07 augustus 2012

Les Nuits Secrètes - dag 3

Zondag pikten we toevallig wat flarden op van Sinyaya Kohza, waar we vrijdag nog van wegrenden, én kijk eens aan: het klonk nog wel aardig, de synthpop die ze brachten... Maar ik ging toch met Elke nog eens kijken naar The Mamys And The Papys, die ik vrijdag al gezien had. De houdbaarheidsdatum van de gimmick is eerder beperkt, en een tweede beluistering liet me ook opmerken hoe beperkt de zangkwaliteiten waren van het koor, maar met de ambiance zat het, ondanks de regen, alweer snor!



Great Mountain Fire speelden in hun traditionele bezetting op het hoofdpodium zondag, en hoewel de set energieker was dan in het kerkje zaterdag, bleken veel nummers nét aan kracht in te boeten. Overladen met synthesizers gingen de subtiliteiten verloren, en eigenlijk bleken enkel Late lights en Crooked head écht overeinde te blijven. Nochtans zijn dit de versies van de songs zoals ze bedoeld waren. De man achter de synthesizerknopen ontpopte zich evenwel tijdens dit concert veel meer tot de showsteler, en de groep bracht een schitterend explosieve finale.



In ‘Le Jardin’ werd het festival afgesloten met soul en reggae. De 64-jarige Charles Bradley (met His Extraordinaries), bijgenaam ‘The Screaming Eagle Of Soul’ klonk dan wel hees tijdens de bindteksten, maar wanneer hij zong, klonk hij fenomenaal en zijn moves deden denken aan die van wijlen James Brown. Zijn optreden ging heen en weer tussen stomende en smekende soul (met o.a. een prachtige soulcover van Heart of gold van Neil Young), en nadien ging hij iedereen op de eerste rij persoonlijk handjes schudden, omhelzen en bedanken, wel zeker een kwartier lang, met betraande ogen.


Een uitgebreide band bracht nadien reggae met drie ware legendes, die elk een deel van de show voor hun rekening namen. The Congos bleken ondanks hun gevorderde leeftijd nog steeds energiek en opzwepend, en ze wisten ons enthousiast te maken. Net toen hun set toch wat dreigde ten onder te gaan aan gebrek aan variatie (althans voor niet-reggaekernners), hielden ze het voor bekeken.


Max Romeo bewees over enkele écht gouden nummers te beschikken (diens I chase the devil kent u ongetwijfeld uit Prodigy-hit Out of space) en hij toonde dat de toekomst verzekerd is, toen zijn 2 (klein?)kinderen mee op het podium kwamen om nog 2 songs te brengen (één samen met Max Romeo zelf).


De excentrieke Lee Scratch Perry geldt als de peetvader van de dub en bleek inderdaad een opmerkelijke verschijning. Uitgedost als een soort reggae-parafernaliakraampje en vaak dreigend vooraan op de rand van het podium leek hij ons soms persoonlijk aan te spreken om ons tot applaus of wuivende handjes aan te manen. Jammer genoeg blijkt dub live mij niet zo te kunnen boeien als dat op plaat wel kan.

Je kan een volledig verslag van Les Nuits Secrètes hier lezen op Indiestyle.

Geen opmerkingen: