09 december 2007

Gelezen (14)

Zowel fictie als non-fictie gaan hier tegenwoordig vlot door de handen, en dat in twee talen !
Klauwen af van mijn land van documentairemaker Michael Moore is natuurlijk al enkele jaren uit, en bevat heel wat bronmateriaal voor de film Fahrenheit 9/11. Michael Moore focust op Bush' war on terror en de inval in Irak als reactie op de aanslagen van 11 september, en plaatst daar de binnenlandse (Amerikaanse) politieke agenda tegenover. Aan de hand van overzichtelijke lijstjes (vragen aan George W. Bush, wat jij kan doen,...) en zich baserend op ruim bronnenmateriaal, vaak uit verrassende (conservatieve) hoek, maakt hij ongenadig brandhout van de Republikeinse, neo-conservatieve politiek. Weinig nieuws onder de zon misschien, maar het loont de moeite om de gegevens nog eens overzichtelijk door te nemen... En omdat de man ook vlot kan schrijven, blijft het ook vermakelijke, niet al te zware lectuur...

Bhupinder ('Puppy') Singh Johal, een Punjabi Londenaar, is het vermakelijke hoofdpersonage uit Nirpal Singh Dhaliwals debuut Tourism. De auteur slaagt er lange tijd in je als lezer op het verkeerde been te zetten. Hoewel hij in de beginscènes van het boek al iets had weggegeven, laat de juiste toedracht zich lang niet raden (ik was alvast geneigd het op de verkeerde plaats te zoeken). Gelukkig gebeurt er voldoende in het leven van de wat doelloos en besluiteloos rondhangende Puppy, die zich staande tracht te houden in een leven met vrouwen die hij niet wil maar wel heeft (Sophie) en wel wil maar niet heeft (Sarupa), vrienden die niet altijd even betrouwbaar blijken en niet altijd zijn vertrouwen verdienen en jobs die hem net genoeg opleveren, maar geen arbeidsvreugde. Deze heerlijk eigentijdse roman knipoogt voldoende om te refereren naar Hanif Kureishi en Nick Hornby, al moet deze schrijver nog wat groeien om hetzelfde niveau te halen.

07 december 2007

Gezien : Paranoid Park + Elephant

Sfeerschepping en een inventieve manier van omgaan met de chronologie van het verhaal : het zijn 2 (ijzersterke) elementen die beide films van Gus Van Sant met elkaar verbinden.
In Paranoid Park ontrafelen we het verhaal van een 15-jarige puber, Alex, die een stommiteit heeft begaan met verregaande gevolgen. Hij lijkt een wat saaie, zwijgzame skater, die niet noemenswaardig lijdt onder de aan de gang zijnde scheiding van zijn ouders. Hoewel andere personages in de film zijn daden soms proberen duiden, houdt de regisseur zich daar eigenlijk een eind van weg : Van Sant registreert en toont, maar oordeelt niet. Wat hij vooral laat zien, is de troost en de schoonheid van een oprechtheid waarmee mensen niet alleen mooie dingen doen en maken, maar ook brokken maken.

Benieuwd door deze film, keek ik ook naar Elephant, de "Columbine"-film van Van Sant. Opnieuw valt op hoe de regisseur registreert, toont maar niet uitdrukkelijk gaat oordelen. Wanneer hij toont hoe makkelijk één van de daders aan wapens geraakt (ze worden thuis geleverd na een internetbestelling, en even tekenen volstaat om een volautomatisch geweer met munitie te bezitten), toont hij dit in het kader van een verhaal van meerdere pubers, die hun gewone leventjes leiden en elk van hen kan dader, dan wel slachtoffer worden. De pracht van de scènes in de lange gangen van de school (en van de herhaling van dit soort scènes) vormt een surrealistisch én hyperrealistisch decor voor wat ontaardt in een schietpartij, die haast zo afstandelijk en koel wordt als de shoot-out videogames die ook een oorzaak voor dit geweld schijnen te zijn. Als kijker ervaar je hoezeer de moordpartij een spel is voor jongeren die het contact met de realiteit en met zichzelf verliezen op de enige manier waarop dat ook werkelijk gebeurt ; langzaamaan en van dag tot dag...
Registreren, van een aardse soundtrack voorzien, demarginaliseren en ont-moraliseren : meer hoeft Van Sant (bijna) niet te doen om van beide films beklijvende parels te maken !