31 augustus 2010

Schrikken

Het was even schrikken, deze morgen, toen ik op weg naar mijn werk langs een ongeval fietste waarvan de reconstructie (althans op het eerste zicht) makkelijk te maken viel : onderaan de Stropbrug (richting station) had een auto, komende uit de Gaston Crommenlaan, een fietster op het fietspad, dat hij moet kruisen, omvergereden (waarschijnlijk met enkel oog voor naderende auto's snel de baan oprijden, en fietsers niet eens ziend). De vrouw lag kermend op de grond, met heel wat omstaanders klaar om haar te helpen.
Dit is een punt waar ik niet alleen elke dag passeer als ik naar mijn werk fiets, maar bovendien rijden ook mijn kinderen, als hun mama hen naar school brengt, daar ook bijna dagelijks met de fiets. De grens tussen even schrikken en schrik hebben, is dan wel erg dun...
Ik maak het dagelijks mee dat fietsers als quasi-onbestaand beschouwd worden door automobilisten. Op de Zwijnaardse Steenweg b.v., ter hoogte van Bakkerij Deloof, staat heel vaak een auto op het fietspad geparkeerd, waardoor ik de weg op gedwongen word. Zeker 's morgens vroeg is er nog meer dan voldoende parkeerplaats enkele meters verderop... En een opmerking wordt bovendien nog eens hooghartig arrogant ontvangen alsof ik het recht niet heb daar iets van te zeggen, terwijl ze nochtans overduidelijk in fout zijn ! Kijken of er geen bestuurders in auto's zitten die plots hun deur opengooien zonder te kijken, is een tweede natuur geworden. Aan de uitrit van het UZ aan De Pintelaan kan ik er al op rekenen dat op het spitsuur auto's op het fietspad staan en zo de doorgang belemmeren, en dan in het beste geval verontschuldigend kijken.
Ik maak me sterk dat ik zelf, wanneer ik eens met de auto ben, rekening houd met de fietsers, omdat ik heel goed weet welke de pijnpunten voor fietsers zijn. Misschien moeten al die automobilisten ook eens wat meer de fiets op... ?!


Tot slot nog een webtip : Fietsbult rapporteert in Gent allerlei problemen m.b.t. fietsers (en vooral infrastructuur). Een ware goudmijn, al word je er niet vrolijker van...

29 augustus 2010

Lied van de week : week 34 - 2010

Don't go to Klaksvik - Leif Vollebekk


Het is eigenlijk door een uitnodiging voor een huisconcert dat ik voor het eerst van Leif Vollebekk heb gehoord. Deze Canadese singer/songwriter is voor mij écht een ontdekking van jewelste, en zijn liedjes (en vooral dit nummer) zijn van een adembenemende schoonheid. Ik kan amper wachten tot het optreden, en spaar nu al voor het album, dat hij vast meebrengt... ;)

Je kan het album Inland natuurlijk ook altijd hier kopen.

Don't go to Klaksvik (mp3)

Lyrics :

You've got the world in you
We slept again in the nude
Sky's bruised in pinks and blues
And daybreak's barely breaking through
You awake not to know the end of it
Don't go to Klaksvik

I hear those birds of dawn
Keep my mind off what I was sleeping on
The curtains by the bath are drawn
Out the windows onto the lawn
And the neighbours' children step on it
Don't go to Klaksvik

The pearl up on the hill
Won't move unless you will
The fiddler takes his bow and brings
It to the heartstrings
That moor the pearl to your fingertips
Don't go to Klaksvik

Never felt so foreign and free as before
You took me to your room and locked the door
There's a lot to be said for leaving things unspoken of
It's something else to leave me unawoken, love

The town sleeps soundly below
Just like a baby in sheets that grow
Half-soaked fishermen standing somewhat together
Miles from the shore in the foglamp weather
They're calling, yes they're calling from their ships
Don't go to Klaksvik

27 augustus 2010

Pukkelpop 2010 - dag 3

De laatste dag van Pukkelpop, en die hebben we vroeg ingezet...



Amper een kwartier na het openen van de poorten, trad Cymbals Eat Guitars al op in de Club. Gelukkig waren ze het vroege opstaan méér dan waard, met indierock die met zoveel overgave gespeeld werd, dat zanger Joseph Ferocious de titel van meest bezwete man op Pukkelpop 2010 wegkaapt. Hij begon het optreden met de vraag of we al koffie gehad hadden, en je snapte meteen waarom : riffs en hooks om u tegen te zeggen, een tremolo-arm die eraan moest geloven en rondspattend zweet, en dat voor een toch nog maar beperkt publiek...


Toch één comedy act gezien op Pukkelpop : Bert Gabriëls. Sinds Zonde van de zendtijd beroemd ("iedereen spreekt mij nu aan op straat : hé Henk") en best wel grappig. Soms een beetje flauw grappig, soms geestig grappig, soms puttend uit de nooit opdrogende bronnen relaties en man-vrouwverschillen en af en toe eens wat origineler, maar dus meer dan ok.



Het Zuidafrikaanse Die Antwoord had de nieuwsgierigheid al serieus gewekt met de single Enter the ninja (ze zouden er ook hun set mee openen), en blijkbaar waren velen benieuwd wat ze live zouden brengen. Nuance en subtiliteit kregen we langs geen kanten, maar met hun bekendste nummer als opener, gevolgd door Wat kyk jy, zetten ze meteen de toon voor een stomend optreden. Lef hadden ze te over, hun act verveelde geen moment en ze speelden, verkleed als Pokémonfiguren, als bis nog een opzwepend Doos dronk. Muzikaal is dit allerminst het meest kwaliteitsvolle dat je op een festival als Pukkelpop kan horen (en dat is een understatement), maar de amusementswaarde en het adrenalinegehalte liggen dan weer ontzettend hoog. Enjoy while it lasts...



Toen Broken Glass Heroes Let's not fall apart inleidde, viel mijn frank. Benidorm Bastards, dat is waarom het liedje me al zo bekend in de oren klonk toen het lied van de week werd... Ook in de rest van de set hoorden we naast blues en rock vooral veel links naar The Beach Boys. Hun allereerste optreden was alvast de moeite waard, en eens ze wat meer ingespeeld raken, kan dit alleen nog maar fijner worden.



The Low Anthem klonk in de AB stukker beter dan in de Marquee (ze hadden hier ook veel last van de beats die uit een naburige tent kwamen binnengewaaid en de verstilde samenzang van de vier groepsleden overstemde), maar hier kregen we wellicht enkele nieuwe (want mij totaal onbekende) nummers te horen en ondanks technische problemen bij de "truc met de zingende gsm's" (die deden het namelijk niet, en ze hadden net het publiek uitgenodigd mee te doen met de eigen gsm's), was het een mooi opgebouwde set. Jammer dat de omstandigheden niet meezaten dus...



Ik was wel benieuwd naar wat Gonjasufi, waar ik al veel over gelezen had maar nog niets van gehoord had, zou brengen, maar het viel tegen en na enkele nummers in een intussen snikhete Chateau kon zijn arrogante houding, die niet door uitzonderlijk goeie nummers gerechtvaardigd werd, me gestolen worden.



Snikheet was het zeker en vast ook in een meer dan volgelopen Dance Hall (gelukkig was ik vroeg genoeg en had ik een plaatsje redelijk vooraan) en Soulwax stelde niet teleur. Met hun Nite Versions draaiden ze een set die wel heel erg op de cd bij de dvd Part of the weekend never dies geleek, maar vermits dat een cd is waarover je me nooit zal horen klagen, was ik (en ik duidelijk niet alleen...) zeer tevreden. Nadat ze afsloten met NY excuse gingen we met zijn allen badend in het zweet de koelere avond weer in (en dat verklaart natuurlijk mijn hoest deze week...). Volgens het verhaal achter die laatste song, zoals ze dat vertellen in Part of the weekend never dies, hebben ze die song als een excuus gebruikt om op kosten van de platenmaatschappij naar New York te gaan en in de tekst ("It's an excuse that we're making / Is it good enough for you to pay ?") winden ze daar geen doekjes om. Misschien is het verhaal te mooi om waar te zijn, maar in ieder geval is deze track zijn geld al meer dan waard gebleken.



Het beste optreden van deze Pukkelpopeditie was echter dat van Jónsi, die prachtige visuals op de achtergrond meehad die wonderwel pasten bij de schitterende muziek. De set was uitgebalanceerd, de interactie met het publiek verliep goed, de hoogtepunten werden aan elkaar geregen (en iets anders dan hoogtepunten hoorden we niet) en de sfeer waarin je ondergedompeld wordt, is uniek en onvergetelijk ! Eigenlijk schieten woorden hopeloos te kort om dit optreden te beschrijven...



Afsluiters waren opnieuw de Dewaele broertjes, zij het in de gedaante van 2manydjs. Met hun Under the covers tour brengen ze niet alleen een opwindende en afwisselende (AC/DC, LCD Soundsystem, MGMT, Guns 'n Roses,...) dj-set, maar in de visuals bewerkten ze ook nog eens de bijhorende platenhoezen. Als je dit voor het eerst ziet, blijf je toch een beetje verblufd achter, en zo bleek deze afsluitende act de ideale laten-we-nog-een-laatste-keer-uit-de-bol-gaan ceremoniemeester.


De 25ste editie van Pukkelpop was bijzonder straf (en dan hebben we nog veel strafs gemist...)

Pukkelpop 2010 - dag 2


De tweede dag Pukkelpop zetten we in met een atypische act : Henry Rollins met een spoken word performance. Een uur lang vertelde hij als een waterval, met humor én met bevlogenheid. Hij had het daarbij onder meer over laatste presidenten van de VS, over reizen, over Zuid-Afrika (en zijn bewondering voor Nelson Mandela en voor de pre-ambule van de nieuwe Zuidafrikaanse grondwet), over Pakistan, over hoe hij een jongen in Sri Lanka liet kennismaken met The Stooges en over Pukkelpop zelf (waar hij al ten tijde van Black Flag mocht komen spelen). Hij eindigde met opdrachten voor het publiek : leer iemand kennen met wie je daarna contact blijft onderhouden, wissel boekentips uit,...


Omdat groepsnamen kunnen intrigeren (zie ook eerder We Seem To Have Misplaced Our Igloo en Cymbals Eat Guitars), ging ik een kijkje nemen bij Où Est Le Swimming Pool, en hoorde er vooral veel jaren '80 nostalgie : Pet Shop Boys, Erasure, vroege Depeche Mode... Om het volgende concert niet te missen, bleef ik maar een deel van de set. Het was bevreemdend de volgende ochtend het nieuws te vernemen van de zelfmoord van Charles Haddon...


Fanfarlo, wiens album Reservoir mijn eindejaarslijstje vorig jaar met glans haalde, wou ik absoluut niet missen. Meermaals -nog meer dan op plaat- deden ze me denken aan Arcade Fire, maar dat is natuurlijk geen reden tot klagen. Het hoogtepunt van de set was voor mij The walls are coming down.


Alleen al voor de mooie vrouw die Laura-Mary Carter, zangeres-gitariste van Blood Red Shoes, is, zou je naar hun concert gaan. Maar deze band heeft gelukkig veel meer te bieden. Een heel strakke set speelden ze in de Marquee, met al vroege hoogtepunten I Wish I was someone better en Light it up.


Het debuutalbum van Everything Everything, een groep waarover al veel goeds te horen valt op internet, moet nog uitkomen, maar de nieuwsgierigheid was groot. De band lijkt heel wat gemeen te hebben met Vampire Weekend, zo op het eerste gehoor, en we waren aangenaam verrast door de soms wonderlijke nummers.


Ik had veel verwacht van Avi Buffalo, een band waarmee ik nu al enkele maanden 's ochtends wakker wordt (hun What's in it for staat ingesteld als mijn wekker), maar jammer genoeg waren ze niet voltallig (de toetseniste ontbrak). Hun concert was niettemin één van de betere van deze editie van Pukkelpop, maar het blijft toch afvragen wat het had kunnen zijn in volledige bezetting...


Eels op het grote podium betekende vooral een set met stevig rockende nummers, gebracht door een met baard en bandana gesierde E en een band die uit voormalige leden van ZZ Top leek te bestaan. Wellicht is Eels nog veel beter in een zaalconcert, waar er meer mogelijkheden zijn tot intimiteit (iets wat veel van hun nummers toch vragen), maar de uitstekende keuze uit hun ruime back catalogue betekende toch dat we een puik concert kregen, op maat van het podium waar ze geprogrammeerd stonden.


Wat een show bracht Major Lazer ! De beats en flows vlogen ons om de oren, de groepsleden deden heel hard hun best om elke connotatie tussen muziek en sex bijzonder duidelijk te maken, maar bovenal bleek dat de nummers van het album Guns don't kill people... lazers do! wérken en je onbedaarlijk aan het dansen brengen. Een mengeling van dubstep, dancehall, reggae, dub, hiphop, techno, house en misschien nog wel veel meer werd ons als één lang orgasme voorgeschoteld en de frontman en -vrouw beeldden perfect een soort "paringsdans van hippe vogels" uit. Zelfs een vleugje All that she wants van Ace Of Base mocht in dit geheel niet ontbreken, blijkbaar...

De reacties van het publiek, dat tot ver buiten de Marquee toegestroomd was, waren duidelijk en ontroerden, na grote hit Little lion man, zelfs zichtbaar de leden van Mumford & Sons, en dat was meer dan terecht, want de groep bewees dat ze én de songs én de presence hebben om op een festival tot een topprestatie te komen.



Tijdens de tournee na Fat of the land zag ik een eerder routineus The Prodigy in Vorst Nationaal, maar hun optreden op Pukkelpop was stúkken beter : zelfs met de nieuwere songs uit de nooit echt helemaal doorgebroken laatste CD én natuurlijk de bekende hits brachten ze een opzwepende show en het is wellicht doordat ze de laatste jaren wat naar de achtergrond verdwenen en hun status taande, dat ze geen headliner waren, want hun prestatie was een headliner waardig...



Het recentste album, Teen dream, van Beach House liet me nog een beetje in dubio of ze nu geniaal dan wel aanstellerig waren, en ik wou me graag laten overtuigen door een live performance. En zie, ik ben ook helemaal overtuigd. Dit was zeker en vast één van de beste concerten, al deed hun zangeres soms wel erg haar best ons te irriteren met haar wollige "we give you energy and the energy from you flows right back to you"-bindteksten, haar Kate-Bush-met-overvloedig-jaren-'80-kapsel fixatie en haar zeeziekmakend wiegen. Maar het is de muziek die telt, en die was outstanding.


Richie Hawtin presents Plastikman bleek gewoon Richie zelf te zijn als zijn alter ego, gekooid achter een een grote halfronde constructie met LED-lichten waarop verbluffende visuals te zien waren die helemaal pasten bij de dance die gebracht werd. De muziek was goed (maar na een half uur had ik het wel gehad), de visuals ronduit fantastisch en de sfeer zat er goed in.



Om af te ronden gingen we nog even luisteren naar de dj-set van Digitalism, die allerlei onbekends (voor mij toch...) mixten met Daft Punk (Harder, better, faster, stronger), Anne Clark (Our darkness), Lenny Kravitz (Are you gonna go my way) en Basement Jaxx (Where's your head at).

Verder in de loop van de dag flarden gezien en gehoord van Gili (de tent was vol en voor de ingang zie je te weinig om echt goed te kunnen volgen, en dat is jammer, want het zag er best wel leuk en indrukwekkend uit), White Lies (ik denk niet dat ze mij ooit nog kunnen overtuigen...), Limp Bizkit (ze drongen zich op aan iedereen die niet ver genoeg stond, en jammer genoeg was de Marquee, waar Mumford & Sons aan hun set begonnen waren, niet ver genoeg) en The XX (leken al het goede van het album ook live te bevestigen)

22 augustus 2010

Pukkelpop 2010 - dag 1

Na nog net het einde van de set van Netsky te hebben meegepikt (kreeg al heel veel mensen aan het dansen in de Boiler Room voor dat uur van de dag...) en -létterlijk- de allerlaatste noten van Kylesa, waren we helemaal klaar voor het eerste echte optreden...


Tame Impala : het was een ingeving van het moment, en het zou uiteindelijk dé ontdekking worden van deze editie voor mij. Nog nooit had ik van hen gehoord, maar al van het betreden van het podium (allen blootsvoets), wisten ze met hun hippie-charme en coole houding de aandacht vast te grijpen. En dan moesten ze nog beginnen aan hun set, waarin de gitaren, waarvan de klanken overladen werden met allerlei delay-, echo- en feedbackeffecten, de Summer of love opriepen. Zelfs de kazoo werd niet geschuwd, en we herkenden plots ook een flard Remember me van Blueboy (en dus eigenlijk Woman of the ghetto van Marlene Shaw).


In de kleine, gezellige Wablief?-tent konden we het missen van The Bear That Wasn't op de Gentse Feesten goedmaken. Nils Verresen is al bijna een jaar met de fiets op weg van huisconcert naar huisconcert (vandaar wellicht dat een fan hem De eenzame fietser van Boudewijn De Groot cadeau deed...), en doet af en toe een echt podium aan. Wat en wie hij meebracht, kan onmogelijk onder een snelbinder op het bagagerek passen : 3 violistes, een contrabassist, een gitarist, een drummer, een backing-vocaliste met dwarsfluit en al hun materiaal (en zijn eigen gitaar natuurlijk). Al dat moois leverde ook een bijzonder fijn concert op : hoogtepunten waren Tony the lion (een leuk liedje over een knuffel : "Tony...was my bestest friend... but you can very well take his place" -of zoiets, ik heb het niet helemaal letterlijk kunnen onthouden), Fizzy good (makes feel nice), Ballad of two raindrops en natuurlijk afsluiter Headphones ("But I can see in the dark with my headphones on / and every light is multiplied by each new song"). En ik vergeet niet gauw de ietwat gegeneerde grijns toen hij het bordje "Fuck me like a bear" zag tussen het publiek...


Volgende grote afspraak was Band Of Horses in de Marquee. Hun Funeral (waarmee ze trouwens afsloten) blijft een geweldige dijk van een song, maar de band bewees dat ze, tegen een achtergrond van desolate beelden uit de VS, konden rocken als de beesten en americana van de bovenste plank brengen. Opvallend was ook hoe iedereen in de Marquee met elk nummer leek mee te zingen, terwijl dit niet meteen een band is die veel airplay krijgt... Een groots concert met een grote apotheose !


Minus The Bear (er waren duidelijk wat beren uitgenodigd dit jaar...) wist mij op plaat te bekoren, maar hun optreden viel dik tegen, en ik verliet de tent al na enkele songs...


Een man alleen met zijn stem, enkel begeleid door een kompaan met een gitaar, kan een hele Marquee stil krijgen, meenemen in zijn wereld en kippenvel bezorgen, met keigoeie songs en natuurlijk die diepgrommende, uitzonderlijke stem waarmee hij ooit nog grunge liet schallen (wie kent Screaming Trees nog ?). Het kan, maar dan moet het natuurlijk wel Mark Lanegan zijn. Enige puntje van kritiek is dat ik het gevoel had dat de 50 minuten waarop we getrakteerd werden, het maximale zijn waarin die sombere aanpak niet gaat vervelen op een festival, maar gelukkig viel dat dus nog net mee...


Voor dansmuziek met een flinke scheut jazz en avontuur moet je bij Laurent Garnier zijn, en hij liet zich dan ook bijstaan door twee saxofonisten/trompettisten. Het levert dance op die weet te bekoren, en de staat van dienst die deze man heeft, lokte ook heel wat publiek. Het werd een fijn tussendoortje in een broeierige Dance Hall.


Maar we gingen snel naar The Shelter, waar John Garcia de nummers van zijn oude band (bij gebrek aan een reünie) dan maar speelt met enkele Belgische en Nederlandse muzikanten (waaronder de gitarist van Arsenal), onder de noemer Garcia plays Kyuss. Een imposante muur van versterkers en een brede, ruige, langharige man met zonnebril (om 23u05 ! in een donkere tent !) waren de voorbode voor loodzware riffs, immens luide rock, maar gelukkig ook héle mooie songs... De tijden van de oerstonerrockers leken nog even te herleven en Garcia speelde opnieuw alsof hij in de woestijn stond. Imposant is wel het minste dat je hierover kan zeggen...


De eerste dag sloten we met grote verwachtingen af met These New Puritans. Ik ben helemaal weg van We want war en Attack music, en dat zijn songs die als een huis bleven staan, maar net als de rest van de set misten ze die punch die ik van de plaats wél ken. De geluidsmix zat daar wellicht ook voor iets tussen, want zanger Jack Barnett was bijwijlen amper te verstaan... Hij had nochtans, met een maliënkolder onder zijn jas, zo zijn best gedaan om te imponeren.


Verder heb ik op de eerste dag fragmentjes (soms zeer kleine, soms iets langere) meegepikt van De Jeugd Van Tegenwoordig (altijd goed voor een feestje, méér valt daar eigenlijk ook niet over te zeggen...), Jakwob, Band Of Skulls (klonk zeer fijn), Iron Maiden (niet van die aard dat ze mij konden overtuigen om te blijven staan) en Placebo (hoorde een flard van een -goeie- cover van All apologies van Nirvana). En ik zag enkele leuke nevenattracties in de Petit Bazaar (waaronder Vooruit met de kuit, Batakamp -met Jezus-,...)

Lied van de week : week 33 - 2010

Roll away your stone - Mumford & Sons


Na hun schitterende concert op Pukkelpop ben ik nog meer verkocht aan Mumford & Sons dan voorheen, en dit nummer is dan ook weinig verrassend mijn "lied van de week".

Je kan het terugvinden op Sigh no more, dat je hier kan kopen.

Lyrics :

Roll away your stone I will roll away mine
Together we can see what we will find
Don't leave me alone at this time
For I am afraid of what I will discover inside

You told me that I wouldn't find a home
Beneath the fragile substance of my soul
And I have filled this void with things unreal
And all the while my character it steals

Darkness is a harsh term don't you think
Yet it dominates the things I see

It seems that all my bridges have been burned
But you say "That's exactly how this grace thing works"
It's not the long walk home that will change this heart
But the welcome I receive with every start

Darkness is a harsh term don't you think
And yet it dominates the things I see (x2)

Stars hide your fires
For these here are my desires
And I won't give them up to you this time around
And so I will be found
With my stake stuck in the ground
Marking the territory of this newly impassioned soul (x2)

And you, you've gone too far this time
You have neither reason nor rhyme
With which to take this soul that is so rightfully mine

18 augustus 2010

The Wave Pictures


Met een lieflijk folkliedje binnenkomen om het huis weer te verlaten met je mooiste huisraad, is vast geen gebruikelijke inbrekerstruc. The Wave Pictures heeft een EP (Sweetheart) met zes nummers gemaakt waarmee ze er nog in zouden slagen een mooie buit te vergaren.
Enkel in Spanje, Italië en Duitsland brachten ze al hun nieuw album uit (eigenlijk deze EP + zes andere nummers). Bij één van hun singles kreeg je een CD met allemaal
Springsteencovers nadat ze eerder al eens een coveralbum met nummers van Herman Dune opnamen ; om maar te zeggen dat deze groep van alle markten thuis is.
Het zomerkampvuurgevoel en zelfs de vrolijke evangelische jongerenbeweging zijn nooit veraf in het titelnummer, maar dat hoeft niet te betekenen dat ze heel melig hun liefde bezingen voor hun dra-te-verlaten sweetheart.
Het volgende nummer, Kittens, krijgt een flinke bluesinjectie, maar dan wel het soort blues dat
Fleetwood Mac al eens live durfde injecteren in het beste van hun seventies werk. Je fantaseert er zo de lang uitgesponnen solo's op het eind bij, aangezien ze het zelf na vier en een halve minuut voor bekeken houden. Maar kijk, daar demonstreren ze alweer een ander staaltje van hun kunnen : in I shall be a ditchdigger zijn Nick Cave en The Bad Seeds (zoals die klinken in The curse of Millhaven) duidelijk hoorbaar, al spreken ze hier eerder met twee woorden... Het feestje in de kroeg kan beginnen, maar The Wave Pictures kiezen voor een contemplatief moment : “I was blind and I was drunk ; you didn't mind, that's what you said”. Je voelt met beide ellebogen dat het fout moet aflopen, en inderdaad “you and me, we're not in this thing together, we just get thinner and thinner”. Met Blind drunk leunen ze nu weer dicht aan tegen Daniel Johnston, in wiens voorprogramma ze trouwens al tourden.
Cinnamon baby werpt ons zo'n veertig jaar terug in de popgeschiedenis, met de typische sound van
The Monkees, Jefferson Airplane en The Byrds vermengd tot iets herkenbaar, alsof je dit nummer al jaren kent. Op het slotnummer, American boom, keren we dan weer terug naar singer-songwriters en het zomerkampvuur uit het openingsnummer raakt stilaan uitgedoofd, de laatste koppeltjes slenteren naar hun tent en wie nog overblijft, probeert de anderen te overtroeven qua zieligheid met een verhaal over hoe zijn geliefde hem verliet : “here comes the hurricane, I'll be in my room”. The Wave Pictures wachten op het vliegtuig dat het mooie meisje alsnog brengt, en vroeger gaan ze echt niet slapen...
Door ziekte van één van de bandleden kon hun optreden op het
Brussels Summer Festival niet doorgaan, maar als ze alsnog ergens in uw buurt spelen, loont het de moeite eventuele regenbuien dan wel hittegolven te trotseren...

Deze recensie is ook hier te vinden op Indiestyle.be

En om af te sluiten en de kennismaking te vervolledigen, nog enkele nummers die ze aanbieden op hun website (waar nog veel meer te beluisteren valt) :

17 augustus 2010

Re:play (11)

Toegegeven, ik kende natuurlijk Paranoid al van kindsbeen, van op de radio en zo, maar toen wist ik niet eens hoe het nummer heet of van wie het is.
Mijn eerste kennismaking met Black Sabbath kwam er op een avond, terwijl ik aan het babysitten was. In die periode had je op Studio Brussel nog elke weekavond een thema-uitzending, en één avond (ik denk maandag) was er Metalopolis : een programma waarin alle genres van metal aan bod kwamen. Op één zo'n avond, babysittend en lezend, hoorde ik tracks uit een tribute-album dat net was uitgebracht : Nativity in black. Ik heb zelfs meegespeeld (maar tevergeefs) om dit album, met 12 covers van Black Sabbath-nummers, te winnen. Enkele dagen later kocht ik de vinyl versie in Music Mania, toen nog rechtover de Vooruit.
Het meest was ik meteen weg van The wizard, dat door Bullring Brummies (bleek uiteindelijk Black Sabbath zonder Osbourne en Iommi maar aangevuld met nog 3 andere muzikanten, te zijn). Ook Iron man, gecoverd door Ozzy Osbourne zelf, samen met Therapy?, en Supernaut van 1.000 Homo Dj's (een zijproject van Al Jourgensen van Ministry) zette ik ontelbare malen op.
Al luister ik met plezier naar alle nummers op de platen ('t is een dubbel-lp)...
En een paar dagen geleden was er dan een blogpost (klik hier) waarnaar ik verwezen werd op Facebook, en toen las ik ook over de debuutplaat van Black Sabbath en de impact ervan op de auteur van de blog. Toen ik gisteren CD's ging kopen, vielen mijn ogen op dit album, en ik kocht het blindelings...
Alweer via Facebook kreeg ik een link naar een webpagina waarop uitgelegd wordt hoe je de openingstonen van titelnummer (én ook opener) Black Sabbath ongeveer kan naspelen. Ik probeerde het op mijn pas gekochte gitaar, en -het is inderdaad eenvoudig- het lukte, wat voor een beginnend (en dan bedoel ik ook écht beginnend) gitarist een leuk gevoel is...



Black Sabbath - Black Sabbath

Secret Hero Concert : I Do I Do + Sam Amidon

Ik schreef al eens eerder dat een kerk een prachtige locatie kan vormen voor een concert, en ik kan het nu alleen maar herhalen. In de Sint-Antoniuskerk in Gentbrugge trad gisteren Sam Amidon op, met in het voorprogramma (één lid solo van) I Do I Do.


Stefaan Decroos, die in zijn eentje de nieuwe CD van I Do I Do kwam voorstellen, startte zijn set met 2 covers. Met het tweede nummer maakte hij me alvast heel nieuwsgierig. Hij vertelde dat het origineel van één van zijn helden was, John Fayeh (waar ik nog nooit van gehoord had). Blijkbaar is John Fahey de grondlegger van de American primitive guitar en schreef hij nummers voor akoestische gitaar. Later experimenteerde hij ook met geluiden en maakte hij dus abstractere muziek. Hij zong nooit...
De set van I Do I Do bleek een evenwichtige set, met instrumentals tussen de gezongen nummers door, en met o.m. een prachtig Rooftop observatory blues. De zanger was pas verhuisd én pas getrouwd, en vertelde dat allemaal als inleiding voor nummers in de prachtige setting wisten te bekoren.


Na de pauze, waar we door de regen met velen onder een klein afdakje gedwongen waren, zette Sam Amidon even zijn keel open (maar nog niet zo ferm als hij later in de set zou doen) en we waren meteen gestart voor een optreden waarin afwisselend de gitaar en de banjo voor de muzikale ondersteuning zorgden voor nummers die vooral door de zang openbloeiden. De stem van Sam Amidon riep meteen beelden op van weidsheid, met lange verlaten snelwegen tegen een Arizona-horizon (u kent vast de filmbeelden...) en een trager levenstempo. Hij plukte gretig uit de muzikale tradities van de VS (folk, blues, bluegrass,...) en vertelde tussendoor opmerkelijke, bevreemdende, vreemd humoristische,... verhalen (al kon ik jammer genoeg waar ik zat, niet alles even goed verstaan, en dan krijg je natuurlijk vooral flarden te horen...) Hij liet het publiek de backing vocals verzorgen en net voor de bisnummers kreeg hij iedereen aan het lachen toen hij Relief van R. Kelly coverde en dat (ongeveer) als volgt inleidde : "And now a song from a truely extraordaniry songwriter, no, not Bob Dylan, but R. Kelly. Three years ago I heard this song which was the first, I believe, that has absolutely NO relation to reality whatsoever. Nothing in it is actually true..." en na een eerste keer samen het refrein gezongen te hebben, voegde hij eraan toe dat ze intussen een andere president hadden, dat er dingen veranderd waren, maar lang niet alles, en dat sommige dingen misschien wel, misschien niet zullen veranderen om te besluiten met " so this song now has a shifting relation towards reality". Wie de lyrics van Relief kent (of hier leest), begrijpt vast wat hij bedoelt...

(sorry voor de slechte kwaliteit van de foto's : dat valt niet mee met een gsm in een kerk...)

16 augustus 2010

Bob Dylan maakt reclame voor deze blog...

Klik hier...

Wil je zelf ook een boodschap laten verspreiden door Bob Dylan, ga dan naar hier

Fanfarlo


De Londense band Fanfarlo bracht vorig jaar een hemels mooi debuutalbum uit, Reservoir, dat ik in mijn eindejaarslijstje een 15e plaats toebedeelde. Die plaats hebben ze dubbel en dik verdiend met de folkpop waarin ze allerlei instrumenten mee de sfeer laten bepalen. Violen, trompetten,... : in combinatie met de slepende zang van Simon Balthazar (die soms wel heel erg klinkt als de tweelingbroer van David Byrne) zorgen ze voor een geheel dat tegelijk vrolijk én melancholisch klinkt, dat vaak doet denken aan Arcade Fire maar dat bovenal enkele prachtnummers bevat, zoals Harold T. Wilkins, or how to wait for a very long time of The walls are coming down.



De band heeft nu een EP in de aanbieding op hun website, met 3 nummers die ze opnamen voor een radiostation. De College radio sessions EP laat je zo kennismaken met een groep waarvan ik wel wat verwacht op Pukkelpop, waar ze op vrijdag spelen...

The walls are coming down (radio session) (mp3)

Je kan hun album hier kopen.

15 augustus 2010

8tracks : Pukkelpop 2010 mix

In preparation for the Pukkelpop festival, here's twenty songs from bands to check out when there...
Als voorbereiding op Pukkelpop krijg je hier 20 bands die ik zeker aanraad...



1. Feel good hit of the summer - Queens Of The Stone Age : nog steeds een magistraal nummer mét een grappige combinatie titel/lyrics (za - Main Stage - 21u20 tot 22u30)

2. Back to the fuck yeah - Pulled Apart By Horses : uit hun titelloos debuut van dit jaar (vr - The Shelter - 14u30 tot 15u10)

3. Attack music - These New Puritans : drijft heel sterk op ritmes, deze muziek, en daarom een aanrader voor wie van stevige muziek houdt én gevoel voor ritme heeft (do - Chateau - 0u55 tot 1u55)

4. What's in it for - Avi Buffalo : dit is meer iets voor in een intiemere setting, en daar staan ze ook... (vr - Club - 16u40 tot 17u20)

5. My timing is off - Eels : steengoed, en tussen al het ander festivalgeweld zou je soms vergeten dat Eels kan rocken én fluisteren én ontroeren én beuken én... ; sinds ik het prachtige boek Things the grandchildren should know las, ben ik zelfs nog een grotere fan geworden (vr - Main Stage - 18u50 tot 19u50)

6. As long as it takes - Isbells : één van de mooiste Belgische ontdekkingen van het laatste jaar (vr - Wablief?! - 19u55 tot 20u40)

7. My time - Minus The Bear : groepsnamen met beren zijn ín tegenwoordig, en deze is beslist de moeite waard... (do - Club - 19u35 tot 20u25)

8. The funeral - Band Of Horses : dit blijf ik absolúút hun toptrack vinden (ik ontdekte het in 2006), en het raakt me telkens weer... (do - Marquee - 18u40 tot 19u25)

9. The horizon is a beltway - The Low Anthem : hoewel ik ze al zag in de AB afgelopen winter, wil ik deze prachtmuziek niet missen (en het komt ook nét goed uit dat er op dat moment geen noemenswaardig interessante groepen geprogrammeerd staan) (za - Marquee - 16u50 tot 17u40)

10. Something good can work - Two Door Cinema Club : uit hun debuut Tourist history, goeie indie... (za - Club - 18u35 tot 19u25)

11. I know what I am - Band Of Skulls : van deze band was ik meteen weg, en dit lijkt me ook púúr festivalvoer (do - Club - 17u45 tot 18u25)

12. Harold T. Wilkins, or how to wait for a very long time - Fanfarlo : hun album stond vorig jaar op 15 in mijn eindejaarslijstje, en ik luister er nog steeds met heel veel plezier naar (vr - Chateau - 14u30 tot 15u10)

13. Used to be - Beach House : hun album Teen dream blijft voor mij een raadsel, dat ik het ene moment geniaal en het andere moment aanstellerig vind, maar misschien slagen ze er live in me definitief te overtuigen ? (vr - Club - 22u20 tot 23u10)

14. Wind Phoenix - Cymbals Eat Guitars : een groepsnaam die blijft intrigeren (zoals ook We Seem To Have Misplaced Our Igloo deed...) en dit werd meteen een mooie ontdekking (za - Club - 11u15 tot 11u50)

15. Heartsink - Blood Red Shoes : ook hun tweede album Fire like this is een echte aanrader, en ik vind de zangeres trouwens ook een heel mooie vrouw... (vr - Marquee - 15u05 tot 15u45)

16. Ambling Alp - Yeasayer : maffe muziek waarvan ik benieuwd ben of alle tierlantijntjes, bellen en toeters ook live overeind blijven, dan wel of ze in de soep draaien in een live-set ; ze zullen in ieder geval de concurrentie moeten aangaan met Pendulum en Jónsi (za - Club - 22u30 tot 23u30)

17. Go do - Jónsi : ...en daar heb je de Ijslander van Sigur Rós ; ik laat de definitieve keuze afhangen van het moment zelf (za - Marquee - 22u35 tot 23u35)

18. I saw you blink - Stornoway : een band waarover ik al heel verschillende meningen hoorde, maar die live zeker de moeite waard zouden zijn ; het ideale moment dus om hen te ontdekken (do - Chateau - 21u00 tot 21u55)

19. Bloodbuzz Ohio - The National : momenteel vind ik dit nog steeds het beste wat ik dit jaar al hoorde, en The National kon mij ook al met zijn vorige albums bekoren, dus dit wil ik voor geen goud missen (za - Main Stage - 19u25 tot 20u25)

20. NY excuse - Soulwax : vermits ze in de Dance Hall staan én ze al jaren geen echte rockoptredens meer spelen, vermoed ik dat het een Nite Versions zal worden, én als kers op de taart sluiten ze ook nog eens Pukkelpop af op de Main Stage als 2manydjs (Soulwax : za - Dance Hall - 20u05 tot 20u55 / 2manydjs : za - Main Stage - 23u30 tot 01u00)

Natuurlijk valt er nog veel méér fijns te beleven op deze jubileumeditie. Check het programma hier (kaarten kopen is niet meer mogelijk vermits volledig uitverkocht !)

14 augustus 2010

Lied van de week : week 32 - 2010

Let's not fall apart - Broken Glass Heroes


Ik had dit nummer wel al enkele keren gehoord op de radio, maar sinds ik het op de blog van kleine terugvond, is dit nummer zich echt gaan nestelen in mijn hoofd. Broken Glass Heroes klinkt heel erg Beach Boys, met dat koortje op de achtergrond, en ze doen er ook in de clip alles aan om retro te klinken en over te komen...

Je kan het nummer voorbeluisteren en kopen op hun website

De lyrics heb ik jammer genoeg nog niet gevonden...

10 augustus 2010

Cloaks And Feathers - The Mandala Trilogy EP

Hier postte ik al over deze band, en nu kan je op Indiestyle.be ook mijn recensie van hun eerste EP lezen. 't Is maar dat u het weet...


En hup, we gooien de liedjes er nog eens tegenaan :

09 augustus 2010

Lied van de week : week 31 - 2010

Tighten up - The Black Keys


Met een dagje vertraging dan toch een lied van de week voor een reeds voorbije week... en het is dan nog een nummer dat al weken langzaam bezit van me heeft genomen. "I wanted love. I needed love. Most of all". The Black Keys hebben rond een geweldig vrolijke riff een nummer gemaakt dat zo onweerstaanbaar is als verse braambessen in augustus. Ik krijg er niet genoeg van... En op 15 november treden ze op in een uitverkochte AB ! En ik ben erbij !

Je vindt het nummer op het geweldige album Brothers dat je hier kan kopen.

Lyrics :

I wanted love
I needed love
Most of all
Most of all
Someone said true love was dead
And I'm bound to fall
Bound to fall for you
Oh what can I do

Take my badge
But my heart remains
Loving you, baby child
Tighten up on your reigns
You're runnin wild
Runnin wild
It's true

Sick for days
So many ways
I'm achin' now
I'm achin' now
It's times like these I need relief
Please show me how
Oh show me how
To get right
Yeah it's outta sight

When I was young
And movin fast
Nothin slowed me down
Oh slowed me down
Now I let the others pass
I've come around
Oh come around
Cause I've found...

Living just to keep going
Goin just to be sane
All the while not knowin
It's such a shame

I don't need to get steady
I know just how I feel
I'm tellin you to be ready
My dear

04 augustus 2010

8tracks : Melancholy mix

Time for a new 8tracks mix, entirely made of melancholic melodies.
Tijd voor nog eens een nieuwe 8tracks mix : dit keer gaan we helemaal de melancholische toer op...




1. Dinosaur act - Low
2. The other side of night - Chris Eckman
3. She passed through - Dirty Three
4. Before the storm - The Deer Tracks
5. Long time ago - Spain
6. Unheard of hope - Baby Dee
7. Over - Portishead
8. Slow motion - Tiny Vipers
9. Jesus Christ was an only child - Sun Kil Moon
10. Vaarwel - Wixel

Gezien : Copie conforme


De Iraanse regisseur Abbas Kiarostami bracht me aan het twijfelen over mijn eigen inschattingsvermogen met zijn film Copie conforme, waarin Juliette Binoche de vrouwelijke hoofdrol speelt (en ervoor in de prijzen viel in Cannes.)
James Miller (vertolkt door William Shimell) is een auteur die in Italië (in het mooie plaatsje San Gimignano) zijn nieuwste boek voorstelt, over originelen en copieën in de kunst. Eén van de aanwezigen is het hoofdpersonage (wiens naam we niet te weten komen) die de auteur uitnodigt voor een gesprek. Ze trekken eropuit naar het naburige Lucignano. Er ontspinnen zich al in de auto discussies, en die worden heviger, maar veranderen vooral van toon nadat ze een telefoontje moet beantwoorden van haar puberzoon en nadat de eigenares van een café waar ze een koffietje drinken, James aanziet voor haar echtgenoot. Ze verliest het contact met de realiteit en gaat helemaal op in de misvatting en verliest zichzelf in het verzonnen leven met James als haar echtgenoot. Vreemd genoeg gaat hij daarin een eind mee. Is het omdat hij afhankelijk is van haar om terug te raken om 's avonds zijn trein te halen of verliest hij gaandeweg zelf het contact met de realiteit ? Wordt hij een copie van de originele ex-echtgenoot of is hij toch het origineel ?
Het is een bevreemdende film, en dat hoeft misschien niet te verbazen als je weet dat Kiarostami zich liet bijstaan door de Franse psycho-analytica Caroline Eliacheff (bij ons een beetje bekend van het boek Het kind dat een kat wilde zijn, over therapie bij zeer jonge kinderen). In deze film met op zich heel weinig actie en vooral heel veel dialogen, waarin bovendien ruim de tijd genomen wordt om de ontwikkelingen zich haast in real time te laten afspelen, is het vooral het psychologisch proces dat de personages doormaken dat de kern vormt. En algauw ga je als toeschouwer gaan twijfelen aan wat nu écht en niet echt is. Waar eindigt de realiteit en begint de fictie (of in dit geval, de gekte) ?

03 augustus 2010

Wavves

Als je elk jaar een album uitbrengt, kan je beschouwd worden als een bezige band. Zeker als je dat presteert na een turbulente periode, waarin de zanger aan het vechten slaat met de drummer en je je tournee moet afbreken...
Wavves heeft na Wavves en Wavvves gekozen voor een echte albumtitel met “King of the beach”. Zanger Nathan Williams wil zich in het openingsnummer (de titelsong ook) manifesteren als de strandkoning. Daarvoor laat hij zich voortjagen door stevige gitaren en hij houdt het drie nummers vol om een soort betere versie van Blink-182 neer te zetten: pop-punk die rebels klinkt, maar in wezen te braaf is om écht te bijten. Gelukkig herinnert hij zich daarna wie de échte koning van het strand is, met name Brian Wilson. We krijgen enkele nummers (“When will you come” en “Baseball cards”) waarin het typische surfpopgeluid van The Beach Boys aardig benaderd wordt. Natuurlijk missen Wavves de superieure harmonische samenzang van hun helden, maar het gevoel is er hélemaal. Béter wordt het wellicht nooit meer, tenzij iemand ergens in een kluis nog een verborgen “Pet sounds” vindt...


Daarna krijgen we opnieuw iets te veel vrolijke punk, al valt dat nog mee in “Take on the world”, dat zich ergens halverwege alsnog ontpopt tot een waardige aanvulling bij het voornoemde tweetal. Dit mag dan best aardig zijn, ze hebben de aandacht die ze net wisten te grijpen jammer genoeg weer verloren. En dan start “Idiot” met een vreemdsoortig lachje, dat op papier misschien een goed idee leek, maar uiteindelijk niet meer dan een idiote (en dus enkel op die manier toch nog toepasselijke) gimmick blijkt. Dat is des te meer jammer omdat dit nu eens een springerig lied is dat ons eigenlijk wel weet te bekoren. De gitaren zoeken ook al eens surfoorden op, zo lijkt het, en dat is een verrijking die dit nummer toch bij de betere op het album doet belanden.

Jammer genoeg kunnen we dat van “Green eyes” niet zeggen. Niet slecht betekent hier in essentie vooral ook dat het nummer niet echt goed is: een te tamme intro groeit nooit uit tot een krachtige song, hoezeer ook geprobeerd wordt het maximale uit de gitaarversterkers te halen. Ook “Mickey Mouse” is in hetzelfde bedje ziek. Misschien verdiende hij euthanasie...
En dan ineens staat Wavves er weer: een poppy, geestig, speels geluid en zelfs een beetje van de gekte van The Flaming Lips maken van “Convertable balloon” een perfecte aanzet tot “Baby say goodbye”, het nummer dat het meest een eigen smoel heeft. Met dit duo bewijst Wavves dat ze als indierockers méér in hun mars hebben dan pop-punk zonder ballen, én dat het spelen van Beach Boys-achtige songs niet hun enige kwaliteit is.
Nathan Williams was een beetje op de dool, wat resulteerde in een vechtpartij en het afbreken van hun vorige tournee. Met dit album wou hij revanche nemen en tonen dat hij weer op het rechte pad geraakt is. Dat is natuurlijk fantastisch voor de man zelf, maar hey, wij houden toch wel vooral van krankzinnige, spaced-out muzikanten met enige steken los, omdat die (zolang de balans niet teveel de andere kant uitslaat) de meest interessante muziek maken. Deze derde worp van Wavves is een erg onregelmatige plaat geworden, met werkelijk mooie toppen en jammerlijk diepe dalen, en te weinig tussenin.


Je kan het album hier kopen. Je vindt deze recensie ook hier op Indiestyle.be

01 augustus 2010

De rietzanger

Al tijdens de voorbereiding van onze reis naar Nederland toonden mijn kinderen heel veel interesse in alles wat met de natuur te maken heeft, en wilden ze heel graag insecten, vogels en andere dieren zien. Ik kocht hen een vergrootglas (Yenthe) en zo'n insectenpotje met vergrootglas (Mirko) en ze waren ook helemaal weg van het kijken door de verrekijker. Ons determinatieboek (met behalve planten ook de meest courante dieren uit de Benelux) ging mee en op onze natuurwandeling in Ter Wupping werd menig diertje en plantje op die manier wat uitgebreider onderzocht...

Mirko sprak ook de hele tijd over de rietzanger. Bij elke vogel die hij hoorde, vroeg hij of het een rietzanger was. Sprak ik over de vogels die we op de wandeling misschien zouden zien, dan vermeldde hij zeker de rietzanger en als hij een diertje mocht nadoen, wou hij de rietzanger nadoen. Helaas, hoewel die naam me niet helemaal onbekend voorkwam, had ik geen idee van wie of wat de rietzanger is, en in ons boek was er ook niets over terug te vinden. Het werd daardoor een beetje de running gag van onze vakantie, want Mirko bleef de hele tijd maar over de rietzanger spreken en het beestje nam dan ook mythische proporties aan.
Bij thuiskomst, in alle drukte en feestgewoel, vergat ik het weer, tot ik vanmorgen ineens bedacht dat ik nu toch wel eens benieuwd was naar die fameuze rietzanger.

En zie, hier is ie dan :


De rietzanger is een onopvallende vogel die uitstekend in staat is om langs verticale rietstengels te klimmen. De vogel heeft een witte wenkbrauwstreep die het gehele jaar duidelijk zichtbaar is. De rietzanger is het best te onderscheiden van enkele verwante soorten door de zang en de korte zangvluchten. De zang bestaat onder andere uit een reeks woit klanken.
Het nest van de rietzanger wordt in dicht struikgewas vlak bij de grond gebouwd. In tegenstelling tot de nesten van veel verwante soorten wordt het nest van de rietzanger zelden aan verticale rietstengels opgehangen. De rietzanger broedt in grote delen van Europa, maar overwintert in Afrika.

Hij blijkt inderdaad ook te broeden in het deel van Nederland waar wij verbleven, en het is dus best mogelijk dat we rietzangers gehoord hebben. Krijgt Mirko alsnog gelijk... ?