30 april 2012

8tracks : Animals mix

Eindelijk nog eens een 8tracks mix, en deze keer is het thema: dieren.




Tracklist:

1. Honey bee - Madrugada
2. Horses - Dirty Beaches
3. The frog - The Hickey Underworld
4. Funky donkey - Beastie Boys
5. Bear - Tomàn
6. Little bird - Angus & Julia Stone
7. Blackbird - Neil Diamond
9. Wyoming birds - Damien Jurado
10. Burn the worm - Pop.1280
11. Pigeon - Unsane
12. Monkey gone to heaven (live at Coachella) - Pixies
13. P.I.G.S. - Holy Fuck
14. The wild cat - Seam

29 april 2012

Lied van de week : week 17 - 2012

I'm a bird - Marco Z



De dochter en een stiefdochter zijn er weg van, en ik denk dat het slechts enkele weken duurt vooraleer allebei mijn kinderen hun favoriete nummer voor dit jaar ontdekt hebben (zoals Somebody that I used to know van Gotye vorig jaar en Fireflies van Owl City het jaar ervoor...). En ik moet zeggen, het is inderdaad een erg aanstekelijk nummer, met een goed gemaakte en erg toegankelijke, toch wel originele clip. En dus mag de Vlaming Marco Z deze week met de eer gaan lopen...

Je kan de gelijknamige EP hier kopen.

Lyrics :

I’ve been living by the corner of the street for years
Where the younger boys and girls meet up
After school trying to act so cool
As their mopeds and their heartbeats speed up

Oh, the times I’ve wasted
Oh, the times I’ve wasted

Spending countless days and eves on top
Of the boot and shoe repair shop
Making plans for conquering the world
With my latest brand of indie-rock

Oh, the times I’ve wasted
Oh, the times I’ve wasted

But my country drowns in wealth
And I’ve got excellent health

So I’m a feeling like a bird
I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Till someone’s gonna shoot me down

I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Ain’t my mind gonna shoot me down

For a life time been thinkin’ about life and fate
Been avoiding all the big decisions
Sitting by my computer screen
If I’m tired of it there’s television

Oh, the times I’ve wasted

Sitting by the step for someone to stop
When it looks like I’m waiting for the sky to drop
With everyday that’s slippin’ away
I’m stuck with just a lil’ less time to say

Oh, the times I’ve wasted
Oh, the times I’ve wasted

But my country drowns in wealth
And I’ve got excellent health

So I’m a feeling like a bird
I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Till someone’s gonna shoot me down

I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Ain’t my mind gonna shoot me down

I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Till someone’s gonna shoot me down

Oh, the times I’ve wasted
Oh, the times I’ve wasted
Oh, the times I’ve wasted
Oh oh oh oh oh oh oh...

I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Till someone’s gonna shoot me down

I’m a bird, I’m a bird, I’m a bird
I’ve been feeling like a bird
Been a bird ever since my birth
Ain’t my mind gonna shoot me down

28 april 2012

Mad About Mountains


We weten niet wat jij je voorstelt bij een hoes waar een hertenkop op prijkt. Wij zien: een hertenjachtpartij in de uitgestrekte bossen, een hertenkop aan een plankje aan de muur in een houten lodge in Canada (en verjagen het beeld van Kim De Hert, één van onze favoriete Leugenpaleispersonages), aangereden wild op een highway,… Bij elk van die beelden past het titelloze debuutalbum van Mad About Mountains.
Vroeger Monza, daarna Krakow en nu dus Mad About Mountains: het is het mooie parcours totnogtoe van Piet De Pessemier. De Pessemier had deze soloplaat in zich, en vond in de sabbatical van Krakow de gelegenheid om ze ook met ons te delen. In Best friend horen we perfecte alt-country, en In the end is het lied dat The Low Anthem vergat te schrijven maar dat thuishoort op elk van hun platen. Toegegeven, dit zijn de mooiste parels die we uit ons netje vissen. Dat betekent echter niet dat we aan kwaliteit moeten inboeten als we de andere songs beluisteren. Mad About Mountains haalt een constant hoog niveau. De gastmuzikanten laten zich niet opmerken, ze staan ten dienste van De Pessemier en zo krijgen we een erg consistent geheel te horen.
Bij het knisperende haardvuur passen liedjes als Farewell brothers, After you en Me & my mountain uitstekend, en ze worden afgewisseld met het jakkerende, door drums gedragen My brother & I of het werkelijk sublieme, slepende en meeslepende Don't be angry. In het laatsgenoemde nummer vormt de stem van Myrthe Luyten (Astronaute) een perfecte tegenhanger voor die van De Pessemier, terwijl ze evenveel bijdraagt aan de sfeer en de harmonie ervan op geen enkel moment verstoort. Ook hier geldt wat we al eerder schreven: de gastvocaliste staat ten dienste van het nummer, ten dienste van wat Piet De Pessemier ons wil vertellen.
De plaat werd opgenomen in een studio nabij de Ourthe. De Ardennen, zo blijkt nu, zijn de perfecte setting voor de zuiverste americana, en omdat ze bereikbaarder zijn dan de Appalachen, nemen we dit plaatje met plezier mee naar de oevers van de Ourthe, in een poging de opnames te herbeleven. Want, geloof het of niet, met dit album geeft Mad About Mountains ons de indruk dat er haast per ongeluk een micro aanstond toen er binnenshuis wat gemusiceerd werd om de sneeuw buiten te vergeten, met een glas whiskey bij de hand.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

Video: J. Keens Balloon Flight (+ aankondiging concerten)

Dit is een video van Funeral march van J. Keens Balloon Flight, tijdens het Ongeletterd Concert van 4 februari 2012:


Voor de snelle beslissers: J. Keens Balloon Flight treedt vanavond op in CC De Steenoven in Herzele (om 20u), en morgen om 14u op Festival Aan Zee in De Panne.

26 april 2012

KD5 concert: Ben Caplan (voorprogramma: The Bill Callahans)

Eind vorige week zag ik in Middelburg een fantastisch huisconcert (in de reeks Korte Delft 5), met de Canadees Ben Caplan, wiens Conduit hier onlangs nog 'lied van de week' was.


Het voorprogramma werd verzorgd door twee Zeelanders, die samen de enige échte Bill Callahan cover band ter wereld (althans toch naar eigen zeggen) vormen. Als The Bill Callahans speelden ze dus enkele nummers van Bill Callahan, bekend van o.m. Smog en zijn eigen solo-albums. Bij momenten slaagde zanger Sven erin om écht de zangstem van Bill Callahan te benaderen, en de songkeuze was erg geschikt voor deze setting, een Middelburgse huiskamer, verlicht met kaarsen. Broeder Dieleman, het andere bandlid, bracht nog een eigen nummer, Sneeuw, Zeeuwse folk, en ook Sven bracht een eigen nummer.


Ben Caplan had drie bandleden meegebracht. Dat was niet zonder slag of stoot gebeurd, want de muzikanten hadden onderweg naar Middelburg met behoorlijk wat logistieke pech af te rekenen. The Casual Smokers, zoals de begeleidingsband heet, wisselt nog sterk van samenstelling, en de samenstelling gisteren was een unieke combinatie. Hoewel Ben Caplan met alle muzikanten al meermaals (met sommige al jaren) heeft samengespeeld, traden ze nooit eerder in deze vorm op. Toch slaagden ze er met Caplan in om een erg opzwepend, deugddoend en muzikaal hoogstaand concert neer te zetten. Ben Caplan, een Canadees met een lange baard die er een beetje uitziet als een rabbi, maakt folk vermengd met andere traditionele genres, waaronder ook -minder voor de hand liggend- klezmer. Met een drummer, een violiste en een contrabassiste, en zichzelf begeleidend op gitaar, nam hij het publiek meteen mee in zijn verhalen. Natuurlijk komt dat deels doordat hij heel interactief het publiek betrekt bij de nummers en doordat hij graag en veel praat en daarbij heel veel humor tentoonspreidt, maar ook de muziek zelf wist ons te veroveren. We ontdekten de artiest pas enkele weken geleden, maar we kunnen u wel verklappen dat we hier al héél erg fan geworden zijn...


Ben Caplan speelde een vrij korte set (ze begonnen ook al behoorlijk laat op de avond), om zijn muzikanten, die in de voorafgaande 48 uren niet veel slaap hadden gehad, wat te sparen, maar liet zich toch makkelijk overhalen tot enkele bisnummers. Hij coverde o.m. Maginot line van Geoff Berner, een leerrijk nummer over een Franse misrekening tijdens Wereldoorlog II.
Ben Caplan wist ons en alle aanwezigen helemaal te overtuigen, en wie de kans heeft hem te zien, willen we zeker aanraden dat te doen. Hij speelt nog op het Roots & Roses festival in Lessines (1/5), in Trix in Antwerpen (2/5) en in La Truite d'Argent in Tavigny (16/9). Voor een volledig touroverzicht (met ook heel wat optredens in Nederland) verwijzen we u graag naar hier.


25 april 2012

CALLmeKAT


Denemarken, en Kopenhagen in het bijzonder, associëren we als kind vaak met de over het water turende kleine zeemeermin. En wanneer we in de lagere school leren over de Sirenen, en de zee-engtes Kattegat en Skaggerak, durft bij sommigen de fantasie wel eens op de loop te gaan, en zien we een Sirene net als die kleine zeemeermin op een rots uitkijken over de smalle zeedoorgang. Wie Katrine Ottosen, de vrouw achter CALLmeKAT, opener Somewhere hoort zingen, verbeeldt zich haar daar zittend, om de voorbijvarende matrozen te lokken.
Waar de meeste Scandinavische artiesten, en al zeker de vrouwen, de laatste jaren vooral een typisch geluid lieten horen, waardoor we meteen weten dat de wind uit het noorden blaast, is het verfrissend te horen hoe CALLmeKAT absoluut niet "Scandinavisch" klinkt. Meer voor de hand liggend zijn de vergelijkingen met Feist eigenlijk: Tiger head is een mooi voorbeeld daarvan. Nu ja, vergelijkingen zijn eigenlijk amper nodig. CALLmeKAT heeft mooi een eigen geluid gevonden, dat erg toegankelijk is. Dit is intelligente pop, met slimme arrangementen, variatie en een erg mooie stem.
Going home heeft een intro die erg lijkt op A day in the life van The Beatles en vocalen waarin het verlangen naar huis doorklinkt, neemt rustig de tijd om open te bloeien, en is daarmee de mooiste parel van dit plaatje. Het wordt gevolgd door The haze, dat een stuk eigentijdser klinkt en toch vaag op de achtergrond een echo van het vorige nummer in zich draagt. Helemaal anders klinkt Heart full of soul, met welgemikte orgeltoetsen, alsook het vrolijke Sunny day, met handclaps die de zomer binnenlokken. Ook Glass walls is sterk, met een alweer Beatlesque intro waarna het geweer alsnog van schouder veranderd wordt, en een beheerste popsong wordt uitgewerkt. Ook de blazers in het al eerder genoemde Tiger head houden zich genoeg op de achtergrond om niet te gaan overheersen en toch een wezenlijke bijdrage te leveren.
Zonder echt vaak vrolijk te klinken, is Where the river turns black een opwekkend popalbum geworden, zo eentje dat je af en toe uit je platenkast haalt om door de Sirene naar je stereo gelokt te worden. Wij blijven met plezier blind voor de rotsen langs de kustlijn.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

24 april 2012

Occupy this album

De Occupy-beweging, zowat de Amerikaanse variant van de Indignados, ijvert ervoor dat de 99 % van de bevolking die niet rijk en machtig is, opnieuw meer zou vertegenwoordigd worden in de politieke besluitvorming. Het begon allemaal rond Wall Street. Heel wat muzikanten steunen de beweging, en om die ook financieel te steunen, hebben 99 artiesten elk een nummer opgenomen dat op Occupy this album zal staan. Het album wordt uitgebracht op 15 mei, twee weken nadat de beweging een globale actie voert (niet toevallig op de Dag van de Arbeid).
Je kan al enkele tracks beluisteren :


Het hele overzicht van wie meewerkte, vind je op de website musicforoccupy.org

23 april 2012

10 platen die zijn leven beïnvloedden: Roen Het Zwoen


Roen Het Zwoen, het is natuurlijk niet zijn echte naam, is dankzij zijn blog en zijn Facebook-bijdragen al geruime tijd mijn gids in het muzikale landschap dat we gemakshalve roots zullen noemen: americana, alt.country, blues, folk,... Intussen heb ik zijn muzikale tips vrijwel blindelings leren vertrouwen. Roen reviewde een tijdlang voor Rootstime, en zijn blog is jammer genoeg de laatste jaren wat minder actief. We waren alvast benieuwd naar zijn platenkeuze...

1. Stones story – The Rolling Stones



De vroegste kennismaking met platen bestond voor Roen vooral uit luisterplaten, met sprookjes, TV-series en andere verhalen. Een tijdje later ontdekte hij de uitgebreide platencollectie van zijn vader, waarin The Rolling Stones en The Beatles goed vertegenwoordigd waren. Zijn voorkeur ging vooral uit naar de Stones, wier platenhoezen hem het meest aantrokken.
Deze dubbele verzamel-LP bevat al hun klassiekers. Toegegeven, aldus Roen, de oudere nummers (voornamelijk covers) klinken wat gedateerd, maar voor de rest staat deze plaat nog steeds als een huis. En voor Roen is Keith Richards nog steeds het prototype van de rebelse rocker.
Hij vindt het bovendien vreemd hoe de Stones tegenwoordig uitgespuwd, zelfs gehaat worden. Zelf blijft hij een onvoorwaardelijke fan.

2. Thriller – Michael Jackson



Hij moet ongeveer 10 jaar oud geweest zijn, en dit was zijn eerste zelfgekozen plaat. Ze werd door zijn moeder voor hem gekocht, deze plaat vol hitsingles die de BRT Top 30 steevast veroverden. In de slaapstad die Halle toen was (en misschien nog wel steeds is), vormde die nationale hitlijst het muzikaal universum waar in ware eighties-stijl ook playback- en soundmixwedstrijden bijhoorden. Op een schoolfeest in '84 of '85 bracht Roen met klasgenoten een playbackoptreden van Beat it. Michael Jackson was de ultieme jeugdheld voor al zijn klasgenoten.
Op de binnensleeve prijkt een tekening die bij het titelnummer hoort, met een op het eerste zicht spinachtig wezen. Het wezen boezemde Roen angst in als kind, en werd slechts sluiks bekeken telkens hij de plaat speelde.
Naar aanleiding van het overlijden van Michael Jackson, luisterde hij nog eens naar alle platen van de man, en het viel Roen op dat deze plaat echt wel steengoed blijft. Elk nummer klinkt erg krachtig, krachtiger dan je gezien het tijdsgewricht waarin ze ontstond, zou verwachten. De funky, straffe productie van Quincy Jones zit daar wellicht voor heel veel tussen...

3. Skid Row – Skid Row



Op de middelbare school werd Roen zwaar beïnvloed door zijn kameraad Sigmund. Hoewel ook hij maar 14, 15 jaar oud was, had hij toch al een meer dan indrukwekkende verzameling hard rock, metal, trash, death metal,... Hij was geabonneerd op Metalhammer, dat tegenwoordig Aardschok heet.
Samen hingen ze, ook op school, de rebel uit, met als lijflied Youth gone wild uit dit album van Skid Row.
Hoewel de band veelal tot de hair metal gerekend wordt, klinkt dit volgens Roen toch meer punk dan hun genregenoten en neigt het ook meer naar zuivere hard rock.
Het was de tijd van zijn eerste zaalconcert (Judas Priest in Vorst Nationaal, met als “voorprogramma” Pantera en Annihilator!), zijn rebellie, zijn verzet tegen zijn vader, Headbanger's ball op MTV (op een tijdstip dat hij eigenlijk in bed hoorde te liggen). Dankzij zijn vriend ging een hele wereld voor hem open, die voorheen in Halle toch vrij ontoegankelijk en onbekend had geleken. De muziek werd de passende soundtrack bij de puberteit die gezien de moeilijke relatie met zijn vader heel heftig huishield.

4. Black Sabbath – Black Sabbath



Black Sabbath zag Roen in '91 live in Vorst Nationaal. De band verpersoonlijkte het pure kwaad. Roen bekent zelfs schrik gehad te hebben van de hoes. De figuur op de hoes (het lijkt een vrouw, maar we vermoedden dat het Ozzy Osbourne betreft) leek voor hem heel sterk op de Koningin van Onderland (uit Jommeke).
Roen heeft nog steeds de originele persing uit 1970, uit de platencollectie van zijn vader gered. Hij verkiest de vinylversie, omdat die toch écht wel mysterieuzer klinkt dan de geremasterde CD-versie.

5. Decade – Neil Young



In 1987 leerde Roen Neil Young kennen op Studio Brussel. Toen zond de jongerenzender nog maar een paar uur per dag uit. Erg onder de indruk was hij toen nog niet van de Canadees, maar dat zou veranderen door eind 1991 in de Tijdloze het geweldige Like a hurricane te horen. Voor Roen zou Neil Young, van wie hij nog in de daaropvolgende week deze verzamelaar kocht, de connectie vormen tussen hair metal en grunge, en later zou hij ook nog de sleutelfiguur worden tot de wereld der americana. Nog steeds is Neil Young de ultieme held van Roen, de ultieme singer-songwriter.
Roen zou later het album Sleeps with angels blijven en blijven draaien, zo vaak dat zijn vrouw uiteindelijk Neil Young beu raakte en hem tot de dag van vandaag nog steeds niet kan horen...

6. Nevermind – Nirvana



In dezelfde periode waarin Roen door Neil Young “gepakt” werd, kwam ook Nirvana's debuut uit. Eerst wist Roen niet goed wat hij ermee aan moest vangen. Hij had het album leren kennen via zijn vrouw, maar het was pas toen hij Neil Young goed ging beluisteren, dat Nirvana er echt in slaagde tot hem door te dringen. Hij speelde zijn boxen létterlijk kapot met Breed.
Nevermind was ook de eerste cd die hij ooit kocht, en intussen heeft hij al 3 versies van het album. Vooral de hard-zachtdynamiek wist hem uitermate te bekoren. Hij vertelt er ook bij dat de eerste en enige keer dat hij huilde bij een overlijden, voor hem verbonden is met deze plaat.

7. Scraps at midnight – Mark Lanegan



Hoewel Roen toegeeft dat zijn favoriete Lanegan-plaat eigenlijk Whiskey for the holy ghost is, kiest hij toch voor deze, omdat deze plaat de periode markeert waarin hij samen met zijn vrouw weekends begon door te brengen in Vresse-Sur-Semois, in de buurt van Bouillon. Om één of andere bizarre reden regende het altijd op de weg erheen.
In september ’98 had het al de hele week geregend, en omdat ze geen cash meer hadden, en er geen automaat was in het dorp, moesten ze een hele rit in de buurt maken, op zoek naar een geldautomaat. De hele tijd stond deze (toepasselijke) plaat op, en sindsdien werd dit album dé soundtrack van al hun uitstappen naar de Ardennen, tot op heden zelfs.
Scraps at midnight is echt een zeer zware plaat, waarop Lanegan met zijn demonen tracht af te rekenen. Eén van de meest opmerkelijke nummers is Hospital roll call, een bijna-instrumentaal met slechts één tekstfragment: Mark Lanegan die “Sixteen!” zingt.
We opperen dat net als Neil Young Mark Lanegan een man is die de verbinding maakt tussen grunge en americana. Roen vraagt zich luidop af of hij niet ook door oude blues is beïnvloed.

8. April – Elliott Murphy



Op aanraden van vrienden ging Roen naar de Balzaal van de Vooruit in Gent, voor een concert van Elliott Murphy, die hij eigenlijk niet kende. Hij speelde er samen met Olivier Durand, een Franse gitarist uit Le Havre waarmee Murphy wel vaker samenspeelt. Het werd een prachtig concert, van bijna 3 uur, met ongeveer 30 nummers en een bisronde die bijna even lang duurde als de set zelf: een fantastische kennismaking dus!
Het album April is een concertregistratie uit dezelfde tournee en geeft ook goed de sfeer van dat bewuste concert weer. Volgens Roen is het ook de beste introductie tot Elliott Murphy, omdat hij erg experimenteert met zijn eigen nummers tijdens dit optreden. De plaat bevat zijn favoriete versie van You never know what you’re in for. Zowel muzikaal als qua zang is dit aangrijpend mooi.
Hoewel Elliott Murphy met band veel sfeer weet te scheppen tijdens zijn optredens, vindt Roen concerten waarbij hij in duo optreedt met Oliver Durand toch wel de beste bezetting.
Prachtig aan de concerten van Elliott Murphy, is zeker en vast ook de community die zich errond ontwikkelde van mensen die de concerten overal blijven volgen, elkaar steeds weer tegenkomen en met elkaar verbonden raken (over landsgrenzen heen).

9. Songbird – Eva Cassidy



In die tijd (het klinkt een beetje als een fragment uit het Nieuwe Testament) werkte Roen bij de Nationale Kas voor Beroepskrediet, waar hij veel arbeidsplezier beleefde aan de projecten die hij van zijn baas mocht uitvoeren. Er waren echter geruchten van een overname, want bevoegd minister Rik Daems wou de Kas privatiseren. Die overnamegeruchten en alles wat erbij hoort, zorgden voor heel wat spanningen tussen de collega’s, en uiteindelijk zou er voor alle werknemers een collectief ontslag volgen. Dat collectief ontslag kwam als een ware donderslag en Roens wereld stond helemaal stil. Hij herinnert zich nog hoe hij, toen hij zijn ontslagbrief ontving, luisterde naar The nightly disease van Madrugada. Wekenlang echter kon hij daarna geen muziek meer verdragen. Toen hij echter een keer bij Dr. Vinyl in Halle was, werd hij aangegrepen door de stem van Eva Cassidy, die er opstond. Daar lag zoveel gevoel in, dat Roen terug naar muziek kon beginnen luisteren.
Hoewel de plaat enkel covers bevat, hoor je aan de nummers dat het een dame is die al één en ander meegemaakt heeft in haar leven. Achteraf kwam Roen te weten dat Eva Cassidy in 1997 al stierf aan kanker, en dat ze al ziek was toen ze deze opnames maakte. Omdat ze weinig zelfvertrouwen had, zijn er heel weinig opnames van haar. Dankzij een commercial haalde zelfs #1 in de Engelse hitparade. Behalve haar debuutplaat, Eva by heart, en deze coverplaat zijn er nog 2 live-albums, allebei opgenomen ergens in een café. Ze trad overigens niet vaak op.

10. Weathered – Creed / American V: a hundred highways – Johnny Cash / Fleet Foxes – Fleet Foxes











My sacrifice, zo heet één van de nummers op Weathered van Creed. Als we praten over platen die in iemands leven écht van belang zijn geweest, dan mag deze niet ontbreken. Want, zo vertelt Roen, dit had de laatste plaat ooit kunnen zijn die hij beluisterde. In maart 2002, tijdens een wandeling in de Ardennen, gleed hij immers van het pad de dieperik in, en bleef nog net boven het water en de stenen hangen aan een dikke tak. Hoewel al bij al de lichamelijke schade nog meeviel en hij erg veel geluk had, werd het een zeer ingrijpende gebeurtenis. Roen maakte de hele val bewust mee, en herinnert zich elk klein detail ervan nog steeds haarscherp. Naast de tussenwervelschijven die verwrongen raakten, bezorgde het hem ook enorme angstaanvallen. Later zou een psychologe hem uitleggen dat hij leed aan post-traumatische stress-stoornis. De val triggerde alle andere angsten in hem, de last van de stress rond het collectief ontslag, de herinneringen aan alles wat hij in zijn gezin meemaakte. De paniekaanvallen werden heel erg, soms zelfs gewoon thuis aan de eettafel met zijn gezin. Dan moest hij naar buiten, kreeg hij geen lucht meer en duurde het erg lang, en in kleine stappen, eer hij opnieuw voldoende gekalmeerd was om binnen te kunnen zijn en anderen (zelfs zijn vrouw en zijn kinderen) rondom zich te verdragen.
Twee andere platen speelden ook een erg grote rol in het herstel, en daarom deelt Creed deze tiende plaats dan ook met hen: American V: a hundred highways van Johnny Cash bracht hem pas echt troost en rust (tenminste toch als hij thuis is, elders kunnen de paniekaanvallen hem nog overvallen), en het titelloze debuut van Fleet Foxes, een plaat die volgens Roen pure perfectie is, markeerde het begin van zijn helingsproces, zoals je trouwens hier op zijn blog kan lezen.
Hoedanook, de val, die voor altijd geassocieerd blijft met deze platen, heeft zijn hele muziekbeleving helemaal veranderd.

Gelezen (44)

Taal is zeg maar echt mijn ding - Paulien Cornelisse



In dit boek vertelt Paulien Cornelisse anekdotisch over eigenaardigheden in taal en taalgebruik in het Nederlands. Erg onderhoudend voor wie houdt van taal, en ik kijk al uit naar het vervolg: En dan nog iets.
Dit is meer een soort naslagwerkje om af en toe in te bladeren, en past dus perfect op het nachtkastje of als toiletlectuur (en dat bedoel ik allerminst negatief).

Squirrel seeks chipmunk: a modest bestiary - David Sedaris



In korte dierenverhalen schetst David Sedaris situaties die grappig zijn. Van David Sedaris las ik eerder al Me talk pretty one day, en de humor is nogal Seinfeld-achtig, nogal erg New Yorks... Helaas missen sommige verhalen een echt scherpe of grappige pointe, waardoor het toch wat tegenviel.

Max (en de Wild Things) - Dave Eggers



Dave Eggers herschreef het klassieke (Amerikaanse) kinderverhaal (Max en de maximonsters van Maurice Sendak) over een jongen die thuis wegloopt omdat hij denkt dat hij de schuld is van alles (o.a. de scheiding van zijn ouders). De drukke jongen komt op een eiland terecht waar vreemde en wel erg wilde wezens wonen, en wordt daar geconfronteerd met de consequenties van zijn eigen gedrag, niet altijd op zachte wijze overigens. Eggers wordt nooit echt moraliserend (al blijft de wat Disney-achtige moraal wel altijd vervaarlijk dichtbij), en dat is zeker een pluspunt in dit boek. En dat Eggers een goed boek weet te schrijven, bewees hij natuurlijk al uitvoerig.

Pride and prejudice and zombies - Seth Grahame-Smith



Ik heb dit boek al vrij snel aan de kant gelegd, want de injectie van de zombies in het klassieke verhaal van Jane Austen mag dan een goed idee geleken hebben, de uitwerking is veel te zwak om te blijven boeien. Pride and prejudice werd zo ongeveer overgeschreven, met aanpassingen aan het zombieverhaal waar nodig, maar liefst zo minimaal mogelijk. Het is een nogal luie manier van schrijven van Seth Grahame-Smith, niet ? En grappig was het ook niet bepaald, dus heb ik er verder geen tijd meer aan verloren.

Amsterdam - Ian McEwan



Jaren geleden had ik dit boek van Ian McEwan al eens gelezen, en het herbelezen van dit prachtige verhaal, dat langzaam naar een onontkoombare ontknoping toewerkt, heeft me veel leesplezier bezorgd. Dit is het soort roman dat je om de zoveel jaar kan herlezen, omdat het verhaal sterk blijft, maar je blijkbaar makkelijk de details vergeet.

A season with Verona - Tim Parks



De in Italië wonende Britse journalist Tim Parks volgt in dit boek een jaar lang zijn favoriete club, Hellas Verona, bij al hun thuis- én uitwedstrijden in de Italiaanse Serie A. Het wordt een bewogen seizoen, waarin de ploeg moet vechten tegen degradatie. Net als in Fever pitch van Nick Hornby krijgen we naast het verhaal over voetbal, ook een bredere inkijk in de maatschappelijke ontwikkelingen die al dan niet samenhangen met het profvoetbal. Het beschreven jaar is immers oook gekenmerkt door opkomst van Silvio Berlusconi. Bovendien schrijft Parks erg onderhoudend. Dit is een aanrader (al vermoed ik dat je toch wel enige verbondenheid met het -Italiaans- voetbal moet voelen om ervan te kunnen genieten).

22 april 2012

Muzikale voorbereiding op het EK 2012


Indie label Indiecater has released a new compilation, with 11 bands singing about the Irish national football team, as Ireland will participate in het European football championship in June this year, for the very first time since 1988. You can buy the compilation here for only 5 euro.

Ik wees hier al eens eerder op de leuke compilaties die het label Indiecater maakt. Vorig jaar hadden ze deze leuke kerstcompilatie en ik gebruikte twee liedjes uit hun WK2010-compilatieproject Fast forward in deze 8tracks-mix, opgedragen aan Jan Wauters.
In de aanloop naar het EK voetbal dit jaar in Polen en Oekraïne heeft Indiecater zich geconcentreerd op het Ierse elftal, en elf bands maakten speciaal een liedje dat een link heeft met het Ierse voetbal. Je kan de compilatie hier bestellen voor slechts 5 euro.

Hier alvast een voorproefje / Have an advance taste :

3 Nil-Nils (mp3) by Ican Ican't 

21 april 2012

Muzikale mailbox (9) : The Last 3 Lines


From Spain, we present you the band The Last 3 Lines, which have just released their album "Visions from Oniria"In onze mailbox vonden we deze Spaanse band, The Last 3 Lines, die net hun album Visions from Oniria uitgebracht hebben.

Deze band uit Barcelona bracht in 2008 al hun debuutalbum, You are a deep forest, uit en nu is er dus de opvolger. De plaat begint met gitaren en zang die zomaar door een teletijdmachine uit de jaren '70 hierheen geflitst zijn, en dit is pas het inleidende Introlude, dat overigens nogal abrupt eindigt na zowat een minuut. Bij wat volgt, Your bruising charm, moeten we onwillekeurig aan bands als Customs denken. Het is een heerlijk nummer, uitstekend geschikt om als single in de de alternatieve hitlijsten hoge ogen te gooien. Het hele album is trouwens meer dan gemiddeld goed. Er hangt een pop-gevoel over de plaat, en een vleugje nostalgie door de retro-geluiden. Lonely parade is een prachtig voorbeeld van de indie pop die de Spanjaarden maken, met een zoete samenzang en een catchy refrein. Soms zijn de gitaarpartijen wat te wijdlopend naar onze smaak (zoals in Andromeda), wat gelukkig goedgemaakt wordt door een fantastische brug ("You, spell of a witch...").
Wat zoeken op het internet leerde ons dat Oniria de naam is van een geneesmiddel tegen slapeloosheid, én dat de naam ook al gebruikt is voor een fictieve planeet. Beide betekenissen lijken op dit album terug te komen: de hoesfoto toont ons een soort sterrennevel, en er zijn nummers met als titel Andromeda, Sleepwalker en (Insomnia)
Een gebalder album had wellicht onze aandacht langer kunnen vasthouden, al hoor je ons niet klagen over wat we te horen hebben gekregen... Fijn plaatje!

This Barcelona-based band made their debut, "You are a deep forest", in 2008. This year's release starts off with guitars en vocals that seem to have been teleported throught time from the seventies. And this is just the beginning: "Introlude", a 1 minute song that abruptly ends, and gives way to "Your bruising charm", a song which would make a great single. It would certainly top some of the alternative hit lists, and we think it sounds a lot like Belgian band Customs
The whole album is more than average, with a sense of pop feeling and nostalgia. "Lonely parade" is a good example of the kind of indie pop this Spanish band produces, with sweet vocal harmony and a catchy chorus. At times, we think the guitars to go wander off a little too much for our taste (as in "Andromeda") but then they put it all right again with a truly catchy bridge, in which they sing "You, spell of a witch"...
Some surfing on the internet teached us that Oniria are both a medication against insomnia and a made-up planet, and both senses of the name seem to return, in the artwork (showing a nebula) and song titles such as "Andromeda", "Sleepwalker" and "(Insomnia)".
Would they have made an album a bit shorter and more intense, they would have probably not stretched our attention span this much, but hey, we're not going to complain, as this is quite a nice record indeed!

Hier alvast een voorproefje / Have a taste of it :

Andromeda (mp3)

Je kan het album hier downloaden / You can buy the album here.

Creature With The Atom Brain



Zowel Mark Lanegan als Aldo Struyf lijken dezelfde muze aanbeden te hebben. Misschien deden ze dat toen Struyf meewerkte aan Blues funeral, de eerder dit jaar verschenen fantastische plaat van Lanegan. Hoedanook, je hoort het vanaf opener Hit the sky, dat ze zielsverwanten zijn en dat Creature With The Atom Brain, het “nevenproject” van wellicht het bedrijvigste Millionaire-lid, zich aan dezelfde bron laaft.
De derde plaat, The birds fly low, van Creature With The Atom Brain klinkt coherent én gevarieerd genoeg om een plaats te verdienen in onze platenkast. Die coherentie zit hem in de gitaren, die doordrenkt zijn van (blues)rock die vettiger klinkt dan een gefrituurde obesitaspatiënt met een vetkuif. De variatie vinden we dan vooral in de afwisseling tussen de stevig rockende partijen van o.m. de openingstrack of Red river en de kabbelende reggae van The beauty of the rain. Inderdaad, Creature With The Atom Brain waagt zich aan reggae, maar dan wel een geheel eigen variant. Wij stellen ons hierbij geen dreadlocks voor, maar wel de obligate joint die van hand tot hand gaat. Het verklaart waarom iemand ineens een Hammond-orgel de song kon binnensmokkelen. Ook Oosterse invloeden schuwt de band (net als op hun vorige album) niet, zo getuigt Sayonara. Af en toe klinken de nummers ook behoorlijk psychedelisch (dat is na de vorige platen allerminst een verrassing natuurlijk), zoals onze favoriete track Break me blue, waarvan we denken dat het live een prima uitnodiging kan vormen om Black Crowes-gewijs lang te gaan soleren.
Mark Lanegan retourneert de faveurs van Aldo Struyf op zijn plaat met geweldige gastvocalen op Black rider run, een nummer dat op diens eigen plaat weliswaar de minste song had geweest, maar dat is dan nog altijd beter dan de meeste songs op de meeste andere platen. Om maar te zeggen: Black rider run had niet misstaan op Blues funeral... Ook Tim Vanhamel (het Millionaire-maatje van Struyf), Pascal Deweze (bekend van Nemo, Sukilove, Metal Molly,...) en Mario Goossens (Triggerfinger-drummer) zijn te gast op de derde plaat van deze groep. Opvallend element zijn ook de blazers in het reeds eerder genoemd The beauty of the rain en in Slide, waar ze perfect gepast een vollere klankkleur geven aan het geheel.
Een buitenbeentje is “bonus track” R-Frequency, een behoorlijk experimenteel nummer dat een hoop ideeën op een... hoop gooit. Afgesloten wordt er met nog een extra track, The birds fly low, waarvan het mag volstaan te zeggen dat het niet het sterkste nummer is...
Was deze CD na 11 nummers geëindigd, hadden we het niet erg gevonden. Dat zijn immers 11 liedjes die in uw ongetwijfeld goedgevulde muziekbibliotheek hun plaatsje verdienen.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

18 april 2012

Lied van de week : week 16 - 2012

Hold on - Alabama Shakes



Deze single van Alabama Shakes maakt me al erg nieuwsgierig naar het album Boys and girls. Die interesse werd opgewekt door het ritme, dat zo sterk op de voorgrond staat vanaf de intro, en de zang, die erg Amerikaans en rootsy aandoet, en daar houd ik wel van...

Je kan het album hier kopen.

Lyrics :

Bless my heart.
Bless my soul.
Didn't think I'd make it to 22 years old.
There must be someone up above sayin' "Come on Brittany,
you got to come on up."

 
You got to hold on...
You got to hold on...

So, bless my heart and bless yours too.
I don't know where I'm gonna go, don't what I'm gonna do.
Must be somebody up above sayin' "Come on Brittany, 
You got to come on up!"
 
You got to hold on...
You got to hold on...

Yeah! You got to wait!
Yeah! You got to wait!
But, I don't wanna wait!
I don't wanna wait!

So, bless my heart.

Bless my mind.
I got so much I wanna do, I ain't got much time
So, must be someone up above saying "Come on baby girl! 
You got to get back up!!"
 
You got to hold on..
You got to hold on...

Yeah! You got to wait!
Yeah! You got to wait!
Well, I don't wanna wait
No, I don't wanna wait

You got to hold on...

17 april 2012

Gratis download : Patrick Watson

De Canadees Patrick Watson heeft een (prachtig) nieuw album uit, Adventures in your own backyard. Als vooruitgeschoven nummer kan je op zijn website een mp3 bekomen van Into giants.


16 april 2012

Democrazy concert : Daniel Johnston + Tommigun

Wat bezielt al die mensen in een uitverkochte Vooruit om te komen kijken naar een zichtbaar zieke man, die niet altijd toonvast zingt, technisch erg beperkt zijn instrumenten bespeelt, bij momenten de maat niet goed kan houden en het publiek niet durft aan te kijken? Het klinkt onbegrijpelijk, en je moet een concert van Daniel Johnston meegemaakt hebben om het toch te begrijpen.

In het kader van de vieringen van 30 jaar Democrazy stond de Amerikaanse cultheld Daniel Johnston, die Kurt Cobain tot zijn trouwste fans mocht rekenen, op het podium in de Gentse concertzaal. Het voorprogramma werd verzorgd door het Belgische Tommigun, en zij mochten daarna ook als backing band opdraven bij Johnston. Dat is een verdiende eer voor het vijftal, dat als support wist te overtuigen met eigen materiaal, onder meer uit hun nieuw album, waarvan de release voorzien is voor september. Bij de cover van Nina Simone klonk de groep even als The Walkabouts, met een zangeres die wel akelig dicht de stem van Carla Torgerson benaderde.


En dan was het dus tijd voor Daniel Johnston. Wie een beetje rondspeurt, zal vrijwel overal lezen wat voor een belevenis zo’n concert doorgaans is. Johnston, 51 jaar intussen, is al lang manisch-depressief en schizofreen. Daar krijgt hij medicatie voor, maar zoals dat meestal gaat met psychogene medicijnen, zijn de bijwerkingen niet min. Meest zichtbaar zijn de zwaarlijvigheid en de tremor (‘s mans handen beven erger dan die van de meeste 70-jarigen), en ook het verminderde uithoudingsvermogen kan aan de medicatie liggen. Meestal speelt Johnston enkele nummers, pauzeert hij even om daarna terug te komen en verder te spelen. Er zijn concerten die hij echt in schijfjes van enkele songs of in halve uren moet afwerken. Wie zijn opmerkelijke levensverhaal wil lezen, kan dat makkelijk terugvinden op het internet. Hier volstaat het te vermelden dat zijn mentale gezondheid zijn muzikale carrière enorm beïnvloed heeft, en dat hij er toch nog steeds in slaagt muziek te blijven maken. In 2009 bracht de man nog Is and always was uit.

Vanavond had Daniel Johnston er alvast schik in, zo leek het, want hij speelde zowat een uur non-stop, en kwam onmiddellijk terug voor het bisnummer. Vermoedelijk was de zanger daarna doodop. Hij startte zijn set solo. Na enkele nummers leek hij het podium te verlaten, al kondigde hij wel aan dat hij terug zou komen met de band. Dat gebeurde verrassend snel. Waar Johnston solo zo veel op zijn technische beperkingen botste en nog zo zenuwachtig leek dat de nummers rommeliger waren dan om het even welke lo-fi plaat in onze collectie, groeiden de songs enorm door de rijkere arrangementen en de betere muziekvaardigheden van Tommigun. En hoewel al vanaf het eerste moment duidelijk was dat de nummers ongepolijste edelstenen zijn, kwam dat door de band nog meer tot uiting. Liedjes als Try to love, Devil town (een schitterend nummer!), Walking the cow, Beatles (een prachtige ode aan het Liverpoolse viertal, even later gevolgd door een cover van You've got to hide your love away), Hey Joe (niet te verwarren met de Hendrix-klassieker) en Life in vain werden enthousiast meegezongen door het publiek en het bracht Daniel Johnston zelfs wat van zijn stuk.


Hij sloot af met bisnummer True love will find you in the end, een lied dat perfect illustreert waarom zoveel mensen naar hem komen kijken: een haast kinderlijk naïeve tekst die toch weet te raken, een oersimpele melodie die zich toch onweerstaanbaar vasthaakt, en dat allemaal in een aandoenlijk amateuristische uitvoering. In elk nummer weet Johnston zo’n hemelse melodie te steken, die vrijwel elk arrangement aankan. We konden ons bij de ruige versie van Rock this town die Tommigun speelde en hij zong zo voorstellen dat Nirvana dit had kunnen coveren, en dat het had gewerkt. Daniel Johnston paste perfect in het plaatje van "30 jaar Democrazy", met een concert dat bevreemdend mooi was, dat een unieke ervaring opleverde en dat bewees dat de schittering van ongeslepen diamanten altijd opgemerkt zal worden.

Setlist :


Solo:

1. Lost in my infinite memory

2. There is a sense of humour way beyond friendship

3. Mask

Met Tommigun:

4. Try to love

5. Hey Joe

6. Don't let the sun go down on your grievances

7. Life in vain

8. Love enchanted

9. Beatles

10. Devil town

11. Worried shoes

12. You've got to hide your love away (Beatles cover)

13. Walking the cow

14. Rock this town

Bisnummer:

15. True love will find you in the end


Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

15 april 2012

Lied van de week : week 15 - 2012

Conduit - Ben Caplan & The Casual Smokers



Op de Luisterpaal kan je het volledige album van Ben Caplan & The Casual Smokers streamen. Ben Caplan brengt een mengeling van folk en klezmer, en dat is een niet-alledaagse mix, waar we in ieder geval helemaal weg van zijn. Uit dat album komt dit prachtig nummer, Conduit.

Je kan het album, In the time of the great remembering hier bestellen.

En je kan hieronder het hele album beluisteren :



14 april 2012

Killing Joke


Ah, de eighties! Nogal wat veertigers en dertigers denken met weemoed terug aan die periode, toen de BRT Top 30 nog onze muzieksmaak bepaalde. Er zijn tegenwoordig genoeg door nostalgie gedreven mensen te vinden die ineens alles uit dat decennium goed vinden.

Killing Joke is zo’n band uit die periode die is blijven bestaan, amper nog aandacht kreeg buiten een beperkte kring trouwe aanhangers en ook in 2012 nog steeds albums uitbrengt. Erg toepasselijk heet dat MMXII, want theatrale bands uit de eighties en Romeinse getallen in koeien van letters, dat gaat goed samen. De meesten zullen deze band vooral kennen van hun (enige echte) hit Love like blood, en hier en daar zal iemand zich nog Pandemonium uit 1994 herinneren. De grote vraag bij acts als deze is dan ook hoe relevant ze nog (kunnen) zijn tegenwoordig. En hoe slaat zo een groep de brug tussen hun oudere werk – meestal het referentiepunt voor hun trouwste aanhang – en een eigentijds geluid?

In 10 songs mogen de Britten die vragen beantwoorden, en het begint alvast met een sterk retrogevoel bij het nummer Pole shift. “Eighties heavy metal” lijkt ons hierbij de meest accurate omschrijving. Het pompende geluid dat op Pandemonium en Killing Joke (het album uit 2003) zo overheerste, en wellicht ook op de mij minder bekende latere albums, keert daarna in volle glorie terug, en dat maakt Fema camp al meteen een stuk beter. Rapture is van hetzelfde laken een broek, en we vreesden al dat de toon gezet was voor de rest van de plaat. Maar toch, Colony collapse klinkt heel wat minder dreigend en voedt de nostalgie. Corporate elect, een meer punkgeoriënteerd nummer, klinkt vreemd genoeg behoorlijk radiovriendelijk, en zou zo de playlists kunnen binnenglippen en daar een plaats opeisen tussen jongere punkbands. “Tandenloze punk”, zo zullen criticasters hen verwijten, al willen wij ter verdediging aanbrengen dat slechts weinig punksongs er tegenwoordig nog in slagen écht gevaarlijk te klinken. Wie kan zich nu nog voorstellen hoe staatsondermijnend The Sex Pistols ooit geklonken moeten hebben?

Helemaal weg zijn we van In Cythera, dat een moderner geluid meekreeg en in het refrein aangevuld wordt met gitaren die naar hun eigen roots verwijzen. Jazeker, in dit nummer slaagt Killing Joke er voor het eerst op dit album in om effectief de brug te slaan tussen oud en nieuw. Jammer genoeg wordt het gevolgd door Primobile, dat bij de eerste noten nog veelbelovend in onze oren klonk, maar daarna inzakt als een soufflé. Gelukkig zijn Glitch en Trance weer heerlijke stevige lappen onversneden rock, en blijkt Primobile slechts een accident de parcours. Afsluiten doet de band in stijl: een dreigend begin, een titel die je voorbereidt op het ergste (On all hallow’s eve), een langzame opbouw naar het refrein en een demonstratie van beheersing, die vermijdt dat het nummer verzwelgt in een oceaan van pathos.

De vraag naar de relevantie van een band als Killing Joke in 2012 krijgt met deze plaat wellicht niet het verhoopte antwoord, en eigenlijk slaagt de groep er slechts éénmaal in om echt de brug te slaan tussen ouder werk en een eigentijds geluid. We vrezen dan ook dat vooral de reeds trouwe fanbase tevredengesteld wordt met MMXII. Wanneer ze binnenkort optreden, zal moeten blijken hoe het nieuwe materiaal een plaats verwerft in hun hele oeuvre.

Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.

13 april 2012

Skrillex


Een waar fenomeen is Skrillex, de man die dubstep naar een breed publiek brengt. Hoe aanstekelijk ik zijn single Bangarang vind, kan je hier lezen. En eigenlijk is de hele EP Bangarang, die 7 nummers telt, wel een vermelding waard op deze blog, vind ik.
Natuurlijk is de single hét topnummer van deze EP, een onnavolgbare kopstoot, al komt opener Right in ook al behoorlijk in de buurt, zeker na enkele luisterbeurten. De typische geluiden van Skrillex zitten er ook al goed in, en het enige wat deze song nog mist zijn het stel extra flinke ballen waar Bangarang wel kan op bogen. Nu ja, in de schaduw daarvan vallen wel meer goeie nummers wat bleekjes uit, en hadden we dit nummer eerst gekend, zouden we er vast lovender over geweest zijn.
In Breakn' a sweat werkt Skrillex samen met
The Doors. Jazeker, u hebt dat goed gelezen: The Doors ! Drie leden (vermoedelijk was Jim Morrison verhinderd...) werkten eraan mee, in het kader van het Re:Generation Music Project, en het nummer bevat samples van Light my fire en van een interview met Jim Morrison (die op zijn manier dus eigenlijk ook bijdroeg...). Alles bij elkaar opgeteld krijgen we een nummer dat beide werelden in zich draagt, maar helemaal geslaagd is het toch niet. Komen we echter wat los van de gedachte aan The Doors en proberen we het nummer op zijn eigen merites te beoordelen, dan is ons verdict iets milder. De sample uit het interview echter, daar blijven we moeite mee hebben...
The devil's den
drijft weer op de gekende elementen en geluiden en zal vermoedelijk mee de nieuwe luisteraars voor dubstep overtuigen van het opwindende karakter van dit muziekgenre. Right on time is gewoon Japanse techno, zoals we die kennen van
Ken Ishii en Takkyu Ishino. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar met dubstep heeft het op zich weinig te maken. Kyoto, waarin net als in de titeltrack Sirah meewerkt, is wel weer helemaal de dubstepvariant die we intussen gewend raakten van Skrillex. Summit tenslotte, met Ellie Goulding, is een rustiger nummer, dat op zich opnieuw minder met dubstep van doen heeft, maar op zich best een knap nummer is.

Met deze EP bewijst Skrillex niet voor één gat te vangen te zijn.

Gezien: Battlestar Galactica - The Movie


Wellicht is "pareltje" lichtelijk overdreven, maar deze film is dus zomaar te leen in de bib. Battlestar Galactica - The movie, met de originele cast uit de serie die ik als kind in de jaren '80 zo graag bekeek, vertelt het verhaal van de aanval van de Cylons op de koloniën, waarna een vloot overlevenden onder de bescherming van de enige resterende battlestar (een soort ruimtevliegdekschip) op zoek gaat naar de Aarde. De verhaallijnen komen de kijkers van de nieuwe serie bekend voor, maar het meeste plezier beleefden mijn kameraad en ik aan de onbeschrijflijke acteerprestaties, de onverwachte plotwendingen (er leken nogal wat gaten in te zitten), het tenenkrullend gemoraliseer (de boodschappen over Amerika, de USSR en pacifisten liggen er vingerdik op), de ongeloofwaardige naïviteit van sommige personages, de gedateerde special effects en de werkelijk abomibale schietvaardigheden van de Cylons (die er amper in slagen vanaf korte afstand zoiets groots als een battlestar te raken). O ja, natuurlijk fantaseerden wij er vrolijk elementen bij om het verhaal nog uitzinniger te maken, maar de film herbergt zelf al zoveel *kuch kuch* "kwaliteiten" dat we niet om een slappe lach verlegen hoefden te zitten. Eén keer werd het écht grappig, toen de Cylon centurion (om één of andere reden steevast vertaald als "centurian") cynisch opmerkte: "Apparently, it wasn't as big as surprise". Geloof me, de combinatie met de blikken stem en het rode LED-lichtje in zijn "ogen" was werkelijk onweerstaanbaar!
Natuurlijk keken we deze film uit louter nostalgie, en onze verwachtingen lagen niet bepaald hoog. Dat de regisseur er alsnog in slaagde ons te verrassen, is wellicht zijn grootste verdienste.
Ons plezier kon bovendien nog niet op, want ook de extra's op de DVD zorgen voor consternatie. Die bevatten immers een link naar de website van Universal (indien men, zo vertelt de tekst ons, de DVD als CD-ROM gebruikt), toelichting bij de carrière van de drie hoofdrolspelers en de regisseur (nu vergeet ik nooit meer dat Lorne Greene, kapitein Adama in deze film en de originele reeks en reeds bekend uit Bonanza, ook nog de hoofdrol speelde in Vasectomy: a delicate matter) en -last but (not) least- een meerdere pagina's tellende uitleg onder de titel "Production notes". Dit moeten werkelijk de minst aantrekkelijke DVD-extra's zijn ooit gemaakt !