",...)

Hoe wordt de winnaar gekozen?

Op 25 november trekt een onschuldige hand de winnaar uit alle deelnemers. Die brengen we alvast op de hoogte via mail (en ik vermeld het ook al op FB en Twitter), en in de dagen erna maak ik zijn/haar gepersonaliseerde 8tracks-mix.


Succes!

Democrazy concert: Crime & The City Solution (voorprogramma: Kras)


In de jaren ’80 speelde Crime And The City Solution een belangrijke rol in de undergroundscene. Geef hen gerust een plaatsje tussen The Birthday Party, Swans en Einstürzende Neubauten, want daar horen ze thuis. Nadat ze een verzamelaar uitbrachten die vooral focust op hun Berlijnse periode (1987-1991), releasen ze begin volgend jaar eindelijk nog eens nieuw materiaal. American twilight moet de band de 21e eeuw binnenloodsen, en daar meteen ook een nieuw publiek aanboren. We zijn benieuwd of hen dat gaat lukken. Tijdens hun tournee, die hen maandagavond naar Gent bracht, kregen we alvast een voorsmaakje met enkele nieuwe songs.



Eerst mocht Kras het publiek opwarmen. Het is niet zo verwonderlijk dat juist zij als relatief onbekende deze eer kreeg aangezien Blixa Bargeld haar vorige plaat producete. De Duitser is een Bad Seed en ook de frontman van Einstürzende Neubauten, waarvan bandlid Alex Hacke nu meetoert met Crime And The City Solution. Aanvankelijk maakte de Nederlandse niet bepaald veel indruk. Ze zong en speelde bas, en werd bijgestaan door een drummer. Pas tijdens het derde lied werd ze geruggesteund door een volledige band, waarin we overigens Guy Van Nueten en acteur Jan Bijvoet herkenden. De set werd steviger en Kras ontpopte zich tot een mengeling van Lydia Lunch, Nina Hagen, Diamanda Galas, PJ Harvey, een vleugje Edith Piaf en eigenlijk ook de koningin van Onderland, uit Jommeke, jawel. Ze zong in het Duits, Engels en Nederlands, en legde een goeie basis voor de hoofdact.



Simon Bonney, de frontman van Crime And The City Solution, laat zich voor deze tour goed omringen. Behalve Alex(ander) Hacke (Einstürzende Neubauten) trommelde hij onder meer ook David Eugene Edwards (Wovenhand), Jim White (de drummer van Dirty Three) en Troy Gregory (bassist bij Swans en Spiritualized) op. Opvallend is overigens hoe Hacke en Edwards de show stelen en Alex Hacke zichzelf duidelijk profileert als de leider van de band. Bonney, die zijn lyrics afleest van een spiekbrieven (zowel de oudere als de nieuwe songs kent hij blijkbaar niet van buiten), speelt daardoor niet langer de hoofdrol, en muzikaal zijn het ook de gitaren die het meest op de voorgrond treden. De band wisselt materiaal van vroeger af met recente nummers, die wat wisselvallig lijken bij een eerste beluistering. Uit de nieuwe plaat is het vooral titelsong American twilight die weet te overtuigen. Dat ze net dat lied als afsluiter van de bisronde kozen getuigt van inzicht in de eigen sterktes.


Crime And The City Solution brengt al bij al behoorlijk toegankelijke post-punk, die tegenwoordig voornamelijk dankzij de gitaren gekruid is met stevige alt-country en rock. Soms klinken ze zelfs wat lichtvoetig en folky, zoals in I have the gun. Ook de visuals vormen een belangrijk onderdeel van de show, en dat mag onder meer blijken uit het feit dat Danielle de Picciotto, de dame die daarvoor verantwoordelijk is, gewoon mee op het podium staat als was ze één van de muzikanten.
Bands uit een ver verleden na al die jaren terug aan het werk zien is soms ontnuchterend en/of tegenvallend. Gelukkig vermijdt deze groep de valkuilen zorgvuldig, en horen ze nog steeds thuis op dat podium.


Setlist:

1. The Bride Ship
2. Keepsake
3. The Colonel Doesn’t Call Anymore (nieuw nummer)
4. Roseblue
5. Steal To The Sea
6. I Have The Gun
7. My Love Takes Me There (nieuw nummer)
8. Hunter
9. On Every Train (Grain Will Bear Grain)
10. The Last Dictator I
11. The Last Dictator II
12. The Dolphins And The Sharks
13. All Must Be Love

Bisnummers:

14. Six Bells Chime
15. American Twilight (nieuw nummer)

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

29 oktober 2012

Gezien: Dracula


Een beetje jammer is het wel dat ik het verhaal van Bram Stoker natuurlijk al ken, én dat ik al recentere verfilmingen zag, maar de versie van Dracula uit 1931, met de wereldvermaarde Bela Lugosi (over wie Bauhaus ooit zong) bleek toch een erg aangename film. De "special effects" met de vleermuis zijn natuurlijk lachwekkend simpel voor hedendaagse kijkers, en het verhaal doet wat schokkerig aan. Toch slaagde men er toen toch ook al heel goed in om de spanning op te bouwen en cinematografisch vorm te geven op een boeiende én beklijvende manier.

28 oktober 2012

Gelezen (49)

De man zonder ziekte - Arnon Grunberg


In zijn meest recente roman laat Arnon Grunberg de wat naïeve Zwitserse architect met Indische roots, Sam(arendra) Ambani, terechtkomen in Irak en later in de Verenigde Arabische Emiraten. Dat loopt telkens niet bepaald goed af, en Sam geraakt verstrikt in een verhaal van spionage en terrorisme. Grunberg vertelt het verhaal in zijn intussen gekende, typische stijl, en laat dat nu net een stijl zijn waar ik wel van houd. Het boek behoort zonder meer tot zijn betere werken (ik heb weliswaar nog niet al zijn boeken gelezen), en de manier waarop hij er andere thema's (ziekte en handicap, ambitie, architectuur,...) doorheen weeft, is erg onderhoudend én interessant.

Moment van afscheid - Val McDermid 


In het nieuwste deel van de Tony Hill-reeks van Val McDermid (dit leidde ook tot de tv-serie Wire in the blood) is Jacko Vance, één van de seriemoordenaars uit een vorig verhaal, erin geslaagd te ontsnappen. De ravage die hij achterlaat, laat zich niet enkel in lijken uitdrukken... Tegelijk moet het team van hoofdinspecteur Carol Jordan een nieuwe reeks seriemoorden, met een nogal atypische escalatie, zien op te lossen. Het is alweer een plezier om dit vlot leesbare boek te verslinden voor wie van de serie houdt. Profiteer ervan, want ik vermoed dat dit het laatste deel zal blijken...

26 oktober 2012

Lied van de week : week 43 - 2012

Beth/Rest - Bon Iver



 

Uit het vorig jaar verschenen album Bon iver, bon iver van Bon Iver is net een nieuwe single uit. Natuurlijk kennen we dit nummer al heel erg goed. Volgende week speelt Bon Iver in de Lotto Arena.

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

Errant heat to the star
And the rain let in
The hawser rolls, the vessel’s whole and Christ, it’s thin

Well Iʼd know that you’d offer

Would reveal it, though it’s soft and flat
Won’t repeat it, cull and coffer’s that
For the soffit, hang this homeward
Pry it open with your love
Sending lost and alone standing offers

It is steep / it is stone

Such recovery
From the daily press, the deepest nest, in keeper’s keep

All the news at the door

Such a revelry
Well, it’s hocked inside of everything you said to me

It was found what we orphaned

Didn’t mention it would serve us picked
Said your love is known
I’m standing up on it

Aren’t we married?!

I ainʼt living in the dark no more
It’s not a promise, Iʼm just gonna call it

Heavy mitted love


Our love is a star

Sure some hazardry
For the light before and after most indefinitely

Danger has been stole away


This is axiom

The Bony King Of Nowhere


Nick Drake! Zo, het hoge woord is eruit. Het zou ons verwonderen mochten wij de enigen blijken te zijn die The Bony King Of Nowhere na beluistering van zijn nieuwe plaat (The bony king of nowhere) vergelijken met de legendarische bard, wiens cultstatus niet te evenaren is.
Opener Across the river begint nochtans alsof hij ook op voorganger Eleonore had kunnen staan. Het klinkt hooguit wat uitgebeender dan de songs die Bram Vanparys toen met zijn band op plaat zwierde. Gaandeweg echter valt die soberheid meer en meer op naarmate dit album, dat Bram helemaal in zijn eentje opnam op amper één avond, zich een weg baant naar je oren. Daartoe had hij zich twee weken teruggetrokken in een oud huis in Mirwart, nabij Saint-Hubert in de Ardennen waar een mens al eens teruggeworpen durft te worden op zichzelf. Die omstandigheden zijn een perfecte verklaring voor hoe de plaat is gaan klinken.
Bram Vanparys lijkt met zijn rijzige, ranke gestalte sowieso wat op Nick Drake, en wanneer hij ook muzikaal terugvalt op de basics die tevens al aanwezig waren in zijn eerder werk, vallen eveneens de muzikale gelijkenissen op. Uiteraard is dat niets om beschaamd over te zijn, en voor ons geen reden tot treuren. Nick Drake is een referentie die menig artiest met fierheid zou willen dragen. Travelling man, het vooruitgestuurde proevertje, mengt het muzikale universum van Drake met die typische, warme, intussen zo herkenbare stem van The Bony King Of Nowhere. De vlekkeloze articulatie maakt de tekst nog indringender, en met een nummer als dit schrijft hij zich voor eeuwig in de aloude folktraditie in. Ook daarover zul je hier geen onvertogen woord lezen. En als er een vleugje alt-country insluipt (Lonesome girl), klinkt het even loepzuiver. Meteen erna krijgen we overigens weer pure folk, met een eenvoudig riedeltje dat eindeloos herhaald lijkt te worden (Valerie). Elk nummer baadt in zulk een intieme sfeer dat je bijna zou hopen dat Bram Vanparys een tournee zou opzetten van enkel huisconcerten, een setting waarin deze plaat volledig tot zijn recht kan komen.
Hebben we dan geen enkele opmerking te maken over deze cd? Als we heel eerlijk zijn, moeten we bekennen dat we toch meer houden van het bredere, rijker uitgesmeerde palet dat Bram samen met zijn band weet te bereiken. De intrinsieke kwaliteiten van de liedjes mogen dan even groot zijn, de arrangementen die The Bony King Of Nowhere in volledige bezetting weet af te leveren zijn nu eenmaal nog smakelijker.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

20 oktober 2012

Buysta doet mee aan de Top 2000 cover contest


In Nederland loopt voor de vierde keer de Top 2000 cover contest. Er werden vier nummers gekozen van Nederlandse bands, die dan gecoverd mogen worden.
Dit zijn de vier keuzenummers :
- Stiekem gedanst - Toontje Lager
- In the Dutch mountains - The Nits
- Father & friend - Alain Clark
- Het regent zonnestralen - Acda & De Munnik

Buysta koos voor een eigen versie van het liedje van The Nits.
Zelf deelnemen kan ook nog, tot 30 november. Informatie daarover vind je hier.

Ik vermoed dat we daarna kunnen stemmen op deelnemers, en hopelijk wint dit lied airplay op (de Nederlandse) Radio 2:

Haar Hollandse bergen (mp3)

Hier is nog eens de clip van het origineel :

Lied van de week : week 42 - 2012

XTC - Boys Noize


De eerste keer dat ik dit nummer hoorde, zat ik in de auto. Ik geloof dat het na afloop van een concert was, en dan luister ik altijd naar iets helemaal anders dan het genre muziek waarnaar ik net geluisterd en gekeken heb. Zo is er geen interferentie, alvorens ik mijn review schrijf. En zo hoorde ik dus wellicht in Switch dit nieuw nummer van Boys Noize. Wat me vooral aanstond, was dat het me heel erg doet denken aan electro uit de jaren '80, waarvan ik enkele mooie compilaties (de meeste door Dave Clarke) in huis heb. In ieder geval, geniet ervan!



Je vindt dit nummer ook op het album Out of the black, dat je hier kan kopen.

Gezien: The broken circle breakdown


Gaat dat zien! Hoort de muziek! The broken circle breakdown is een film die u niet aan u mag laten voorbijgaan. Verwacht één van de meest heftige ervaringen die u in een cinemazaal kan beleven. Felix Van Groeningen heeft na De helaasheid der dingen een film gemaakt die nog meer naar de strot grijpt. Dat is onder meer te danken aan de geweldige acteerprestaties van Johan Heldenbergh en Veerle Baetens, maar evenzeer aan de prachtige en erg passende bluegrass die de soundtrack vormt, het rake verhaal, de prachtige beelden, de juiste toon die gevonden wordt en het erg geloofwaardig en de kijker meezuigende geheel dat deze film vormt.
Didier en Elise hebben een dochtertje samen, Maybelle, en spelen nadat ze elkaar hebben leren kennen in de bluegrassband van Didier en zijn maten. Maybelle krijgt kanker en al het verdriet om de ziekte en dood van hun dochtertje zet hun relatie en hun levens onder heel wat druk. De verschillen tussen beide hoofdpersonages worden erdoor uitvergroot en hun verbondenheid wordt brozer. Ik ga hier niet verklappen hoe het afloopt, en kan u wel verzekeren dat al lang voor het einde van de film u emotioneel zo meegesleurd bent dat u zich tot diep in uw ziel zou kunnen geraakt voelen.
Heel mooi vind ik ook de scène waarin Didier aan Elise uitlegt wat er zo bijzonder is aan bluegrass. Ik knikte gewoon de hele tijd instemmend, want hij verwoordt precies waarom zulke muziek zo mooi kan zijn.
Toen ik na de film thuiskwam, wou ik Pissin in a river opzetten (van Patti Smith), het nummer dat me telkens opnieuw laat huilen. Want huilen, daar had ik behoefte aan. Dat klinkt immens triest en ook wel een beetje ontradend om deze film te zien, al is het wellicht ook zo dat mijn eigen verdriet om mijn eigen verloren kind heel erg getriggerd werd, net als andere bronnen van verdriet. En dan doet het soms echt wel eens "deugd" om je tranen de vrije loop te laten...

(Overigens, ik heb uiteindelijk wat bluegrassmuziek opgelegd...)

19 oktober 2012

Nieuwe single van Helder

De Gentse muzikant en singer-songwriter Helder heeft een nieuwe single, Reborn, met een erg stijlvolle video:

 


Dit nummer komt uit het album The rhythm of change, dat ik hier besprak. Je vindt op deze blog ook nog een interview met Helder en een verslag van zijn optreden op de Gentse Feesten.

14 oktober 2012

Lied van de week : week 41 - 2012

Without a trace - Fence


Fence, het fijne Limburgse bandje dat u ongetwijfeld nog kent van Mary Lou en Always ultra heeft een nieuw album uitgebracht dit jaar, met als titel Fence. Daaruit komt deze fijne nieuwe single.

Het album kan je hier kopen.


13 oktober 2012

Douglas Firs


Gertjan Van Hellemont, muzikant bij The Bony King Of Nowhere en producer van onder meer Love Like Birds, heeft zijn eerste eigen ei gelegd. De single Shimmer & glow had verwachtingen geschapen die voor het gelijknamige album misschien moeilijk in te lossen zouden blijken. We prijzen ons en jullie gelukkig, want Douglas Firs slaagt erin die beloften waar te maken en en passant nieuwe verwachtingen toe te voegen.
Het geluidspalet van de eerste single sluit nauw aan bij Absynthe Minded (het had met gemak hùn song kunnen zijn, dachten we altijd) en daar voegen andere nummers nog heel wat referenties aan toe: The Black Keys in I don't think you're good to have around, Melanie in Baby Jack en Boz Scaggs in Dirty dog, om er slechts enkele te noemen. De piano in Apple lijkt weggelopen bij Dr. John, terwijl in datzelfde lied de aandachtige luisteraar zelfs een echo van Bob Dylan opvangt.
Het album klinkt afwisselend triest en vrolijk, zelfs wanneer het gevoel dat uit de teksten spreekt niet noodzakelijk hetzelfde is. Douglas Firs maakt graag gebruik van alledaagse beelden, die banaal lijken op zich, en er tegelijk in slagen het gevoel op scherp te zetten. Charlie die zijn best doet om zijn broccoli op te eten, kan het alledaagser en herkenbaarder? En toch is het in wezen intriest.
Gertjan liet zich omringen door goede muzikanten, van zijn broer Sem tot leden van onder meer Trixie Whitleys band, The Bony King Of Nowhere en Balthazar, en gastvocalen van Renée. Hij deelde de productie met Gert Jacobs, die al eerder de eveneens op deze plaat aanwezige Senne Guns producete, en werkte met veel zorg aan zijn debuut. Daardoor klinken zowel de globale sound, de samenhang tussen de nummers als de details erg goed. Soms stamp je mee op de beat (Dirty dog), soms zit je haast roerloos te luisteren naar gefluisterd verdriet. Afsluiter Thought it was you klinkt bijvoorbeeld zo somber dat je bij wijze van spreken de plaat hoort eindigen op de plons van een zich verdrinkende jonge gevoelige artiest.
Wie op deze wijze debuteert, legt de lat zelf hoog. We hebben er alle vertrouwen in dat de amper 21-jarige Douglas Firs al zijn jeugdige kracht in de strijd zal gooien om die lat ook in de toekomst te blijven overschrijden.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle. Het verslag van de cd-release in de Minarschouwburg in Gent lees je hier en het interview dat ik met Gertjan had, hier.

12 oktober 2012

Hidden Orchestra


In de tweede helft van de jaren negentig maakte drum ‘n bass zijn opgang. Harde drum ‘n bass zoals die van Ed Rush & Optical of Usual Suspects bleek bijzonder populair op allerlei genrespecifieke fuiven, omdat je er helemaal op loos kon gaan. Aan de andere kant van het spectrum van een genre dat diverser zou blijken dan velen dachten, en soms nog denken, zaten erg soulvolle en jazzy varianten. LTJ Bukem (met zijn Earth- en Logical progression-compilaties) en 4Hero waren er typische exponenten van, en net zij worden ons als bij wonder in herinnering gebracht in Overture, de meer dan zes minuten durende opener van Archipelago van Hidden Orchestra.
Het Schotse viertal maakt erg filmische muziek, die zich ophoudt aan de rand van jazz, post-rock en (abstracte) hiphop. Vergelijkingen met Cinematic Orchestra en DJ Krush zijn niet van de lucht. Laatstgenoemde Japanner evolueerde meer en meer richting jazz en een nummer als Spoken zou niet misstaan hebben op diens Ki-oku, de samenwerking met trompettist Toshinori Kondo. Ook Mogwai en Tortoise zijn niet ver uit de buurt, zij het natuurlijk eerder in sfeer dan in instrumentatie.
Het zijn geen eenvoudige songs die ons gepresenteerd worden. Gelukkig worden we voor onze inspanningen beloond. De meeste nummers nemen uitgebreid de tijd om zich te ontwikkelen in al hun rijkdom, boordevol details. De vele instrumenten én de gesamplede geluiden als fluitende vogeltjes in Spoken of een draairad in Vorka bieden je oren zoveel luisterprikkels dat herhaalde luisterbeurten nodig zijn om ten volle te horen wat Hidden Orchestra allemaal bij elkaar brengt. Nu eens klinkt de band speels (Reminder), dan weer ernstig (Vainamoinen) en nog vaker wisselen de stemmingen elkaar af als een manisch-depressieve die maat weet te houden (Fourth wall). Piano, strijkers en blazers voeren om beurten de hoogste noot en er is geen enkel moment waarop we het gebrek aan zang als een gemis ervaren. Woorden zijn onnodig wanneer de muziek zo eloquent voor zich spreekt.
Hidden Orchestra wist met het debuut Night walks een schare van ingewijden voor eeuwig te overtuigen, en moet met dit album in staat zijn om moeiteloos elke avontuurlijke luisteraar voor zich te winnen. En telkens wij diep in de nacht de slaap niet kunnen vatten, troosten we onszelf met deze plaat, die onze slaapkamer omtovert tot een rokerige club.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

11 oktober 2012

Wintersleep


De Canadezen van Wintersleep starten met gezoem op hun derde album Hello hum, en eindigen in alle rust met een langzaam uitdovend Smoke. Tussen de eerste en de laatste noten van deze plaat schotelen ze ons indie rock voor waarin electronica en drums een belangrijke plaats innemen. Er wordt stevig gerockt in Unzipper, rustpunten vinden we in Saving song en Someone somewhere. Variatie is dus ook een troef van dit album, zou je denken, al hebben we toch wat moeite met de zeurderige vocalen die sommige luisteraars weleens zouden kunnen gaan irriteren.
Hum klinkt als een tot rockformatie omgebouwd Daft Punk en er zitten behoorlijk wat gelijkenissen met Fatboy Slim in In came the flood. Het is alvast een veelbelovend begin. Jammer genoeg worden beloftes niet altijd waargemaakt en al zit er altijd wel een goed idee in elke song, en in Resuscitate zelfs meerdere tegelijk, het is allemaal wat te druk en net niet overtuigend genoeg om uit de band te springen. Verdienstelijk mag dan het woord zijn dat het meest in ons opkwam, weinig bands en weinig luisteraars beschouwen dat écht als een compliment.
De zang klinkt nu eens behoorlijk Brits, zoals in Nothing is anything (without you), en dan weer alsof ze Gunter Lamoot gevraagd hebben mee te zingen (Saving song). Toch vinden we die zang doorgaans het grote struikelblok. Het zijn uiteindelijk de songs met de meeste consistentie en met een gevarieerder stemgebruik (zoals Permanent sigh) die meerdere luisterbeurten goed blijven overleven.
Hitmateriaal horen we niet meteen, daarvoor ontbreekt die ene catchy hook of dat ene beklijvende riedeltje dat zich nestelt in je oor en er een nestje bouwt. Zowel over het hele album als over zowat alle afzonderlijke nummers kunnen we ons besluit dan ook als volgt formuleren: verdienstelijk, doch gedoemd tot de vergetelheid.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

08 oktober 2012

Democrazy concert: Douglas Firs (voorprogramma: C.A. Smith)


Vooraleer Douglas Firs zijn debuutalbum mocht voorstellen in de Gentse Minardschouwburg, bracht C.A. Smith zijn liedjes ten berde. Mannen met baarden zijn allesbehalve zeldzaam in de muziekwereld tegenwoordig, en dus voegde de Canadees daar ook nog 2 lange vlechten aan toe, om toch nog op te vallen. Behalve zelf platen maken, werkte de singer-songwriter ook samen met Feist, Daniel Johnston, Chad VanGaalen en anderen. Hij zong liedjes over ouder worden, de perfecte vrouw (die helaas al bezet blijkt), God en dergelijke meer. Er zit ook veel humor in songs als Granddad is sleeping and he won't get up (over als kind spelen met je grootvader, niet beseffend dat de man in coma gevallen is) of Drink a lot of water (dat iedereen mocht meezingen).


Douglas Firs had zich goed omringd voor het releaseconcert. Zijn broer Sem op toetsen, bassist Simon Cassier en drummer Frederik Van Den Berghe (die straks mag touren met Trixie Whitley) stonden frontman Gertjan Van Hellemont bij, en bovendien had hij enkele gasten uitgenodigd. De band begon alvast erg krachtig met titelnummer Shimmer & glow en Apple, dat energieker klonk dan op plaat. In een goed uitgebalanceerde set zaten ook enkele covers: You really got a hold on me van Smokey Robinson, dat Gertjan akoestisch zong met Renée, en Home van Bonnie Raitt, dat zelfs onversterkt gebracht werd met Bram en Cleo van The Bony King Of Nowhere. Renée had dan al, net als op plaat, meegezongen op Misunderstood en Bram en Cleo zouden daarna, samen met nog 2 andere gastmuzikanten, de backing vocals verzorgen in Baby Jack.



Naarmate het concert vorderde, gaf Douglas Firs een meer ontspannen indruk, en maakte hij grapjes, ging in interactie met de fans (toen twee mannen de zaal verlieten net nadat hij het publiek geloofd had om haar beleefdheid, vroeg hij zich luidop af of het misschien te luid was) en zag je ook meer ontspannen communicatie tussen de bandleden. Waar I don't think you're good to have around op het album nogal sterk naar The Black Keys neigt, leunt het live eerder dicht aan bij The White Stripes en helemaal op het eind van de bisronde werd een nieuwe song gespeeld waarin we echo’s van Tom Petty & The Heartbreakers hoorden, en die niet op het album staat.
Geen van beide acts stelde teleur, integendeel. Zo werd het een prachtige concertavond in een prachtige zaal.


Setlist Douglas Firs:

1. Shimmer & Glow
2. Apple
3. Isn’t It Weird?
4. Pretty Legs And Things To Do
5. Misunderstood
6. You Really Got A Hold On Me (Smokey Robinson cover)
7. I Don’t Think You’re Good To Have Around
8. Never Cared Enough
9. Home (Bonnie Raitt cover)
10. Baby Jack
11. Dirty Dog

bisnummers:

1. The Winter Sun Is Gonna Last
2. Caroline

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

Concert Unlock Dialogue

Zaterdagavond zag ik in OC Leieland (Ooigem) Unlock Dialogue. De band rond Jelle Vandewiele speelde er in een zeer ruime bezetting: elf muzikanten vulden het podium, dat ingericht was als een soort knusse grootouderhuiskamer. De band speelde er een selectie uit de 3 jaar sinds de eerste noot samen gespeeld werd, met ook enkele nieuwe nummers. 
De set werd in twee delen gesplitst, met een pauze tussen. Uiteindelijk zou de band maar liefst 24 songs brengen. Vooral in de eerste helft van de set werd er strak gespeeld, lag de variatie hoog, werd het publiek gegrepen en hoorden we naast oudere nummers als Let's sit down by the water ook enkele nieuwe, ons nog onbekende liedjes. Met af en toe trompet en saxofoon, een heleboel percussie en drie strijkers, klonk het geluid van de nummers erg mooi en rijk. De tweede sethelft begon wat aarzelend en kabbelde wat teveel naar onze smaak, maar gelukkig kwam daar alsnog verandering in met een straf einde (Rumour has it en Take tick time vormden een mooie apotheose). Met nog 2 bisnummers, gespeeld vanuit een comfortabele zetel, werden we tevreden de nacht ingestuurd.

Setlist:

1. The naked tree
2. Let's sit down by the water
3. Reasons for seasons
4. Pretend
5. Starting from today
6. Call her a friend
7. Draw me some lines
8. Summer is here
9. Love and how to lose your way
10. Quit revealing
11. Chaos theory
----------------------------------------
12. About space, time and killing sleep
13. Sunday
14. Cheater
15. The story of an old man
16. Daddy dear
17. Sweet friends
18. Love barely does rhyme
19. Sleepless
20. Question mark
21. Rumour has it
22. Take tick time

Bisronde:
1. The village
2. Magicboy

 






 

07 oktober 2012

Lied van de week : week 40 - 2012

Only a woman - Angus Stone


 
Uit het album Broken brights van Angus Stone (zie de recensie hier) blijft dit, hoewel het officieel geen single is, mijn favoriet, en ik heb er deze week weer meerdere keren naar geluisterd.

Je kan het album hier kopen.

Lyrics:

Only a woman
Only a girl
Only a woman
She ain't that kind of girl

Well you walked in

You walked in real late
You ... and you talked about
How changed the stone and the Brooklyn gate
Takes me back to that first time
I reached for words that just weren't there
Our next touch came to moon shine
Upon our skin so bad
Upon our skin so bad

Only a woman

Only a girl
Only a woman
She ain't that kind of girl
She ain't that kind of girl

Takes me back to them old days

It's funny how times they come so clear
And your hair well it glows in that sweet rain
I held you so dear
And I held you so dear

Only a woman

Only a girl
Only a woman
She ain't that kind of girl
She ain't that kind of girl

Only a woman

Only a girl
Only a woman
She ain't that kind of girl
She ain't that kind of girl

03 oktober 2012

Bearskin


Heel even, zo’n twintig seconden lang, lijkt het alsof we de nieuwe plaat van Bon Iver in onze handen gestopt kregen in plaats van het debuut van Bearskin. Zelden voorheen werden we zo vakkundig op het verkeerde been gezet, want wat volgt lijkt in niets meer op de Amerikaanse bard.
Van alle vergelijkingen die op het internet circuleren voor deze Lommelse band, vinden we die met The National nog het meest op zijn plaats. De donkere stem van Sam Geraerts valt meteen op en vormt één van de meest karakteristieke elementen op deze plaat en van deze groep. Er zit een diepe, warme grom in die lijkt te twijfelen tussen grizzly en teddy en die fel herinnert aan Crash Test Dummies. De muziek lijkt in de meeste songs ook echt ten dienste te staan van die gloedvolle vocalen. Toch wordt er genoeg variatie ingebouwd, zoals in Horsepower waarin ze Sam op enkele meters van de microfoon lijken geposteerd te hebben, zodat we een heel andere klankkleur krijgen.
Waiting for the kill klinkt ons net wél en net niét helemaal bekend in de oren zonder dat we kunnen thuisbrengen in welke buurt we moeten zoeken. Dat is vaak een goed teken en bewijst dat de groep erin slaagt zijn invloeden te smeden tot een eigen geluid, wat we alleen maar kunnen toejuichen. Bearskin laat overigens ook nog een heel andere zijde zien in het tweedelige Bruitism I en Bruitism II. Het eerste deel is instrumentale post-rock met een weliswaar iets minder lange opbouw dan we gewoon zijn van bands als Godspeed You! Black Emperor, en daar borduurt het tweede deel op verder door de registers open te trekken en er zang aan toe te voegen. Lichte metalinvloeden lijken aanwezig om dan weer op de achtergrond te verdwijnen, en dat alles maakt van dit tweeluik het meest opvallende onderdeel van dit debuut. Dit snakt naar het uitgroeien tot apotheose van de liveshow, denken wij zo.
Nergens hebben we Bearskin betrapt op een zwakke song. Ze weten te verrassen, ze hebben typische herkenbare elementen waar ze niet krampachtig aan vasthouden en leveren een consistente plaat af die nieuwsgierig maakt en prikkelt. Voor een debuut is dat al heel wat en het schept vertrouwen voor de toekomst van deze Limburgers. 

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

Beluister hieronder de plaat:

Botanique concert: Cold Specks (voorprogramma: Li-Lo*)


De Namense Li-Lo*, die in de Rotonde van de Botanique zondagavond de eer kreeg om te openen voor Cold Specks, is een aangenaam weghappende vrouwelijke singer-songwriter: goed zonder memorabel te zijn. Ze klinkt zoals zoveel vrouwelijke singer-songwriters en haar liedjes klinken aardig, al zijn ze intussen alweer grotendeels vergeten. Ze begon en eindigde haar set met een ukelele, waarmee ze Feel good Inc. van Gorillaz coverde. 


Cold Specks is de band rond de jonge, breekbare, zwarte, in Londen wonende Canadese Al Spx. Ze zag eruit als een verlegen schoolmeisje, dat zo de dochter kon spelen van Bill Cosby. Ze droeg een eenvoudig zwart kleed, met zwarte panty en op zwarte hakschoentjes met een gesp, die ze overigens snel uitdeed. Haar lach richting zaal was timide en gemeend, Al Spx genoot zichtbaar van het aandachtige publiek in de prachtige Rotonde van de Botanique. En wat een stem! Ongelooflijk wat ze uit dat lichaampje weet te persen: zuiver, een groot bereik, doorleefd en met zoveel kracht en durf dat je bijna omvergeblazen werd. De zangeres lijkt diepgeworteld in de gospeltraditie, en dat blijkt niet alleen uit de manier waarop ze haar nummers soms tot een climax brengt, maar ook uit de bijbelcitaten, zoals het “tot stof zult gij wederkeren”-gedeelte in Holland.


Ook de begeleidingsband was top. De gitarist haalde uit zijn instrument klanken die de songs droegen, de toetsenist legde de basis voor die liedjes die niet op de gitaar dreven, de saxofoon gaf diepte telkens hij mee mocht doen en ook de bassist en de drummer speelden onopvallend doch steengoed hun rol. En Cold Specks bewees dat ze zelfs zonder instrumenten de zaal helemaal voor zich kon winnen: om de boel op te vrolijken met een eigen verbluffende versie van het openingsthema van The fresh prince of Bel-Air en het eerste bisnummer, waarvoor ze helemaal alleen het podium opgekomen was en dat ze meer dan de helft zelfs onversterkt, zonder micro zong.
Met de ogen vaak ten hemel gericht en wanneer ze zichzelf niet begeleidde op gitaar, met de handen rond de microfoon alsof ze aan het bidden was, zong Cold Specks zich een weg naar ons muzikaal geheugen. En naar ons hart, waar ze misschien wel nooit meer weggaat.


Setlist:

1. The Mark
2. Blank Maps
3. Heavy Hands
4. Winter Solstice
5. When The City Lights Dim
6. Hector
7. All Flesh
8. Send Your Youth
9. Elephant Head
10. Liars
11. Holland
(+ a capella versie van ‘Opening Theme The Fresh Prince Of Bel-Air)
12. Steady

Bis:
1. onbekend nummer a capella gezongen
2. Lay Me Down

Je kan dit concertverslag ook hier lezen op Indiestyle.

02 oktober 2012

Clock Opera


Het gaat goed in muziekland, zo mag blijken uit het jaarlijks groeiende legertje ontdekkingen dat we doen. Zelfs na meer dan een halve eeuw popmuziek en alles wat daarrond cirkelt, blijft het jonge mensen regenen die keer op keer bewijzen dat je met zeven noten oneindig veel mooie combinaties ineen kan knutselen, die bovendien luisteraars over de hele wereld weten te raken. En zelfs al dient een mens af en toe eens het kaf van het koren te scheiden, het is dankzij de toegankelijkheid van muziek via internet dagelijks genieten, minuut na minuut.
Het Britse Clock Opera is de zoveelste telg uit een rijke traditie van Britse indie. Net als Bloc Party voegen ze een flinke scheut electronica toe aan hun palet, en weten ze daarmee zowel een eigen geluid als variatie op te bouwen. Ze stuurden al enkele singles vooruit, vaak met opvallende clips, en nu is er dus hun debuutalbum, Ways to forget. Je in spanning laten is zinloos: dit album hoort tot het beste wat ons van over de Noordzee is komen aanwaaien dit jaar, en we voorspellen nu al een kolkende ABClub en dito Paradiso wanneer ze volgende week in onze contreien neerstrijken.
Het begint allemaal met een simpel riedeltje in Once and for all, waaromheen de song opgebouwd wordt. Het grootsteedse Lesson no. 7 kenden we al en veroverde reeds ons hart, niet enkel omwille van de controversiële video waarin zinloos geweld louter geobserveerd wordt. De onderbuik van Britse steden, al maken we ons sterk dat die niet zoveel verschilt van die van andere Europese steden, laat zich welhaast proeven in elke drumslag en elk beroeren van de gitaarsnaren. Er zit een vleugje Clash in 11th hour, net merkbaar in wat alweer héél eenentwintigste-eeuws klinkt. Zelfs in dit in se rustige nummer blijft gejaagdheid nazinderen.
We worden terug de tijd ingeslingerd, meer bepaald naar de intussen wel zeer populair geworden eighties, met Man made, een kruising van Prefab Sprout en Simple Minds in hun beginjaren. Daarna mag de piano ons even misleiden in Belongings: we verwachten een rustpunt, maar eigenlijk wordt ons dat niet helemaal gegund. White noise werd ook al vooruitgestuurd, als eerste single overigens. Er valt niet echt iets slechts over te zeggen, al worden we er minder door geraakt en beklijft het minder dan de rest van het album. A piece of string borduurt verder op de toon die reeds gezet werd en The lost buoys zou wel eens kunnen uitgroeien tot Clock Opera’s equivalent van Lippy kids (Elbow). De geest van Elbow is overigens intussen ook zacht neergedaald over het album, en dat laat zich nog beter horen in Move to the mountains.
Clock Opera sluit het debuut af met een knaller. Fail better vormt nog eens mooi de synthese van wat deze plaat ons brengt: heldere melodieën, grootstedelijke gejaagdheid en een eigen smoel samengesteld uit fragmenten en inspiratie uit zo’n 40 jaar Britse indie.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.

01 oktober 2012

Ongeletterd concert: Flirty Faces


Afgelopen zaterdag traden Myrthe Luyten (Astronaute, Mad About Mountains) en Annelies Moons (radiopresentatrice, voorheen bij Radio Scorpio in Leuven en tegenwoordig deel van The Wild Bunch bij Studio Brussel, en solo muziek makend als Mrs. Bojangles) samen op in mijn huiskamer. Flirty Faces heet hun gezamenlijk project.


Ze speelden een set die opgebouwd was uit solo-optredens van elk van hen en twee échte Flirty Faces-gedeelten. Astronaute wil graag (o.m. dankzij de ervaring die ze intussen opdeed met Mad About Mountains) nu eens werk maken van het opnemen en uitbrengen van haar songs, en liet ons alvast vier mooie singer-songwriterliedjes horen, waarbij ze zichzelf begeleidde op gitaar. Haar behoorlijk lage en daardoor zo typische stem geeft die liedjes extra warmte en diepte mee.


Mrs. Bojangles speelde enkele eigen nummers én covers (van Peggy Lee, Marion Black -die naar het schijnt slechts enkele songs schreef- en Nina Simone). De eigen nummers, begeleid op een elektrische piano, bevatten de kiem van goed singer-songwritermateriaal, al kunnen ze nog wat groei gebruiken. Toch klonken ze aangenaam in het oor, en vielen ze mooi tussen de zorgvuldig gekozen covers.
Flirty Faces bleken op hun best als duo, wanneer de stemmen elkaar perfect aanvullen en de schitterende coverkeuze hun mogelijkheden mooi tentoon weet te spreiden. Hoogtepunten waren zeker Cinder and smoke (van Iron And Wine), Autumn leaves (Miles Davis) en The bakery (Arctic Monkeys). Na enkele pogingen waarin de juiste akkoorden maar niet gevonden wilden worden, brachten ze alsnog een schitterende versie van Ella Fitzgerald's Say it's only a paper moon. Voor hun coverkeuze bleken ze overigens ook te rade gegaan bij Haruki Murakami, een schrijver waar ze duidelijk fan van zijn.

Setlist:

Astronaute

1. Two kings
2. In the cold of the sleeping alone
3. King winter
4. Coast of Normandy

Flirty Faces

5. These days (Nico)
6. VCR (The XX)
7. Cinder and smoke (Iron And Wine)
8. Vehicles and animals (Athlete)

Mrs. Bojangles

9. Fever (Peggy Lee)
10. Caveties of time
11. Who knows (Marion Black)
12. I wish I knew how it would feel to be free (Nina Simone)
13. Past cocoon

Flirty Faces

14. Say it's only a paper moon (Ella Fitzgerald)
15. Autumn leaves (Miles Davis)
16. The bakery (Arctic Monkeys)
17. La Javanaise (Serge Gainsbourg)

Bis: Echoes (Astronaute)


 
Coast of Normandy - Astronaute

 
Who knows - Mrs. Bojangles

 
Autumn leaves - Flirty Faces

Nijdrop concert: Ansatz Der Maschine + I Am Oak + Flying Horseman

Drie bands die een prachtige plaat afleverden dit jaar op één affiche: dat noemen wij een topavond. Des te meer is het jammer dat er al bij al (te) weinig volk kwam opdagen in Nijdrop te Opwijk. De afwezigen misten een prachtige avond.


Ansatz Der Maschine speelde met zichtbaar plezier. De combinatie van soms dromerige electronica en de live instrumenten (met onder meer mandoline, saxofoon en hoorn) levert de ideale voedingsbodem voor de zangpartijen van zangeres Leen. Bovendien krijg je als bonus soms eenvoudige, steeds betoverende visuals te zien, die de sfeer van de nummers extra ondersteunen. Rijkelijk wordt geput uit Heat, en daartussen een lied uit het oudere Painting bad weather on her body. Het magistrale einde vormt, net als op Heat, A never ending blues, exploderend in een brok post-rock geschoold op bluesleest.

Setlist:
1. Intro
2. The desert story
3. The last fire
4. Le vent polaire
5. Going north (taking her horse with me)
6. February 11th
7. Breakcore
8. Earth
9. A never ending blues


I Am Oak heeft één van de mooiste platen van dit jaar gemaakt, met Nowhere or Tammensaari. Daaruit plukte de band de openingsnummers van deze avond, en er werd ook geëindigd met Reins en Palpable. Opvallend is hoezeer de nieuwe songs eruit springen, in een set waarin ook de twee vorige platen vertegenwoordigd zijn. We zagen I Am Oak al eens op de Gentse Feesten aan Sint-Jacobs, veel te vroeg op de avond, en toen dachten we dat het daaraan lag dat ze de verwachtingen die het recente album creëerde, niet konden inlossen. Jammer genoeg bleek ook in een kleine zaal de lat te hoog om de magie van Nowhere or Tammensaari ook live waar te maken. Daarvoor ging de vaart te vaak uit het concert: de gitaren werden veel en lang gestemd en de groep heeft weliswaar een vreemde, droge en zelfs wat bizarre vorm van humor om uit te putten voor de bindteksten, maar die geven teveel de indruk dat de bandleden zelf ook niet zo goed weten wat aan te vangen met de lange stiltes.

Setlist:
1. Storm
2. Marrow
3. Ancient
4. Famine
5. Honeycomb
6. On trees and birds and fire
7. Cluster
8. Roam
9. I
10. Murmur
11. Reins
12. Palpable


Flying Horseman startte de set met t.m.l., dat ook het dit jaar verschenen Twist opent, en dat is natuurlijk een goeie zet. Badend in rood licht werd een nachtsfeer opgeroepen waarin ook bands als Morphine en Soul Coughing, hoewel die een heel ander muzikaal palet bespelen, zich thuis voelden. Bert Dockx speelde zo enthousiast dat algauw een snaar brak, al was dat vermoedelijk niet voor het eerst, afgaand op het aantal reservesnaren waarmee hij zijn voorzienigheid op het podium etaleerde. Er waren hoogtepunten genoeg in dit optreden, zowel uit het recente album als uit voorgang Wild eyes: het al eerder genoemde t.m.l., Twist, bisnummer Tied en Landmark/Lament, dat getooid gaat met regelrechte U2-riffs uit de periode Achtung baby en Zooropa. Hoewel de bandleden moe waren en de frontman zelfs een beetje ziek, kregen we een kort maar krachtig optreden dat ons de nieuwe dag inleidde, want middernacht was intussen verstreken.

Je kan deze review ook hier lezen op Indiestyle.

Grizzly Bear


Met Veckatimest slaagde Grizzly Bear er 3 jaar geleden in om ons helemaal voor zich te winnen. En in 2006 hadden ze met Yellow house ook al een dijk van een plaat afgeleverd. Je begrijpt dat de verwachtingen dan ook niet minnetjes waren voor het nieuwe album Shields.
De vooruitgestuurde single Yet again (enkele weken geleden nog lied van de week) liet alvast het allerbeste verhopen. Denk aan een zonsondergang aan de stranden van Californië (of een Waddeneiland, voor ons part), jaren ’70 gitaren, meerstemmige refreinen en backing vocals die de hemelse harmonieën van The Beach Boys benaderen, en je komt zo ongeveer in de buurt van wat Grizzly Bear ons voorschotelt. Want aan al dat idyllische en nostalgische voegen ze ook nog een scheutje dreiging toe, te weinig om echt ongerust te worden maar desalniettemin genoeg om de rust te verstoren. Je zou het de Tim Burton-versie van Avi Buffalo’s What's in it for kunnen noemen.
Op het album hebben we dan al enkele prachtige songs achter de kiezen. Sleeping ute begint misleidend naïef en kronkelt zich dan een weg tussen slingerplanten van gitaren en rollend tromgeroffel van Indianen in grote nood. Nog voor het eind van het nummer daalt een rust neer met gitaargetokkel dat als de diepste harpklanken klinkt, een ladder uitrollend voor de klimmende stem. De luisteraar wordt ietwat verward achtergelaten, in het besef dat wat het ook moge zijn dat hij net gehoord heeft, het nooit eerder zijn trommelvliezen beroerde, en dat misschien nooit meer opnieuw zal doen.
Het op het verkeerde been zetten is eens te meer, zoals op de vorige platen van deze band, een handelsmerk dat met eer gedragen wordt. Om dat doel te bereiken worden niet alleen het klassieke trio van gitaren, bas en drums ingezet, maar ook blazers en synthesizerklanken. Adelma, amper een minuut lang, is de psychedelische soundtrack bij Das Boot en The hunt lijkt een ballad, weliswaar één waarop de neefjes van CocoRosie zich hebben mogen uitleven. A simple answer drijft op een drumpatroon dat we menen te herkennen van School Is Cool, al doet Grizzly Bear er daarna iets geheel anders mee. Neem eigenlijk om het even welk nummer en het stramien is altijd weer hetzelfde: wat eenvoudig lijkt, vertakt zich als een meerkoppige draak waarvan de koppen tevergeefs werden afgehakt en wat zich weids uitstrekt, valt ineens terug naar bedrieglijke eenvoud.
Of dit album van Grizzly Bear zijn voorganger evenaart of zelfs voorbijsteekt, zullen we pas na enkele maanden luisteren kunnen vertellen, als de gehele rijkdom zich heeft geopenbaard, zoals ook Veckatimest zich mondjesmaat liet kennen. Wel kunnen we je nu al nadrukkelijk en uitdrukkelijk aanraden dit schijfje onverwijld aan je platencollectie toe te voegen. Spijt zul je er nooit van krijgen.

Je kan deze recensie ook hier lezen op Indiestyle.